Inhoudsopgave
Werkgroep 1 ........................................................................................................................2
Hoofdstuk 1 van De Boer en Evers: ....................................................................................2
Mortelmans (2013): ..........................................................................................................2
College 1 .............................................................................................................................4
Van Meijl, Koster, Noeije & Bolt, 2016: ...............................................................................4
Werkgroep 2 ........................................................................................................................5
Wijsbek (2013): ................................................................................................................5
Mortelmans (2013): ..........................................................................................................5
Werkgroep 3 ........................................................................................................................6
Britten (1995) ...................................................................................................................6
Werkgroep 4 ........................................................................................................................6
Gelijkstroom 1 Kwalitatieve analyse/college 2 .......................................................................7
Werkgroep 5 ........................................................................................................................8
Mortelmans 12.2.2: ..........................................................................................................8
Mortelmans 12.2.3: ..........................................................................................................8
Mortelmans 12.7.2: ..........................................................................................................8
, Werkgroep 1
Hoofdstuk 1 van De Boer en Evers:
Er is een zestal kenmerken voor kwalitatief onderzoek.
• Directe waarneming in de natuurlijke situatie.
• De onderzoeker is nadrukkelijk aanwezig bij de dataverzameling.
• De inductieve werkwijze heeft meestal het overwicht.
• Het perspectief van de respondenten staat centraal.
• Holistische of tekstuele benadering.
• Onderzoeksresultaten vaak in herhalende vorm.
Interviewen is een kunst en een kunde. Kunst verwijst naar de vaardigheid om een
vertrouwensrelatie op te bouwen, het juiste soort vragen te stellen en het gesprek op een open
manier te leiden. De 'kunde' van interviewen ligt in het kunnen leiden van een gesprek dat zowel
ruimte biedt voor de geïnterviewde, als het effectief verzamelen van gegevens voor het
onderzoeksdoel.
Interviewtechnieken als open vragen stellen, doorvragen, reflecteren van de antwoorden en de
geïnterviewde laten meedenken zijn van groot belang.
Diepte-interviews: focus ligt op het verkrijgen van uitgebreide en gedetailleerde antwoorden.
Groepsinterviews: meerdere deelnemers gaan met elkaar in gesprek onder begeleiding van de
interviewer.
Semi-gestructureerde interviews: een mix van vooraf bepaalde vragen en ruimte voor
spontane input.
Het boek bespreekt ook de voorbereiding die nodig is voor een kwalitatief interview: het
formuleren van duidelijke onderzoeksvragen, het kiezen van geschikte respondenten en het
ontwikkelen van een interviewprotocol. De relatie tussen de onderzoeker en de geïnterviewde
kan van invloed kan zijn op het verloop van het interview. Een open en niet-oordelende houding
is essentieel om betrouwbare en eerlijke antwoorden te verkrijgen. Ook ethiek is van belang.
De auteurs leggen uit dat het analyseren van kwalitatieve data vaak een iteratief proces is
waarbij men voortdurend teruggaat naar de gegevens om diepere inzichten te verkrijgen.
Kwalitatief onderzoek streeft niet per se naar generaliseerbaarheid, maar wel naar
betrouwbaarheid en validiteit binnen de specifieke context van het onderzoek. Tot slot biedt het
boek tips en waarschuwingen over valkuilen tijdens het interviewen en praktische aspecten als
het gebruik van opnameapparatuur etc.
Mortelmans (2013):
De structuur en vorm van het interview hangen af van het onderzoeksdoel. Het interview is een
interactief proces, waarbij de interviewer niet alleen informatie verzamelt, maar ook actief een
vertrouwensband opbouwt om tot genuanceerde antwoorden te komen.
Mortelmans geeft aan dat de geldigheid van resultaten niet zozeer wordt gegarandeerd door
standaardisatie, maar door transparant te maken hoe en waarom bepaalde gegevens zijn
verzameld en geïnterpreteerd.
De simplistisch inductivistische onderzoeksvraag is kenmerkend voor een vraag die losstaat
van voorgaand onderzoek of theoretisch werk. De vraag is erg open en vaag. Je kan dit oplossen
door de onderzoeksvraag te specificeren.