H3: Variabelen
0b Prefix voor binair (subtype int)
0o Prefix voor octaal (subtype int)
0x Prefix voor hexadecimaal (subtype int)
“string” Nota;e string
[lijst] Nota;e lijst
(tuple) Nota;e tuple
Set(verzameling) of {set} Nota;e verzameling
{“woordenboek”:”defini;e”} Nota;e woordenboek
Int(getal) Conversie naar int
Float(getal) Conversie naar float
Complex(int, j) Conversie naar complex
List(x) Conversie naar list
Str(x) Conversie naar string
Eval Conversie string naar getalwaarde
Ord(‘X’) Conversie karakter naar ASCII code
Chr(65) Conversie van ASCII-code naar karakter
Bin(x) Conversie naar binaire voorstelling van
geheel getal
Oct(x) Conversie naar octale voorstelling van
geheel getal
Hex(x) Conversie van hexadecimale voorstelling
van geheel getal
End=” ” Zorgt ervoor dat de printcursor niet
verplaatst wordt naar de volgende rij
H4: Bewerkingen
// Gehele deling
% Rest van gehele deling
== Checken of gelijk aan
!= Verschillend
> Groter dan
< Kleiner dan
<= Kleiner dan of gelijk aan
Or Logische bewerking
And Logische bewerking
Not Logische bewerking
& Binaire bewerking: binaire en
I Binaire bewerking: binaire of
^ Binaire bewerking: exclusieve of
In & not in Kijken of deel uitmaakt van
, Sum(list) Som bij list
Min(list) Minimum bij lijst
Max(list) Maximum bij lijst
H5: toetsenbord en output venster
Print(waarde1, waarde2,…) Printen naar outputvenster
%[0][totaal aantal karakters][.aantal Mogelijkheid om te forma_eren, waarbij
decimalen]type alles tussen [] op;oneel is
ð Gevolgd door %variabele op einde Type kan varieëren tussen d(int), E(reeël
Vb: print(“%10.5f” %getal1) getal in wetenschappelijke nota;e), f(float),
s(string)
{nr:[0][totaal aantal karakters][.aantal Stringmethode format
decimalen]type}
ð Gevolgd door .format(waarde0, …)
Vb: print (“{0:010.5f}”.format(getal1)
varString = input(instruc;estring) Commando om input van user te krijgen
(erna vaak varInt = eval(varString) voor
getalwaarde)
H6: condi<onele programmeertechnieken
If condi;e1: If-construc;e
…
Elif condi;e2:
…
Else:
…
For … in ….: 3 mogelijkheden:
(1) Range(stopwaarde)
(2) Range(startwaarde, stopwaarde)
(3) Range(stardwaarde,stopwaarde,stapgroo_e)
Print() Print een enter
While condi;e: While-construc;e
….
Break Zorgt ervoor dat de lus waartoe de break behoort
wordt afgebroken
ConXnue Zorgt ervoor dat het resterende deel van een
itera;e niet meer wordt uitgevoerd en dat meteen
verder gegaan wordt met een volgende
lusdoorgang