Welke van de volgende beweringen is juist?
Resoluties van de Algemene Vergadering van de VN inzake de
vaststelling van de begroting zijn niet bindend.
Resoluties van de Veiligheidsraad van de VN inzake de toelating van
nieuwe leden zijn niet bindend.
Resoluties van de Algemene Vergadering van de VN inzake de
afschaffing van de economische sancties van de VSA tegen Cuba zijn
niet bindend.
Resoluties van de Veiligheidsraad van de VN inzake de verkiezing van
de Secretaris-Generaal van de VN zijn niet bindend.
Welke van de volgende beweringen is juist? De oprichting van een
vredesoperatie die binnen een staat en met toestemming van die
staat een vredesbewarende functie uitoefent en daarbij enkel geweld
uit zelfverdediging mag gebruiken, is:
A) een exclusieve bevoegdheid van de Veiligheidsraad van de VN.
B) een exclusieve bevoegdheid van de Algemene Vergadering van de
VN.
C) een exclusieve bevoegdheid van de Verenigde Naties.
,D) een bevoegdheid zowel van de Verenigde Naties als van regionale
organisaties.
D
Welke van de volgende beweringen is fout?
A) Het SupCourt van Canada bevestigde in de zaak in resecession of
Qubec (1996) dat wanneer een bevolkingsgroep het intern
zelfbeschikkingsrecht ontzegd wordt, deze als een ultimum remedium
het R heeft zelfbeschikking uit te oefenen via afscheiding.
B) In de Nica-zk (1986) verklaarde het Internatio Gerechtshof dat elke
staat een fundamenteel R heeft zijn eigen politi, econo en socio
systeem te kiezen en er inhoud aan te geven.
C) In de Gabciko-Nagymaro-zk bevestigde het Internatio Gerechtshof
dat de regels van het Ween Verdrgverdrg over de beëindiging en
opschorting van verdragen een gewoonterechtelijk karakter hebben.
D) In de Lot-zk stelde het Permanent Hof van Internationale Justitie
dat Trk de Franse officier kon vervolgen omdat de <-> van zijn misdrijf
effect ressorteerden op het Trk schip, zelfs al bevond hij zich op het
ogenblik van de feiten op een Fr schip.
C
Welke van de volgende beweringen is fout?
A) Over de vraag naar de hiërarchische verhouding tussen de
Grondwet en het internationaal recht, poneert de Raad van State
(afdeling administratie) in het arrest Orfinger van 5 november 1996
het principe van de voorrang van bindende beslissingen van een
,internationale organisatie met directe werking (in casu een arrest van
het Hof van Justitie van de E.U.) op de Grondwet.
B) Het beginsel van rechtszekerheid vereist, in beginsel, de publicatie
van verdragen in het Belgisch Staatsblad opdat zij tegenwerpbaar
zouden zijn aan particulieren.
C) Soft law-instrumenten gaan vaak bindende internationale
instrumenten vooraf.
D) Het principe van volkenrechtconforme interpretatie van
internrechtelijke normen bestaat uitsluitend in monistische
rechtsstelsels (en geenszins in dualistische rechtsstelsels).
D
Welke van de volgende beweringen is fout?
A) Het Internationaal Strafhof is ook bevoegd om individuen te
berechten die de nationaliteit hebben van een Staat die geen partij is
bij het Statuut van het Hof.
B) Als een niet bevaarbare rivier de grens tussen twee staten vormt,
dan zal de grens precies op de middellijn van de rivier lopen.
C) Als een Private Military Company die voor de Verenigde Staten van
Amerika beveiligingsoperaties uitvoert in Irak zich ten aanzien van
Britse troepen misdraagt en een internationale onrechtmatige daad
begaat, kan de staatsaansprakelijkheid van de VS ingeroepen worden.
D) Als studenten van de Universiteit van Seoel uit onvrede voor wat er
in Noord-Korea gebeurt diplomaten van deze staat zouden ontvoeren,
, dan zal Zuid-Korea hier steeds voor aansprakelijk kunnen gesteld
worden.
D
Acretie of avulsie
Gebiedsuitbreiding op natuurlijke wijze door bv. vulkaanuitbarstingen
of de uitbreiding van een rivieroever
Usucapio = de verwervende verjaring
Staat A voert een effect gezag uit over een gebied dat toebehoort tot
staat B en staat B doet afstand van zijn rechten tav het gebied door de
situatie te erkennen
Cessie
Een staat doet via een akkoord afstand van zijn rechten tav een gebied.
Bv. Island of Palmas arbitrage (Nederland vs Spanje)
Statenopvolging
Een wijziging in soevereiniteit over een grondgebied
Universele statenopvolging
De voorgangersstaat houdt op met bestaan. Bv. Sovjet - unie
Partiële statenopvolging
De voorgangersstaat blijft als internationale rechtspersoonlijkheid
bestaan. Bv wanneer er een deeltje van het land afscheurt
Soevereine gelijkheid
Alle staten worden als gelijken beschouwd ongeacht hun grootte,
aantal inwoners, politieke macht, etc.
Non - interventiebeginsel