100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Blok 1.7 Stadssociologie Probleem 1tm8

Beoordeling
4,0
(1)
Verkocht
3
Pagina's
47
Geüpload op
16-04-2020
Geschreven in
2018/2019

Samenvatting Blok 1.7 Stadssociologie Probleem 1 tm 8 binnen Pedagogische Wetenschappen












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
16 april 2020
Aantal pagina's
47
Geschreven in
2018/2019
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

2-5-2019 Probleem 1 - Google Documenten




Probleem 1

Hoe ontstaat een gesegregeerde school?
Belangrijke begrippen
Te witte school: School die in verhouding tot de buurt teveel witte leerlingen heeft.
Te zwarte school: School die in verhouding tot de buurt teveel zwarte leerlingen heeft.
Afspiegelingsschool: School die qua diversiteit overeenkomt met de buurt.
(Buurt = postcodegebied)

Witte/zwarte vlucht: Het verschijnsel waarbij witte ouders kiezen voor een witte school en
zwarte ouders voor een zwarte school. Vaak door hun kinderen van de ene school af te
halen of er expres niet naartoe sturen.

Etnische schoolsegregatie: Een ongelijke verdeling van etniciteit op scholen.
Segregatiegraad: Hoeveelheid mensen die moet verhuizen van een etnische groep voor
gelijke verdeling.

Argumenten tegen etnische schoolsegregatie (Peters)
1. Het zou de kwaliteit omlaag doordat de taalvaardigheden van allochtonen minder
zouden zijn.
a. Tegenargument: Zwarte scholen blijken kwalitatief niet slechter en
immigranten presteren niet perse beter in niet-zwarte scholen.
2. Het zorgt voor een gebrek aan intercultureel contact en gaat de integratie tegen.
a. Tegenargument: Er is geen bewijs dat gemengde scholen zorgen voor beter
contact tussen immigranten en inheemsen.

Mechanismen die segregatie in stand houden (Peters, Karsten)
● Ruimtelijke segregatie
Armere mensen zoals allochtonen en lager opgeleiden wonen vaak geconcentreerd
in sociale huurwoningen. Die staan veel samen, waardoor er segregatie ontstaat en
weinig diversiteit in de buurt. Hierdoor zal er op de scholen ook minder diversiteit zijn.
Dit kan worden tegengegaan door gentrificatie.
● Keuzevrijheid
In Nederland hebben ouders het recht om zelf te kiezen waar hun kind naar school
gaat. Er is vrijheid van onderwijs → Artikel 23. Hierin staat ook dat onderwijs wordt
gefinancierd waardoor het makkelijker is om naar bijzondere scholen te gaan.
● Onderwijswetten en -regelingen
Artikel 23 zegt dat er vrijheid van onderwijs is en iedereen een (bijzondere) school
mag oprichten. Hierdoor kan de overheid niet bepalen waar kinderen naar school
moeten.
● Promotie van scholen
Scholen kunnen zich op een bepaalde manier promoten, waardoor ze aantrekkelijker
worden voor bepaalde mensen. Dit kan bewust, door bijvoorbeeld een christelijke
school te zijn of onbewust, door alleen maar witte mensen op posters weer te geven
→ Neveneffect.




https://docs.google.com/document/d/1d3Qptphn0ApReULMg_1T4HHtWeiuAV1U1ceG9vF53Qo/edit 1/3

,2-5-2019 Probleem 1 - Google Documenten




● Demografische patronen
Push en pull-factoren → Factoren die ervoor zorgen dat er meer allochtonen komen
en de autochtonen juist weg trekken of andersom. Vooral zwarte scholen zijn hier
gevoelig voor.

Schoolkeuze motieven volgens schoolleiders (Karsten)
Positief (wel kiezen)
➔ Te zwarte scholen:
- Afstand
- Vrienden
- Diversiteit leerling bevolking
- Aandacht voor leerachterstanden
➔ Te witte scholen:
- Identiteit van een school
- Levensbeschouwing
Negatief (niet kiezen)
- Leerlingen bevolking is niet divers genoeg.

Openbare scholen → Geen geloven of speciale methoden (meer allochtonen)
Bijzondere scholen → Geloven en speciale methoden (minder allochtonen)

Schoolkeuze motieven volgens ouders (Jongejan en Thijs)
★ Het niveau van de school.
★ De afstand en ligging.
★ Mate van differentiatie.
★ Het aanbod en de voorzieningen.
★ De social match tussen school en thuis (levensbeschouwing, opvoeding en hechting
aan samenstelling).

Ethnic distance: De mate van sociale afstand die mensen wensen ten opzichte van andere
etnische groepen.

Onderzoek Jongejan en Thijs
- Hoogopgeleide ouders zijn positiever over zwarte scholen, maar zijn uiteindelijk veel
minder geneigd om er voor te kiezen.
Er zijn meer hogere opgeleiden op scholen met 10-25% allochtonen. Het is ongeveer
evenveel op scholen met een perfecte menging, dus 50% allochtonen. Zodra er meer
dan 50% allochtonen op een school zitten, zijn er opeens meer laagopgeleiden dan
hoogopgeleiden.
Hoger opgeleiden zijn bang dat het maatschappelijk succes van hun kind bedreigd
wordt door de hoge concentratie allochtonen. Dit heeft niks te maken met kwaliteit,
maar met de sociale integratie van het kind die dan misschien minder zou zijn.

