Inhoud
Hoofdstuk 1: introductie en doel van de studie..........................................................................2
1. Introductie........................................................................................................................... 2
2. Doel van de studie.............................................................................................................. 2
Hoofdstuk 2: een evolutionair geïnspireerd geïntegreerd model: van empathie naar moreel
oordeel....................................................................................................................................... 3
1. Moreel oordeel.................................................................................................................... 3
2. Een evolutionair geïnspireerd perspectief...........................................................................4
3. Vier morele overtredingen................................................................................................... 4
4. Distale en proximale variabelen.......................................................................................... 5
4.1 Distale variabelen.......................................................................................................... 5
4.2 Proximale variabelen...................................................................................................... 8
5. Geïntegreerd model van morele antecedenten naar moreel oordeel................................10
Hoofdstuk 3: data en methodologie......................................................................................... 11
1. Geschreven scenario’s...................................................................................................... 11
2. Maatstaven voor sleutelconcepten....................................................................................13
2.1 Distale variabelen........................................................................................................ 13
2.2 Proximale variabelen.................................................................................................... 13
3. Analytische strategie......................................................................................................... 13
Hoofdstuk 4: resultaten............................................................................................................ 14
1. Opsomming van de bevindingen....................................................................................... 14
Hoofdstuk 5: discussie en verder onderzoek............................................................................15
1. Introductie......................................................................................................................... 15
2. Sterktes, grenzen en toekomstige richtingen....................................................................15
3. Conclusies......................................................................................................................... 15
,From empathy to Moral Judgement. A
test of Moral Foundations Theory.
Hoofdstuk 1: introductie en doel van de studie
1. Introductie
Hamvragen:
- Hoe ontwikkelen mensen het vermogen om te weten wat goed of fout is?
- Waarom bezitten mensen het vermogen voor emoties zoals sympathie, schuld, woede
en afkeer?
- Hoe en waarom conformeren mensen aan morele gedragsregels? En waarom verschilt
dit vermogen tussen individuen?
Variatie is de sleutel tot het begrijpen v/d krachten die ten grondslag liggen aan morele
systemen
Deze vragen vallen te beantwoorden door te kijken naar evolutie
Logica van evolutie:
- Meerdere genen (in wisselwerking met omgeving) hebben invloed op hoe een individu
zich gedraagt met als doel het maximaliseren v genen in volgende generaties
- Kenmerken in brein gevormd door selectiedruk
- Opbouw hersenen uit verschillende geëvolueerde domeinspecifieke aanpassingen die
overleving verbeterden => geëvolueerde psychologische mechanismen (EPM’s)
Morele capaciteiten: morele intuïties en morele emoties
- = producten v/h brein die voor evolutionaire voordelen hebben gezorgd => hogere
fitness
- Morele intuïties: instinct, buikgevoel
- Morele emoties: ontstaan wanneer men morele oordelen velt
- Morele emoties zorgde voor toegang tot hulpbronnen en reproductief succes
- zorgt voor herkenning v ‘morally wrong actions’ en de reactie hier op
Moral Foundations theory (MFT): Haidt
- een cross-cultureel psychologisch raamwerk voor het begrijpen van hoe verschillende
aangeboren en universele psychologische systemen de basis vormen van moreel
oordeel en besluitvorming
- fundamenten = gespecialiseerde mechanismen (modules) gevormd door evolutie
(seksuele en natuurlijke selectie)
- mechanismen passen psychologische, emotionele en gedragsstrategieën aan zodat
men beter kan omgaan met adaptieve problemen
bepaalde gebeurtenissen triggeren intuïtieve reacties en emoties => verschillende
verklaringsmodellen
- kin selection (Hamilton)
- principe van wederkerigheid (Trivers)
- indirecte wederkerigheid door reputatie (Alexander)
- sociale selectie via straf en executie (Boehm en Wrangham)
- commitment model (Frank, Nesse)
2. Doel van de studie
Belangrijkste OV: ‘wat zijn de relaties tussen empathie, morele intuïties, morele
emoties en moreel oordeel in de context van verschillende morele schendingen?’
