Hoofdstuk 12: De nier
Belangrijkste aspecten
Belangrijkste nierfuncties
stabilisatie osmolariteit v/h bloed
regelen ionenconcentraties
verwijderen metabole afvalproducten en lichaamsvreemde stoffen
homeostase v/h zuur-base evenwicht
gluconeogenese uit substanties niet afkomstig van koolhydraten
productie van EPO en actief vit D (calcitriol)
productie renine
belangrijke interactie met
o longen: pH regeling
o circulatiestelsel
Basisprincipes
glomerulaire filtratie
o vanuit het bloedvat nr het kapsel van Bowman
o bepaalde stoffen kunnen er niet uit, te grote moleculen
rode bloedcellen
eiwitten
o ionen, water, glucose …
o poriegrootte kan NIET verandert w
wel bij ontsteking
o filter
zeer intense filtratie
volledige filtratie duurt 20min
‘ruw’ proces
alles wat erdoor kan w gefiltreerd
tubulaire reabsorptie
o van verzamelbuizen nr PERItubulaire capillairen
in functie van behoefte
o essentiële stoffen die gefilterd waren heropnemen
o ‘fijner’ proces
enkel bruikbare producten terug opnemen
tubulaire secretie
o secretie van … nr afvoerbuizen
tubulusepitheel
in epitheel kunnen stoffen aangemaakt zijn die afgevoerd moeten w
PERItubulaire capillairen
o kan met stoffen die niet gefiltreerd kunnen w
op deze manier afvoeren
o selectiever dan filtratie en reabsorptie
o kan [ ] urine groter maken dan [ ] filtraat
1
,Urine
samenstelling in functie van passage door tubuli
geen belangrijke hoeveelheden nutriënten
wel grote hoeveelheden afvalstoffen
o bv. ureum
osmolariteit urine > plasma
o in normale omstandigheden
minimale bevloeiing noodzakelijk
o minimale urineproductie
o zelfs als je niet drinkt w er urine geproduceerd
reabsorptie is in functie van waterbeschikbaarheid
Functionele morfologie
Bouw nefron
tubulus gesloten aan 1 zijde
o gaat over in afvoergang aan andere zijde
verzamelbuizen monden uit in nierbekken
2 soorten nefronen
o corticale
glomeruli in buitencortex
kortere lussen van Henle
o juxta-medullaire
glomeruli dicht bij de medulla
langere lussen van Henle
Bouw glomerulus
glomerulaire capillairen
o hierdoor gebeurt de filtratie
arteriolen
o afferente arteriole vr bloedtoevoer
o efferente arteriole vr bloedafvoer
verbinding met peritubulaire capillairen
maken op hun beurt verbinding met de venulen
filtraat
o proteïne-vrije vloeistof
Tubulair systeem
éélagig epitheel met basale membraan
dubbelwandig kapsel van Bowman
o ruimte van Bowman ontvangt filtraat
tubulair systeem
o proximale tubulus
o lus van Henle
o distale tubulus
o verzamelbuizen
2
, juxtaglomerulair apparaat
o macula densa
deel distale tubulus
tss afferente en efferente arteriole
o juxtaglomerulaire cellen
naast macula densa gelegen
produceren renine
H2 O reabsorptie in proximale tubuli
o bijna alle reabsorptie gebeurt hier
o hormonen werken minder in op de proximale tubulus
finale urine-samenstelling bepaald door hormonale mechanismen t.h.v.
o distale tubuli
o verzamelbuizen
Urinewegen
bestaat uit
o 2 nierbekkens
o 2 ureters
o urineblaas
geen sfincter tss ureter en blaas
ureters dichtgedrukt door diagonale inplanting in blaaswand
o 1 urethra
epitheliale bekleding
o sterk gevouwen
o volumevergroting
epitheel ondoorlaatbaar vr H2 O en opgeloste stoffen
o urine samenstelling ligt vast
o bij paard kan mucine bijgevoegd w
Bloedvloei en druk in de renale bloedvaten
Bloedperfusie nier
bloedperfusie = bloedtoevoer v/d nier
o veel meer nodig dan enkel vr voeding en oxygenatie v/h weefsel
o door hoge bloedvloei kunnen minieme wijzigingen een grote impact hebben
filtratie op gang houden is noodzakelijk
o uitscheiding van afvalproducten
niet homogeen verdeeld
o 90% gaat nr de cortex
filtratie in glomeruli
o afname vanaf cortex nr nierbekken
o lage bloedvloei in medulla
noodzaak vr concentrerend vermogen v/d nier
mee veroorzaakt door hoge weerstand in de vasa recta
3
, Drukverval
HD in glomerulaire capillairen > ‘normale’ capillairen
druk in efferente arteriole > druk in ‘normale’ venule
o w dus beschouwd nog als arterie
gering drukverlies over lengte v/d glomerulaire capillairen
o zorgt vr gelijke filtratie over volledig lengte
gecombineerde weerstand tegen bloedvloei in afferente en efferente arteriolen is hoog
o zorgt dat HD in peritubulaire capillairen lager is dan in ‘normale’ capillairen
o gunstig vr reabsorptie
weergegeven in een grafiek
o stippellijn geeft drukverval weer bij constrictie v/d afferente arteriole
Functie v/d glomerulus
Filtratie doorheen
3 lagen
o endotheel v/d glomerulaire capillairen
zijn gefenestreerd
o basale membraan
o podocyten die binnenste epitheellaag vormen v/h kapsel van Bowman
verhinderen doorlekken van eiwit
zeef
o doorlaatbaar vr kleine moleculen en water
grotere doorlaatbaarheid dan ‘normale’ capillairen
o ondoorlaatbaar vr bv. RBC’s en eiwitten
ook ‘elektrisch bedongen’
kleine hoeveelheid albumine mee afgefilterd
w geresorbeerd
is een vrij klein eiwit
stelling ‘filtraat is volledig vrij van eiwit’ dus niet helemaal waar
zeer kleine hoeveelheid vrije hemoglobine afgefilterd
4
Belangrijkste aspecten
Belangrijkste nierfuncties
stabilisatie osmolariteit v/h bloed
regelen ionenconcentraties
verwijderen metabole afvalproducten en lichaamsvreemde stoffen
homeostase v/h zuur-base evenwicht
gluconeogenese uit substanties niet afkomstig van koolhydraten
productie van EPO en actief vit D (calcitriol)
productie renine
belangrijke interactie met
o longen: pH regeling
o circulatiestelsel
Basisprincipes
glomerulaire filtratie
o vanuit het bloedvat nr het kapsel van Bowman
o bepaalde stoffen kunnen er niet uit, te grote moleculen
rode bloedcellen
eiwitten
o ionen, water, glucose …
o poriegrootte kan NIET verandert w
wel bij ontsteking
o filter
zeer intense filtratie
volledige filtratie duurt 20min
‘ruw’ proces
alles wat erdoor kan w gefiltreerd
tubulaire reabsorptie
o van verzamelbuizen nr PERItubulaire capillairen
in functie van behoefte
o essentiële stoffen die gefilterd waren heropnemen
o ‘fijner’ proces
enkel bruikbare producten terug opnemen
tubulaire secretie
o secretie van … nr afvoerbuizen
tubulusepitheel
in epitheel kunnen stoffen aangemaakt zijn die afgevoerd moeten w
PERItubulaire capillairen
o kan met stoffen die niet gefiltreerd kunnen w
op deze manier afvoeren
o selectiever dan filtratie en reabsorptie
o kan [ ] urine groter maken dan [ ] filtraat
1
,Urine
samenstelling in functie van passage door tubuli
geen belangrijke hoeveelheden nutriënten
