Gebouwuitrusting: Technische lokalen
1. Inleiding
1.1 Algemene kennis
Comfortklassen
Eenheden
- Joule (hoeveelheid energie) = 1W.s
- Watt (energiestroom) = 1 J/s
- Kilowattuur (arbeid geleverd aan 1 W gedurende een uur) = 1000 x 3600 W.s
Soortelijke warmte
- water: 4190 J/kgK
- luchtstroom: 0,34 W/m3/u.K
1.2 Globaal overzicht
1
, Gebouwuitrusting: Technische lokalen
2. Nutsvoorzieningen
Een gebouw heeft quasi per definitie bepaalde leveringen nodig vanuit de omliggende
wereld: water en elektriciteit, telecommunicatie en in heel veel gevallen ook nog aardgas.
Hoewel er ontwerpers zijn die zoeken naar volledig zelfvoorzienende gebouwen, lijkt dit niet
meteen de meest interessante oplossing: indien je gebouw energie kan produceren, wat op
zich een nobele doelstelling is, is het misschien op bepaalde momenten ook interessant om
deze energie te delen met omliggende gebouwen zodat deze gebouwen op zich dan volledig
koolstof- en milieu-neutrale energie kunnen gebruiken voor hun noden. Op zijn beurt kan
een verbonden gebouw dan ook weer energie benutten die op een ander moment misschien
elders overtollig is.
In het andere geval moet het zelfvoorzienende gebouw zijn energie kunnen opslaan aan een
groot vermogen en voor lange duur. In veel gevallen is het gevolg hiervan een
overdimensionering van de productie- en opslagvermogens. En deze hebben hun impact op
grondstoffen en duurzaamheid. Daarnaast kan men zich ook de vraag stellen wie beter
geschikt is als beheerder van een energie- productie- & opslagsysteem: elke individuele
gebruiker of een gemeenschappelijk bedrijf dat zich net in deze materie kan specialiseren.
We pleiten dus zeker niet tegen de zelfvoorzienende gebouwen op zich, maar zijn van
mening dat voor de laatste 5% of 10% geen onredelijke inspanningen moeten gedaan
worden. De aansluiting op de bestaande netwerken van water, elektriciteit en eventueel gas
kan hierop vaak een beter antwoord geven. Wanneer zelfvoorzienigheid bepleit wordt voor
gebouwen die praktisch zeer moeilijk aansluiting zijn op deze netwerken, stelt zich o.i. een
andere problematiek: indien deze gebouwen zo moeilijk aansluitbaar zijn, worden de
gebouwen dan wel op de juiste ligging ingeplant?
Een gebouw dat te ver van de bewoonde wereld ligt, kan op zich misschien gebouw-
energetisch neutraal zijn, maar wat is de impact hiervan op vlak van mobiliteit? Zal de
bouwheer / eigenaar na 20 jaar nog dezelfde zijn, en ook dan nog steeds met de bakfiets
boodschappen gaan doen 5 km? Of laat de volgende eigenaar alles aan huis leveren met
talloze busjes die dag in dag uit voor hem een omweg moeten maken?
2.1 Nutsvoorzieningen in de straat – nutsmaatschappijen
Netbedrijf gas en elektriciteit
Vlaanderen: Fluvius
Brussel: Sibelga
Wallonië: Ores
Watertoevoer en riolering
Voor water zijn er verschillende intercommunales: watergroep.be, Farys.be, … Het
makkelijkste is om via aquaflanders.be te kijken welke maatschappij de gemeente bedient
waar je project is gevestigd. Om de aanwezigheid van rioleringsleidingen te controleren kan
je kijken op geopunt.be, er is ook info over oa ruimtelijke ordening te vinden. Ook moet je
rekening houden met de plannen van de overheid op lange termijn. Die plannen hebben veel
impact op de verplichtingen tot het voorzien van eventuele zuiveringsinstallaties op eigen
perceel. Dit kan je aftoetsen op https://www.vmm.be/data/zonering-en-uitvoeringsplan,
waar je per perceel kan opzoeken tot welk gebied het behoort.