- Autochtonen hechten meer belang aan etnische samenstelling.
- Allochtonen hechten meer belang aan kwaliteit van de school en waren positiever
over zwarte scholen. Zij waren vaak wel lager opgeleid en waren minder actief in




https://docs.google.com/document/d/1d3Qptphn0ApReULMg_1T4HHtWeiuAV1U1ceG9vF53Qo/edit 2/3

,2-5-2019 Probleem 1 - Google Documenten




overweging. Allochtonen kiezen ook significant meer voor een gemengde school
(waarschijnlijkheidsoordeel).
- Over de afstand dachten ze hetzelfde, maar autochtonen gaan wel sneller verder
weg (luxe).

Verschil Karsten en Jongejan en Thijs → Ze doen meer onderzoek naar het idee dat de
kwaliteit van zwarte scholen lager is en of dat meespeelt in de beoordeling
- Kwaliteit van zwarte scholen is niet lager dan die van witte scholen. Het taalniveau
van allochtonen is vanaf de start lager, maar dit heeft geen effect op de kwaliteit van
de school.
- Ouders zijn niet bang voor slechte kwaliteit, maar voor mindere sociale integratie.

Schoolkeuze motieven volgens ouders (Smit)
❖ Afstand
❖ Kwaliteit
❖ Samenstelling
❖ Aanwezigheid naschoolse opvang
❖ In de buurt van familie
❖ Advies van vrienden
❖ Dezelfde basisschool als ouders
❖ Strenge regels
❖ Het is de enige bijzondere school
❖ Sfeer
❖ Keuze kind zelf




Bronnen:
Artikel Jongejan en Thijs
Artikel Karsten
Notulen




https://docs.google.com/document/d/1d3Qptphn0ApReULMg_1T4HHtWeiuAV1U1ceG9vF53Qo/edit 3/3

, 7-5-2019 Probleem 2 - Google Documenten




Probleem 2

Hoe heeft het kapitaal van een kind invloed op hun schoolprestaties en welbevinden?
Artikel Bassini
Welbevinden = Gezondheid met betrekking tot fysieke, cognitieve en gedragsdimensies.

Vijf dimensies die sociaal kapitaal bevorderen of juist niet.
1. Vormen van kapitaal:
a. Sociaal kapitaal (belangrijkste)
Bijvoorbeeld het hebben van een goede familieband.
b. Financieel kapitaal
Bijvoorbeeld het hebben van goede zorg.
c. Menselijk kapitaal
Bijvoorbeeld je opleiding en kwaliteiten.
d. Cultureel kapitaal
Bijvoorbeeld kennis, vaardigheden en ervaringen.
e. Fysiek kapitaal
Bijvoorbeeld materiële goederen.
2. Er is een positieve link tussen sociaal kapitaal en welbevinden.
- Lineair effect → als het sociaal kapitaal toeneemt neem thet welbevinden toe.
- Curvilineair effect → te zien bij migrantenjongeren, zij hebben minder sociaal
kapitaal en daardoor ook van al het andere kapitaal minder.
3. Mobilisatie van hulpbronnen tot sociaal kapitaal
Hulpbronnen zijn een potentiële vorm van sociaal kapitaal en die moeten geactiveerd
worden (mobilisatie).
a. Structurele sociale hulpbronnen
- Gezinsstructuur
b. Functionele sociale hulpbronnen
- Gedeelde waarden
- Omgang gezin
c. Menselijke hulpbronnen
- Ouder onderwijs (hulp bij huiswerk)
4. De formatie van sociaal kapitaal
a. Structurele sociale hulpbronnen
→ Resource depletion (Uitdunning van hulpbronnen) → Wanneer een gezin
uit veel kinderen bestaat moet de hulp van de ouders meer verdeeld worden.
→ Density hierarchy → Kinderen met beide biologische ouders hebben meer
hulpbronnen en die worden steeds minder naarmate het gezin minder
voordelig is, zoals bij gescheiden ouders.
b. Functionele sociale hulpbronnen
→ Structurele tekortkomingen kunnen leiden tot functionele tekortkomingen.
→ Waarden zijn een basis voor het functioneren, dus als die missen zorgt dat
voor tekortkomingen.
→ Closure: De graad waarin tekortkomingen de grenzen van een groep
beïnvloeden. Hoe hechter de groep is, hoe meer sluiting en hoe minder
invloed van tekortkomingen.




https://docs.google.com/document/d/10wjLwv2mWcKswdw4WarzX37FAQCCsg2ubyU0gHXkVfw/edit 1/6

Beoordelingen van geverifieerde kopers

Alle reviews worden weergegeven
4 jaar geleden

4,0

1 beoordelingen

5
0
4
1
3
0
2
0
1
0
Betrouwbare reviews op Stuvia

Alle beoordelingen zijn geschreven door echte Stuvia-gebruikers na geverifieerde aankopen.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
yerbacd Erasmus Universiteit Rotterdam
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
78
Lid sinds
5 jaar
Aantal volgers
61
Documenten
14
Laatst verkocht
1 jaar geleden

3,3

7 beoordelingen

5
1
4
2
3
3
2
0
1
1

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen