Privaatrecht les 9
Surseance van betaling
Surseance van betaling is een tijdelijke regeling waarbij een onderneming of
persoon die betalingsproblemen heeft, uitstel van betaling krijgt. Het doel is om
de schuldenaar de kans te geven zijn financiën op orde te brengen en een
faillissement te voorkomen. Tijdens de surseance mag de schuldenaar geen
betalingen verrichten aan individuele schuldeisers zonder toestemming, en wordt
er een bewindvoerder aangesteld om toezicht te houden. Dit is geregeld in de
Faillissementswet (Fw).
Surseance van betaling is geregeld in art. 214 t/m 285 Faillissementswet
(Fw). Specifiek:
Art. 214 Fw: Het recht om surseance aan te vragen.
Art. 215 Fw: De voorwaarden voor het indienen van een verzoek tot
surseance.
Art. 223 Fw: Benoeming van een bewindvoerder.
Art. 224 Fw: De werking van surseance en bescherming tegen
schuldeisers.
Gevolgen van surseance van betaling
De schuldenaar kan niet tot betaling van de schulden (als bedoelt in art.
233 Fw) worden genoodzaakt en alle aangevangen executies die dienen
tot verhaal van die vordering worden geschorst (art. 230 Fw). Dit betekend
dus dat zo een schuldenaar even uitstel van betaling krijgt want er kan
geen aanspraak meer worden gemaakt op die vorderingen in die periode
dat er een surseance geld. En om welke vorderingen het kan gaat staat in
art. 233 Fw. In beginsel zijn dat niet de preferente vorderingen maar de wel
de concurrente vorderingen maar voor een paar concurrente vorderingen
is een uitzondering gemaakt. Dat zijn bijvoorbeeld vorderingen m.b.t.
alimentatie want die impact zou namelijk heel groot zijn op het moment
dat ok alimentatie niet betaald hoeft te worden. De alimentatiegerechtigde
zou dan in een problematische schuldensituatie kunnen komen. Dit geld
ook m.b.t. vordering met huurkoop. In art. 232 Fw zie je de schulden die
buiten de surseance van betaling vallen.
Executievorderingen vervallen als uitspraak in gezag van gewijsde is
gegaan waarbij surseance definitief is verleend of akkoord is verleend,
tenzij de bewindvoerder de rechtbank daarvoor om vroeg tijdstip heeft
verzocht art. 230 lid 2 Fw.
Aan wie kan een surseance van betaling worden verleend?
De wet zegt alleen aan wie surseance van betaling niet kan worden verleend.
Surseance van betaling kan niet worden verleend aan natuurlijke persoon
die geen zelfstandig beroep of bedrijf uitoefent, noch aan een bank (art.
Surseance van betaling
Surseance van betaling is een tijdelijke regeling waarbij een onderneming of
persoon die betalingsproblemen heeft, uitstel van betaling krijgt. Het doel is om
de schuldenaar de kans te geven zijn financiën op orde te brengen en een
faillissement te voorkomen. Tijdens de surseance mag de schuldenaar geen
betalingen verrichten aan individuele schuldeisers zonder toestemming, en wordt
er een bewindvoerder aangesteld om toezicht te houden. Dit is geregeld in de
Faillissementswet (Fw).
Surseance van betaling is geregeld in art. 214 t/m 285 Faillissementswet
(Fw). Specifiek:
Art. 214 Fw: Het recht om surseance aan te vragen.
Art. 215 Fw: De voorwaarden voor het indienen van een verzoek tot
surseance.
Art. 223 Fw: Benoeming van een bewindvoerder.
Art. 224 Fw: De werking van surseance en bescherming tegen
schuldeisers.
Gevolgen van surseance van betaling
De schuldenaar kan niet tot betaling van de schulden (als bedoelt in art.
233 Fw) worden genoodzaakt en alle aangevangen executies die dienen
tot verhaal van die vordering worden geschorst (art. 230 Fw). Dit betekend
dus dat zo een schuldenaar even uitstel van betaling krijgt want er kan
geen aanspraak meer worden gemaakt op die vorderingen in die periode
dat er een surseance geld. En om welke vorderingen het kan gaat staat in
art. 233 Fw. In beginsel zijn dat niet de preferente vorderingen maar de wel
de concurrente vorderingen maar voor een paar concurrente vorderingen
is een uitzondering gemaakt. Dat zijn bijvoorbeeld vorderingen m.b.t.
alimentatie want die impact zou namelijk heel groot zijn op het moment
dat ok alimentatie niet betaald hoeft te worden. De alimentatiegerechtigde
zou dan in een problematische schuldensituatie kunnen komen. Dit geld
ook m.b.t. vordering met huurkoop. In art. 232 Fw zie je de schulden die
buiten de surseance van betaling vallen.
Executievorderingen vervallen als uitspraak in gezag van gewijsde is
gegaan waarbij surseance definitief is verleend of akkoord is verleend,
tenzij de bewindvoerder de rechtbank daarvoor om vroeg tijdstip heeft
verzocht art. 230 lid 2 Fw.
Aan wie kan een surseance van betaling worden verleend?
De wet zegt alleen aan wie surseance van betaling niet kan worden verleend.
Surseance van betaling kan niet worden verleend aan natuurlijke persoon
die geen zelfstandig beroep of bedrijf uitoefent, noch aan een bank (art.
