40 meerkeuze vragen en 2 open vragen
Vraag 1 Wat houdt de frenologie in?
1. De theorie dat mentale functies exact gelokaliseerd zijn in specifieke hersengebieden.
2. De gedachte dat de hersenen verdeeld zijn in twee functionele hemisferen.
3. Het idee dat de hersenen volledig holistisch functioneren.
4. Een theorie over de invloed van neurotransmitters op gedrag.
Vraag 2 Wat is het belangrijkste verschil tussen Broca's afasie en Wernicke's afasie?
1. Broca's afasie betreft taalbegrip, terwijl Wernicke's afasie betrekking heeft op spraakproductie.
2. Broca's afasie is gelokaliseerd in de temporale kwab, terwijl Wernicke's afasie in de frontale kwab zit.
3. Broca's afasie betreft spraakproductie, terwijl Wernicke's afasie betrekking heeft op taalbegrip.
4. Broca's afasie is een gevolg van een letsel aan de rechterhemisfeer.
Vraag 3 Wat is het gevolg van schade aan de dorsale route?
1. Moeite met visuele herkenning.
2. Problemen met motorische coördinatie.
3. Moeite met het lokaliseren van objecten in de ruimte.
4. Problemen met auditieve verwerking.
Vraag 4 Welke neurotransmitter wordt geassocieerd met de ziekte van Parkinson?
1. Acetylcholine
2. Dopamine
3. Serotonine
4. Noradrenaline
Vraag 5 Wat meet een fMRI-scan voornamelijk?
1. Elektrische activiteit in de hersenen.
2. Hersenstructuur zoals laesies of tumoren.
3. Het zuurstofverbruik in hersengebieden.
4. De snelheid van signaaloverdracht tussen neuronen.
Vraag 6 Wat wordt gemeten met de Event-Related Potential techniek (ERP)?
1. Spatiële verdeling van hersenactiviteit.
2. Veranderingen in elektrische hersenactiviteit als reactie op een stimulus.
3. Magnetische velden die ontstaan door neuronale activiteit.
4. Dynamische bloedstroom in hersengebieden.
, Vraag 7 Welke hersenstructuur speelt een belangrijke rol bij emotionele reacties?
1. De hippocampus.
2. De amygdala.
3. De hypothalamus.
4. Het cerebellum.
Vraag 8 Wat is een kenmerk van lateralisatie in de hersenen?
1. Beide hemisferen zijn identiek in functie.
2. Elke functie is uitsluitend aan één hemisfeer toegewezen.
3. Sommige functies worden voornamelijk door één hemisfeer uitgevoerd.
4. Lateralisatie komt alleen voor bij mensen.
Vraag 9 Wat veroorzaakt het "rubberen hand-effect"?
1. Het verlies van sensorische receptoren in de hand.
2. De integratie van visuele en tactiele informatie.
3. Schade aan de somatosensorische cortex.
4. Disfunctie in de motorische cortex.
Vraag 10 Wat is het gevolg van schade aan het corpus callosum?
1. Verlies van controle over motorische functies.
2. Problemen met de communicatie tussen beide hersenhelften.
3. Volledige paralyse van de ledematen.
4. Verlies van geheugenfunctie.
Vraag 11 Welke techniek wordt gebruikt om individuele neuronen te registreren?
1. EEG.
2. MEG.
3. Single-cell recording.
4. CT-scan.
Vraag 12 Welke stoornis wordt geassocieerd met een tekort aan acetylcholine?
1. Depressie.
2. Alzheimer.
3. ADHD.
4. Parkinson.