100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Strafrecht 2 HvA HBO-Rechten samenvatting

Beoordeling
-
Verkocht
2
Pagina's
43
Geüpload op
30-03-2020
Geschreven in
2019/2020

Strafrecht 2 leerjaar 2 HvA HBO-Rechten samenvatting. Alles wordt behandeld. Overzichtelijk. Extra aantekeningen van de les bij inbegrepen.











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Nee
Wat is er van het boek samengevat?
H5, h6, h8, h12, h13, h14, h15. alle voorgeschreven stof.
Geüpload op
30 maart 2020
Aantal pagina's
43
Geschreven in
2019/2020
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Stafrecht jaar 2

Week 1.
Hoofdstuk 5.

5.1 Inleiding

Strafbaar feit  Een menselijke gedraging die valt binnen de grenzen van de
wettelijke delictsomschrijving, die wederechtelijk is en verwijtbaar is.

Gedragingen kunnen desondanks strafbaar zijn zonder te voldoen aan deze
omschrijving. Nog voordat de delictsomschrijving is vervuld, kan strafbaarheid
bestaan.

Het is begrijpelijk dat gedragingen die er op gericht zijn een strafbaar feit te plegen,
maatschappelijk ongewenst zijn en daarom tegengegaan moeten worden. De
strafbaarstelling van een poging is geregeld in artikel 45 Sr. De poging kan in zijn
algemeenheid gezien worden als een uitbreiding van de strafbaarheid naar een
eerder stadium.

Onder omstandigheden kunnen handelingen strafbaar zijn die nog zelfs aan de
poging voorafgaan. Er bestaan gedragingen die nog niet een strafbare poging
opleveren, maar wel reeds duidelijk de intentie van de potentiële dader aan het licht
brengen. Men spreekt dan van strafbare voorbereiding  Art. 46 Sr.

5.2 Poging

5.2.1 Wettelijke omschrijving

Artikel 45 lid 1 Sr: ‘Poging tot misdrijf is strafbaar, wanneer het voornemen van de
dader zich door een begin van uitvoering heeft geopenbaard’.

Alleen een poging tot misdrijf is strafbaar. Een poging tot overtreding niet.
Het voornemen, de wil van de dader, moet dus blijken uit bepaalde handelingen.
Die handelingen moeten aan te merken zijn als een begin van uitvoering.

De dader die zijn poging vrijwillig opgeeft is niet strafbaar op grond van poging  Art.
46b Sr  vrijwillige terugtred.

Voorwaarden artikel 45 Sr:
- Misdrijf
- Voornemen van de dader (opzet) (willens en wetens de kans aanvaarden) 
Arrest ‘inrijden op agent’.
- Begin van de uitvoering  Een gedraging die naar uiterlijke
verschijningsvormen moet worden beschouwd als te zijn gericht op de
voltooiing van het voorgenomen delict.

,5.2.2 Verschillende theorieën over begin van uitvoering

In de strafwetenschap worden doorgaans twee theorieën onderscheiden met
betrekking tot het begin van uitvoering.
Subjectieve theorie  ligt de nadruk op de intentie van de dader. In een dergelijke
theorie is er al sprake van uitvoering indien er handelingen worden verricht waaruit
blijkt dat men naar voltooiing van het misdrijf streeft of uiting geeft aan de misdadige
wil.
Objectieve theorie  De gedraging moet daadwerkelijk een begin vormen van
voltooiing van het misdrijf.

5.2.3 Cito-criterium

Het geldende criterium voor begin van uitvoering heeft de Hoge Raad voor de eerste
keer geformuleerd in het Cito-arrest.

‘…. Deze gedragingen zijn aan te merken als een begin van uitvoering voor het
voorgenomen misdrijf, daar zij naar haar uiterlijke verschijningsvorm moeten worden
beschouwd als te zijn gericht op de voltooiing van het misdrijf’

De HR gaf in dit arrest een nieuw criterium om te kunnen bepalen wanneer sprake is
van begin van uitvoering. Er blijkt dat de gedragingen geïnterpreteerd moet worden
tegen de achtergrond van het voornemen.