, Testen via evolutionair geïnspireerd conceptueel model
- Bevat distale en proximale variabelen die ten grondslag liggen aan morele oordelen
voor verschillende morele schendingen
- Distale variabelen: ind kenmerken (gevormd door genetische aanleg, opvoeding
en ind ervaringen)
- Proximale variabelen: directe factoren die in werking treden wanneer men een
oordeel velt => hier = morele emoties
Distale ervaringen => proximale ervaringen => uitkomstvariabelen (invloed)
- Uitkomstvariabelen: onderscheid 4 soorten morele overtredingen
- Diefstal
- Belofte breken
- Straffen v free-rider
- Consensuele incest tussen volwassen broers en zussen
Morele overtredingen die niet gezien worden als ernstig of verdienend v straf
- Doel: drie soorten relaties beoordelen:
- De mate waarin empathische bezorgdheid en perspectief nemen gerelateerd zijn
aan morele intuïties
- De relatie tussen morele intuïties en verwachte morele emoties
- De mate waarin morele emoties relaties tussen empathie, morele intuïties en
moreel oordeel ‘mediates’
- Eerste onderzoek waar morele intuïties, morele emoties en moreel oordeel worden
gecombineerd in de context van morele overtredingen
Hoofdstuk 2: een evolutionair geïnspireerd
geïntegreerd model: van empathie naar moreel
oordeel
1. Moreel oordeel
Mens = geëvolueerde morele organismen
- Gebruiken v concepten goed en fout om gedrag te sturen
- Morele vermogens (morele emoties, veroordelen v individuen die normen overtreden)
zijn ontstaan en geëvolueerd in omgevingen v evolutionaire adaptatie
- Maar moraliteit is voor iedereen anders + wordt op verschillende manieren
gedefinieerd
- Alexander: samenlevingen met regels => het volgen v regels (duiden aan wat
goed of fout is)
- Let op!: alle samenlevingen definiëren wat goed of fout is, maar regels zijn niet
overal hetzelfde
- Sommige regels zijn universeel, anderen afhankelijk v cultuur
Evolutionair perspectief op classificatie v overtredingen: moral foundations approach van
Durrant
- Basisidee: min 5 soorten overtredingen die morele schendingen vertegenwoordigen
binnen morele domeinen (zie haidt)
- Koppelen overtredingen aan schending morele intuïties die binnen 5 domeinen
vallen
- Weerspiegelen de fundamentele motieven die inherent zijn aan de menselijke
natuur
- Onderzoek naar waarom bepaalde handeling w gezien als aanstootgevend => biol en
culturele evolutionaire processen beïnvloeden reacties op gedrag dat mogelijks fitness
in gevaar brengt
Hoofdstuk 1: introductie en doel van de studie..........................................................................2
1. Introductie........................................................................................................................... 2
2. Doel van de studie.............................................................................................................. 2
Hoofdstuk 2: een evolutionair geïnspireerd geïntegreerd model: van empathie naar moreel
oordeel....................................................................................................................................... 3
1. Moreel oordeel.................................................................................................................... 3
2. Een evolutionair geïnspireerd perspectief...........................................................................4
3. Vier morele overtredingen................................................................................................... 4
4. Distale en proximale variabelen.......................................................................................... 5
4.1 Distale variabelen.......................................................................................................... 5
4.2 Proximale variabelen...................................................................................................... 8
5. Geïntegreerd model van morele antecedenten naar moreel oordeel................................10
Hoofdstuk 3: data en methodologie......................................................................................... 11
1. Geschreven scenario’s...................................................................................................... 11
2. Maatstaven voor sleutelconcepten....................................................................................13
2.1 Distale variabelen........................................................................................................ 13
2.2 Proximale variabelen.................................................................................................... 13
3. Analytische strategie......................................................................................................... 13
Hoofdstuk 4: resultaten............................................................................................................ 14
1. Opsomming van de bevindingen....................................................................................... 14
Hoofdstuk 5: discussie en verder onderzoek............................................................................15
1. Introductie......................................................................................................................... 15
2. Sterktes, grenzen en toekomstige richtingen....................................................................15
3. Conclusies......................................................................................................................... 15
,From empathy to Moral Judgement. A
test of Moral Foundations Theory.
Hoofdstuk 1: introductie en doel van de studie
1. Introductie
Hamvragen:
- Hoe ontwikkelen mensen het vermogen om te weten wat goed of fout is?
- Waarom bezitten mensen het vermogen voor emoties zoals sympathie, schuld, woede
en afkeer?
- Hoe en waarom conformeren mensen aan morele gedragsregels? En waarom verschilt
dit vermogen tussen individuen?
