Tentamen samenvatting
Inleiding veiligheidskunde
NHL Stenden Hogeschool
Integrale Veiligheidskunde 2024/2025 voltijd
Literatuur:
Security Risk Management Body of Knowledge
Basisboek integrale veiligheidskunde 3e editie
,De inhoudsopgave ziet er wat wonky uit, kon ik niet veranderen
Ps dit is een tentamensamenvatting alleen de belangrijkste dingen op basis van colleges en docent
aanwijzingen voor het echte tentamen staan erin. 20 paginas, leestijd 40 min. De belangrijkste
kernbegrippen staan er trouwens apart in per hoofdstuk.
,Hoofdstuk 1 – veiligheid in perspectief
Veiligheid: Effectief beschermd zijn tegen persoonlijk leed met uitzondering van
leed door ziektes waarvan geen directe uitwendige oorzaak bekend is.
Relevante ontwikkelingen: Vernetwerking samenleving (Essentie ervan is verder
reikende netwerken van afhankelijkheids-verhoudingen). Oorzaken van de
vernetwerking samenleving:
❖ Bereikbaarheid (mobiliteit)
❖ Verstedelijking (sociale controle)
❖ Migratie
❖ Economische ontwikkeling (Telecommunicatie en digitalisering)
Veiligheidsdenken
Doodsoorzaken:
❖ Inwendig: kanker, hart- en vaatziekten
❖ Uitwending: ongevallen en geweld
Een veiligheidskunde houdt zich voornamelijk bezig met de uitwendige
doodsoorzaak. Ook houdt hij zich wel weer bezig met de uitwendige oorzaak
van een inwendige oorzaak, mocht die er zijn. (is dus de uitwendige oorzaak
waarom iemand bijv. kanker heeft)
Kernbegrippen H1:
❖ Risicoregelreflex – de praktijk om na ieder probleem weer een
nieuwe regel of procedure te maken om daarmee risico’s uit te
bannen.
❖ Vernetwerking – de maatschappelijke ontwikkeling waardoor mensen
raken opgenomen in steeds dichtere en verderreikende netwerken
van afhankelijkheidsverhoudingen.
❖ Veiligheidszorg – alles wat mensen doen om hun lichamelijke
en geestelijke integriteit te beschermen.
Hoofdstuk 2 – begrippenkader Integrale Veiligheid
Risico (R) is de kans op een gebeurtenis die de veiligheid bedreigt (p) maal de
schadelijke effecten (E) die daarvan het gevolg zijn. (R=PxE)
Risicoperceptie: de voorstelling die iemand zich maakt van risico.
, Integrale veiligheid betekent dat je een bepaald veiligheidsprobleem in een
breder perspectief plaatst, langs vier verschillende lijnen:
❖ Tijd – nadenken over het voorkomen van incidenten en over herstel
achteraf: proactie, preventie, preparatie, repressie en nazorg.
(Oorzaak- gevolgketen)
❖ Ruimte – ruimer kijken dan de plaats delict; bij bijvoorbeeld
jeugdoverlast moet je niet alleen kijken naar de plek waar de
overlast
plaats vindt, maar ook naar bijvoorbeeld de school van de jongeren die
de overlast veroorzaken. (Nooit één plek)
❖ Sociale netwerken – een veiligheidsprobleem is niet het probleem van
een enkele persoon of een enkele organisatie. Veiligheidsproblemen
zijn problemen die zich breder uitstrekken en die dus ook moeten
worden aangepakt door samenwerkende personen en organisaties.
(Informatie- uitwisseling)
❖ Kennisgebied – een integrale benadering houdt in dat je een
veiligheidsprobleem bekijkt vanuit verschillende kennisgebieden of
disciplines: een multidisciplinaire aanpak. (Multidisciplinair; kennis vanaf
verschillende kennisgebieden (mensen met verschillende disciplines))
Objectieve veiligheid: de feitelijkheden, waarneembare verschijnselen.
(Makkelijk te meten) Hoe veilig een situatie is.
Subjectieve veiligheid: het gevoel of beleving van veiligheid. (Moeilijk te
meten) Hoe veilig mensen zich voelen.
Sociale veiligheid: verwijst naar de mate waarin mensen beschermd zijn en zich
beschermd voelen tegen persoonlijk leed door misdrijven, overtredingen en
overlast door anderen. (Veiligheid in samenleving met andere mensen)
Fysieke veiligheid: de mate waarin mensen beschermd zijn en zich beschermd
voelen tegen persoonlijk leed door ongevallen en tegen onheil van niet-
menselijke oorsprong. (Veiligheid in samenleving met objecten)
Leefbaarheid: de mate waarin de woonomgeving van mensen past bij hun
fysieke en psychische behoeften. De leefbaarheid verschilt per wijk, mens en
land.
Bedrijf en veiligheid: externe en interne veiligheid: vormen van fysieke
veiligheid.