wel grote hoeveelheden afvalstoffen
o bv. ureum
osmolariteit urine > plasma
o in normale omstandigheden
minimale bevloeiing noodzakelijk
o minimale urineproductie
o zelfs als je niet drinkt w er urine geproduceerd
reabsorptie is in functie van waterbeschikbaarheid
Functionele morfologie
Bouw nefron
tubulus gesloten aan 1 zijde
o gaat over in afvoergang aan andere zijde
verzamelbuizen monden uit in nierbekken
2 soorten nefronen
o corticale
glomeruli in buitencortex
kortere lussen van Henle
o juxta-medullaire
glomeruli dicht bij de medulla
langere lussen van Henle
Bouw glomerulus
glomerulaire capillairen
o hierdoor gebeurt de filtratie
arteriolen
o afferente arteriole vr bloedtoevoer
o efferente arteriole vr bloedafvoer
verbinding met peritubulaire capillairen
maken op hun beurt verbinding met de venulen
filtraat
o proteïne-vrije vloeistof
Tubulair systeem
éélagig epitheel met basale membraan
dubbelwandig kapsel van Bowman
o ruimte van Bowman ontvangt filtraat
tubulair systeem
o proximale tubulus
o lus van Henle
o distale tubulus
o verzamelbuizen
2
, juxtaglomerulair apparaat
o macula densa
deel distale tubulus
tss afferente en efferente arteriole
o juxtaglomerulaire cellen
naast macula densa gelegen
produceren renine
H2 O reabsorptie in proximale tubuli
o bijna alle reabsorptie gebeurt hier
o hormonen werken minder in op de proximale tubulus
finale urine-samenstelling bepaald door hormonale mechanismen t.h.v.
o distale tubuli
o verzamelbuizen
Urinewegen
bestaat uit
o 2 nierbekkens
o 2 ureters
o urineblaas
geen sfincter tss ureter en blaas
ureters dichtgedrukt door diagonale inplanting in blaaswand
o 1 urethra
epitheliale bekleding
o sterk gevouwen
o volumevergroting
epitheel ondoorlaatbaar vr H2 O en opgeloste stoffen
o urine samenstelling ligt vast
o bij paard kan mucine bijgevoegd w
Bloedvloei en druk in de renale bloedvaten
Bloedperfusie nier
bloedperfusie = bloedtoevoer v/d nier
o veel meer nodig dan enkel vr voeding en oxygenatie v/h weefsel
o door hoge bloedvloei kunnen minieme wijzigingen een grote impact hebben
filtratie op gang houden is noodzakelijk
o uitscheiding van afvalproducten
niet homogeen verdeeld
o 90% gaat nr de cortex
filtratie in glomeruli
o afname vanaf cortex nr nierbekken
o lage bloedvloei in medulla
noodzaak vr concentrerend vermogen v/d nier
mee veroorzaakt door hoge weerstand in de vasa recta
3
, Drukverval
HD in glomerulaire capillairen > ‘normale’ capillairen
druk in efferente arteriole > druk in ‘normale’ venule
o w dus beschouwd nog als arterie
gering drukverlies over lengte v/d glomerulaire capillairen
o zorgt vr gelijke filtratie over volledig lengte
gecombineerde weerstand tegen bloedvloei in afferente en efferente arteriolen is hoog
o zorgt dat HD in peritubulaire capillairen lager is dan in ‘normale’ capillairen
o gunstig vr reabsorptie
weergegeven in een grafiek
o stippellijn geeft drukverval weer bij constrictie v/d afferente arteriole
Functie v/d glomerulus
Filtratie doorheen
3 lagen
o endotheel v/d glomerulaire capillairen
zijn gefenestreerd
o basale membraan
o podocyten die binnenste epitheellaag vormen v/h kapsel van Bowman
verhinderen doorlekken van eiwit
zeef
o doorlaatbaar vr kleine moleculen en water
grotere doorlaatbaarheid dan ‘normale’ capillairen
o ondoorlaatbaar vr bv. RBC’s en eiwitten
ook ‘elektrisch bedongen’
kleine hoeveelheid albumine mee afgefilterd
w geresorbeerd
is een vrij klein eiwit
stelling ‘filtraat is volledig vrij van eiwit’ dus niet helemaal waar
zeer kleine hoeveelheid vrije hemoglobine afgefilterd
4