2
1. Inleiding
1.1 Algemene kennis
Comfortklassen
Eenheden
- Joule (hoeveelheid energie) = 1W.s
- Watt (energiestroom) = 1 J/s
- Kilowattuur (arbeid geleverd aan 1 W gedurende een uur) = 1000 x 3600 W.s
Soortelijke warmte
- water: 4190 J/kgK
- luchtstroom: 0,34 W/m3/u.K
1.2 Globaal overzicht
1
, Gebouwuitrusting: Technische lokalen
2. Nutsvoorzieningen
Een gebouw heeft quasi per definitie bepaalde leveringen nodig vanuit de omliggende
wereld: water en elektriciteit, telecommunicatie en in heel veel gevallen ook nog aardgas.
Hoewel er ontwerpers zijn die zoeken naar volledig zelfvoorzienende gebouwen, lijkt dit niet
meteen de meest interessante oplossing: indien je gebouw energie kan produceren, wat op
zich een nobele doelstelling is, is het misschien op bepaalde momenten ook interessant om
deze energie te delen met omliggende gebouwen zodat deze gebouwen op zich dan volledig
koolstof- en milieu-neutrale energie kunnen gebruiken voor hun noden. Op zijn beurt kan
een verbonden gebouw dan ook weer energie benutten die op een ander moment misschien
elders overtollig is.
In het andere geval moet het zelfvoorzienende gebouw zijn energie kunnen opslaan aan een
groot vermogen en voor lange duur. In veel gevallen is het gevolg hiervan een
overdimensionering van de productie- en opslagvermogens. En deze hebben hun impact op
grondstoffen en duurzaamheid. Daarnaast kan men zich ook de vraag stellen wie beter
geschikt is als beheerder van een energie- productie- & opslagsysteem: elke individuele
gebruiker of een gemeenschappelijk bedrijf dat zich net in deze materie kan specialiseren.
We pleiten dus zeker niet tegen de zelfvoorzienende gebouwen op zich, maar zijn van
mening dat voor de laatste 5% of 10% geen onredelijke inspanningen moeten gedaan
worden. De aansluiting op de bestaande netwerken van water, elektriciteit en eventueel gas
kan hierop vaak een beter antwoord geven. Wanneer zelfvoorzienigheid bepleit wordt voor
gebouwen die praktisch zeer moeilijk aansluiting zijn op deze netwerken, stelt zich o.i. een
andere problematiek: indien deze gebouwen zo moeilijk aansluitbaar zijn, worden de
gebouwen dan wel op de juiste ligging ingeplant?
Een gebouw dat te ver van de bewoonde wereld ligt, kan op zich misschien gebouw-
energetisch neutraal zijn, maar wat is de impact hiervan op vlak van mobiliteit? Zal de
bouwheer / eigenaar na 20 jaar nog dezelfde zijn, en ook dan nog steeds met de bakfiets
boodschappen gaan doen 5 km? Of laat de volgende eigenaar alles aan huis leveren met
talloze busjes die dag in dag uit voor hem een omweg moeten maken?
2.1 Nutsvoorzieningen in de straat – nutsmaatschappijen
Netbedrijf gas en elektriciteit
Vlaanderen: Fluvius
Brussel: Sibelga
Wallonië: Ores
Watertoevoer en riolering
Voor water zijn er verschillende intercommunales: watergroep.be, Farys.be, … Het
makkelijkste is om via aquaflanders.be te kijken welke maatschappij de gemeente bedient
waar je project is gevestigd. Om de aanwezigheid van rioleringsleidingen te controleren kan
je kijken op geopunt.be, er is ook info over oa ruimtelijke ordening te vinden. Ook moet je
rekening houden met de plannen van de overheid op lange termijn. Die plannen hebben veel
impact op de verplichtingen tot het voorzien van eventuele zuiveringsinstallaties op eigen
perceel. Dit kan je aftoetsen op https://www.vmm.be/data/zonering-en-uitvoeringsplan,
waar je per perceel kan opzoeken tot welk gebied het behoort.
2