Externe veiligheid: de veiligheid van personen die zich buiten het systeem van
het bedrijf waar het ongeval zich voordoet bevinden, dus bijvoorbeeld bij
Inleiding veiligheidskunde
NHL Stenden Hogeschool
Integrale Veiligheidskunde 2024/2025 voltijd
Literatuur:
Security Risk Management Body of Knowledge
Basisboek integrale veiligheidskunde 3e editie
,De inhoudsopgave ziet er wat wonky uit, kon ik niet veranderen
Ps dit is een tentamensamenvatting alleen de belangrijkste dingen op basis van colleges en docent
aanwijzingen voor het echte tentamen staan erin. 20 paginas, leestijd 40 min. De belangrijkste
kernbegrippen staan er trouwens apart in per hoofdstuk.
,Hoofdstuk 1 – veiligheid in perspectief
Veiligheid: Effectief beschermd zijn tegen persoonlijk leed met uitzondering van
leed door ziektes waarvan geen directe uitwendige oorzaak bekend is.
Relevante ontwikkelingen: Vernetwerking samenleving (Essentie ervan is verder
reikende netwerken van afhankelijkheids-verhoudingen). Oorzaken van de
vernetwerking samenleving:
❖ Bereikbaarheid (mobiliteit)
❖ Verstedelijking (sociale controle)
❖ Migratie
❖ Economische ontwikkeling (Telecommunicatie en digitalisering)
Veiligheidsdenken
Doodsoorzaken:
❖ Inwendig: kanker, hart- en vaatziekten
❖ Uitwending: ongevallen en geweld
Een veiligheidskunde houdt zich voornamelijk bezig met de uitwendige
doodsoorzaak. Ook houdt hij zich wel weer bezig met de uitwendige oorzaak
van een inwendige oorzaak, mocht die er zijn. (is dus de uitwendige oorzaak
waarom iemand bijv. kanker heeft)
Kernbegrippen H1:
❖ Risicoregelreflex – de praktijk om na ieder probleem weer een
nieuwe regel of procedure te maken om daarmee risico’s uit te
bannen.
❖ Vernetwerking – de maatschappelijke ontwikkeling waardoor mensen
raken opgenomen in steeds dichtere en verderreikende netwerken
van afhankelijkheidsverhoudingen.
❖ Veiligheidszorg – alles wat mensen doen om hun lichamelijke
en geestelijke integriteit te beschermen.
Hoofdstuk 2 – begrippenkader Integrale Veiligheid
Risico (R) is de kans op een gebeurtenis die de veiligheid bedreigt (p) maal de
schadelijke effecten (E) die daarvan het gevolg zijn. (R=PxE)
Risicoperceptie: de voorstelling die iemand zich maakt van risico.
, Integrale veiligheid betekent dat je een bepaald veiligheidsprobleem in een
breder perspectief plaatst, langs vier verschillende lijnen:
❖ Tijd – nadenken over het voorkomen van incidenten en over herstel
achteraf: proactie, preventie, preparatie, repressie en nazorg.
(Oorzaak- gevolgketen)
❖ Ruimte – ruimer kijken dan de plaats delict; bij bijvoorbeeld
jeugdoverlast moet je niet alleen kijken naar de plek waar de
overlast
plaats vindt, maar ook naar bijvoorbeeld de school van de jongeren die
de overlast veroorzaken. (Nooit één plek)
❖ Sociale netwerken – een veiligheidsprobleem is niet het probleem van
een enkele persoon of een enkele organisatie. Veiligheidsproblemen
zijn problemen die zich breder uitstrekken en die dus ook moeten
worden aangepakt door samenwerkende personen en organisaties.
(Informatie- uitwisseling)
❖ Kennisgebied – een integrale benadering houdt in dat je een
veiligheidsprobleem bekijkt vanuit verschillende kennisgebieden of
disciplines: een multidisciplinaire aanpak. (Multidisciplinair; kennis vanaf
verschillende kennisgebieden (mensen met verschillende disciplines))
Objectieve veiligheid: de feitelijkheden, waarneembare verschijnselen.
(Makkelijk te meten) Hoe veilig een situatie is.
Subjectieve veiligheid: het gevoel of beleving van veiligheid. (Moeilijk te
meten) Hoe veilig mensen zich voelen.
Sociale veiligheid: verwijst naar de mate waarin mensen beschermd zijn en zich
beschermd voelen tegen persoonlijk leed door misdrijven, overtredingen en
overlast door anderen. (Veiligheid in samenleving met andere mensen)
Fysieke veiligheid: de mate waarin mensen beschermd zijn en zich beschermd
voelen tegen persoonlijk leed door ongevallen en tegen onheil van niet-
menselijke oorsprong. (Veiligheid in samenleving met objecten)
Leefbaarheid: de mate waarin de woonomgeving van mensen past bij hun
fysieke en psychische behoeften. De leefbaarheid verschilt per wijk, mens en
land.
Bedrijf en veiligheid: externe en interne veiligheid: vormen van fysieke
veiligheid.
Externe veiligheid: de veiligheid van personen die zich buiten het systeem van
het bedrijf waar het ongeval zich voordoet bevinden, dus bijvoorbeeld bij