5.2.4 Zichtbaarheid

Het criterium voor begin van uitvoering heeft een sterk visuele connotatie. Aangezien
de ‘uiterlijke verschijningsvorm’ van de gedragingen erin is opgenomen, kan men
geneigd zijn te denken dat voor poging doorslaggevend is wat een objectieve
buitenstaander die ter plekke aanwezig zou zijn geweest, zou concluderen uit de
zichtbare handelingen van de verdachte. Uit het arrest Videodozen blijkt echter dat
uiterlijke zichtbaarheid ter plekke niet vereist is.

Volgens het Cito-arrest moeten de vastgestelde gedragingen naar uiterlijke
verschijningsvorm kunnen worden beschouwd als te zijn gericht op voltooiing van het
voorgenomen misdrijf. Het woord ‘gedraging’ mag daarbij ruim worden opgevat
(Videodozen arrest). Het gaat niet alleen om de fysieke gedragingen van de dader,
maar ook om alle relevante feiten en omstandigheden waaronder die zijn verricht (of
die nu ter plekke zichtbaar was of pas achteraf zijn gebleken).

5.2.5 Ondeugdelijke poging

Er zijn gevallen waarin iemand streeft naar het plegen van een strafbaar feit, maar
dat doet op een zodanige wijze dat nooit een reëel gevaar voor het slagen van dat
misdrijf aanwezig was. We spreken dan van een absoluut ondeugdelijke poging.

De absolute ondeugdelijkheid van de poging kan niet alleen veroorzaakt worden door
het gebruikte middel maar ook door het object van de poging. Het gebruikte middel of
het object maakt het slagen van de poging in alle gevallen onmogelijk.

, Anders is dat bij de relatief ondeugdelijke poging: het middel of object is dan in
principe, onder normale omstandigheden, geschikt om te komen tot voltooiing maar
door min of meer toevallige omstandigheden blijft die voltooiing uit.

Een absolute ondeugdelijke poging is niet strafbaar.
Een relatief ondeugdelijke poging is wel strafbaar  strafbare poging.

5.2.6 Overige opmerkingen

Er bestaan misdrijven waarbij de poging niet strafbaar is gesteld. Bijvoorbeeld poging
tot eenvoudige mishandeling (art. 300 lid 5 Sr).
Ook culploze misdrijven (cupla = verwijtbare aanmerkelijke onvoorzichtigheid 
anders dan verwijtbaarheid). Bijvoorbeeld dood door schuld (art. 307 Sr).

5.3 Voorbereiding

Uit de omschrijving van de strafbare voorbereiding in artikel 46 lid 1 Sr blijkt dat pas
sprake is van strafbare voorbereiding indien de zaken die in het artikel worden
genoemd, bestemd zijn tot het begaan van het misdrijf.
Aan de intentie van de dader wordt een doorslaggevende betekenis gegeven, ook
als het gaat om het bezit van neutrale voorwerpen.

Om een voorbereiding te mogen aannemen, moet de dader niet alleen voorwerpen
voorhanden hebben die bestemd zijn om een misdrijf te begaan met een
strafbedreiging van acht jaar of meer. Hij moet die voorwerpen ook opzettelijk
voorhanden hebben met dat doel. Uit de jurisprudentie van de HR blijkt dat dit
impliceert dat de dader van plan is met de voorwerpen een concreet misdrijf te
begaan.


Er moet sprake zijn van
dubbel opzet:
- Opzet op de criminele
bestemming van het
gebezigde middel;

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
maxime21 Hogeschool van Amsterdam
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
349
Lid sinds
7 jaar
Aantal volgers
296
Documenten
21
Laatst verkocht
2 maanden geleden

4,0

105 beoordelingen

5
38
4
36
3
26
2
2
1
3

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen