Samenvatting paragraaf 1 t/m 5 +
formuleoverzicht
s=vxt Afstand = snelheid x tijd
m m/s s
Paragraaf 2.1 – Introductie
De nettokracht is het resultaat als er meerdere krachten op een voorwerp
werken. Bij een eenparige beweging verandert de snelheid niet. Je kan dan
deze formule gebruiken:
1 m/s = 3,6 km/u
Als de snelheid niet constant is, maar de nettokracht die er is wel constant
is rekening je met de gemiddelde snelheid vgem
Er zijn krachten die op afstand werken (zwaartekracht, elektrische kracht,
magnetische kracht) en krachten die contact nodig hebben (spankracht,
veerkracht en wrijvingskracht). Krachten hebben een richting, grijpen aan
in een bepaald punt (contactpunt/zwaartepunt) en een grootte die je
uitdrukt in newton (N)
Paragraaf 2.2 – kracht verandert snelheid
Als meerdere krachten elkaar opheffen is de nettokracht (resulterende
kracht, Fres) 0 en verandert de beweging niet. Het is een eenparige
beweging. De Eerste wet van Newton is: Is de resulterende kracht nul, dan
is de snelheid constant of blijft het voorwerp stilstaan. Bij een nettokracht
die niet 0 is versnelt of vertraagt het voorwerp. Als de nettokracht
constant is verandert de snelheid gelijkmatig, dit is een eenparig
versnelde beweging waarbij een vertraging een negatieve versnelling is.
Hoe groter de nettokracht, hoe sneller de snelheid verandert. Dit kan je
zien in een stroboscoopfoto, een stroboscoop geeft lichtflitsen met gelijke
tussenpozen.
In een snelheid,tijd-diagram (v,t-diagram) kan je zien of versnellen en
vertragen constant gaat. (Dan is het een rechte lijn). Bij een grotere
nettokracht loopt de lijn steiler. Bij nettokracht 0 is de lijn horizontaal.
Δv Versnelling = snelheidsverandering : tijdsduur
a=
Δt m/s2 m/s s
Versnelling is de snelheidsverandering per tijdseenheid. In een v,t-diagram
is de versnelling de steilheid of het hellingsgetal van de lijn.
Bij een niet constante nettokracht/versnelling is de grafiek krom. Je kan
dan de gemiddelde versnelling van een periode bepalen met het begin en
eindpunt van de grafiek, je krijgt dan agem. Je kan ook de snelheid op een
bepaald tijdstip bepalen. Hiervoor teken je de raaklijn en bepaal je daarna
het hellingsgetal van de raaklijn.