Variatie is de sleutel tot het begrijpen v/d krachten die ten grondslag liggen aan morele
systemen
Deze vragen vallen te beantwoorden door te kijken naar evolutie
Logica van evolutie:
- Meerdere genen (in wisselwerking met omgeving) hebben invloed op hoe een individu
zich gedraagt met als doel het maximaliseren v genen in volgende generaties
- Kenmerken in brein gevormd door selectiedruk
- Opbouw hersenen uit verschillende geëvolueerde domeinspecifieke aanpassingen die
overleving verbeterden => geëvolueerde psychologische mechanismen (EPM’s)
Morele capaciteiten: morele intuïties en morele emoties
- = producten v/h brein die voor evolutionaire voordelen hebben gezorgd => hogere
fitness
- Morele intuïties: instinct, buikgevoel
- Morele emoties: ontstaan wanneer men morele oordelen velt
- Morele emoties zorgde voor toegang tot hulpbronnen en reproductief succes
- zorgt voor herkenning v ‘morally wrong actions’ en de reactie hier op
Moral Foundations theory (MFT): Haidt
- een cross-cultureel psychologisch raamwerk voor het begrijpen van hoe verschillende
aangeboren en universele psychologische systemen de basis vormen van moreel
oordeel en besluitvorming
- fundamenten = gespecialiseerde mechanismen (modules) gevormd door evolutie
(seksuele en natuurlijke selectie)
- mechanismen passen psychologische, emotionele en gedragsstrategieën aan zodat
men beter kan omgaan met adaptieve problemen
bepaalde gebeurtenissen triggeren intuïtieve reacties en emoties => verschillende
verklaringsmodellen
- kin selection (Hamilton)
- principe van wederkerigheid (Trivers)
- indirecte wederkerigheid door reputatie (Alexander)
- sociale selectie via straf en executie (Boehm en Wrangham)
- commitment model (Frank, Nesse)
2. Doel van de studie
Belangrijkste OV: ‘wat zijn de relaties tussen empathie, morele intuïties, morele
emoties en moreel oordeel in de context van verschillende morele schendingen?’
, Testen via evolutionair geïnspireerd conceptueel model
- Bevat distale en proximale variabelen die ten grondslag liggen aan morele oordelen
voor verschillende morele schendingen
- Distale variabelen: ind kenmerken (gevormd door genetische aanleg, opvoeding
en ind ervaringen)
- Proximale variabelen: directe factoren die in werking treden wanneer men een
oordeel velt => hier = morele emoties
Distale ervaringen => proximale ervaringen => uitkomstvariabelen (invloed)
- Uitkomstvariabelen: onderscheid 4 soorten morele overtredingen
- Diefstal
- Belofte breken
- Straffen v free-rider
- Consensuele incest tussen volwassen broers en zussen
Morele overtredingen die niet gezien worden als ernstig of verdienend v straf
- Doel: drie soorten relaties beoordelen:
- De mate waarin empathische bezorgdheid en perspectief nemen gerelateerd zijn
aan morele intuïties
- De relatie tussen morele intuïties en verwachte morele emoties
- De mate waarin morele emoties relaties tussen empathie, morele intuïties en
moreel oordeel ‘mediates’
- Eerste onderzoek waar morele intuïties, morele emoties en moreel oordeel worden
gecombineerd in de context van morele overtredingen
Hoofdstuk 2: een evolutionair geïnspireerd
geïntegreerd model: van empathie naar moreel
oordeel
1. Moreel oordeel
Mens = geëvolueerde morele organismen
- Gebruiken v concepten goed en fout om gedrag te sturen
- Morele vermogens (morele emoties, veroordelen v individuen die normen overtreden)
zijn ontstaan en geëvolueerd in omgevingen v evolutionaire adaptatie
- Maar moraliteit is voor iedereen anders + wordt op verschillende manieren
gedefinieerd
- Alexander: samenlevingen met regels => het volgen v regels (duiden aan wat
goed of fout is)
- Let op!: alle samenlevingen definiëren wat goed of fout is, maar regels zijn niet
overal hetzelfde
- Sommige regels zijn universeel, anderen afhankelijk v cultuur
Evolutionair perspectief op classificatie v overtredingen: moral foundations approach van
Durrant
- Basisidee: min 5 soorten overtredingen die morele schendingen vertegenwoordigen
binnen morele domeinen (zie haidt)
- Koppelen overtredingen aan schending morele intuïties die binnen 5 domeinen
vallen
- Weerspiegelen de fundamentele motieven die inherent zijn aan de menselijke
natuur
- Onderzoek naar waarom bepaalde handeling w gezien als aanstootgevend => biol en
culturele evolutionaire processen beïnvloeden reacties op gedrag dat mogelijks fitness
in gevaar brengt