100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Bestuursprocesrecht HBO-Rechten jaar 1

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
35
Geüpload op
03-12-2024
Geschreven in
2023/2024

Duidelijke en volledige samenvatting.












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Ja
Geüpload op
3 december 2024
Aantal pagina's
35
Geschreven in
2023/2024
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Bestuursprocesrecht
samenvatting
Hoofdstuk 1
1.1
Onder het bestuursprocesrecht wordt verstaan het geheel van procedureregels in verband
met de rechtsbescherming tegen besluiten van bestuursorganen. De regels voor het
bestuursprocesrecht staan in internationale recht, grondwet, bijzondere wetten, algemene
wet bestuursrecht, lagere regelgeving en ongeschreven recht en de jurisprudentie.

Een beschikking is een besluit dat niet in het algemeen geldt maar gericht is op een
individueel geval of individueel zaak (art 1:3 Awb). Het bestuursprocesrecht is onder andere
gericht op de rechtsbescherming van degene die beroep instelt. Het bestuursorgaan dat het
besluit heeft genomen kan zich tegen het beroep van de belanghebbende verweren voor de
bestuursrechter. Het is de taak van de bestuursrechter om een onafhankelijk oordeel te
geven over de rechtmatigheid van het besluit dat het bestuursorgaan na de heroverweging
heeft genomen. De rechter toetst dus of het in strijd is met het recht en over doelmatigheid
mag hij niet oordelen.

De bestuursrechter toetst de rechtmatigheid van een besluit ex tunc, dat wil zeggen op het
moment dat het werd genomen; het bestuursorgaan heroverweegt de rechtmatigheid en
doelmatigheid van het besluit in beginsel ex nunc, dat wil zeggen naar het huidige moment.

De bestuursrechter beslecht het hem voorgelegde geschil zoveel mogelijk definitief.
Uitgangspunt hierbij is rechtspraak in twee instanties. Dat wil zeggen dat een
belanghebbende in beroep een oordeel van de rechter kan vragen en daarna, in hoger
beroep, opnieuw een oordeel van een andere, hogere rechter. Er is geen verplichte
procesvertegenwoordiging.

Er geldt ook een verbod van reformatio in peius, in beginsel wordt voorkomen dat degene
die opkomt tegen een besluit niet nadeliger af zal zijn. Daarnaast is er nog een methode,
mediation, om partijen zelf een oplossing te laten zoeken over het geschil. Een mediator
begeleidt en stimuleert de partijen.

1.2
Voordat een belanghebbende beroep kan instellen bij een rechter moet een bestuursorgaan
het besluit in beginsel heroverwegen. De awb bevat hiervoor twee voorprocedures:
bezwaarprocedure en de procedure van administratief beroep. Bezwaar wordt ingediend bij
het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen, administratief beroep beoordeelt een
ander bestuursorgaan de zaak en neemt daarop besluit. Beide procedures bieden
rechtsbescherming aan belanghebbende, bevorderen dat standpunten duidelijk worden en
dat misverstanden worden opgehelderd. Door deze zogenoemde zeeffunctie kan een
onnodig beroep op de rechter worden voorkomen. In de bezwaarprocedure en de procedure
van administratief beroep toetst het bestuursorgaan het bestreden besluit in beginsel ex
nunc op grondslag van bezwaar of beroep, waarbij zowel rechtmatigheid als de
doelmatigheid van het primaire besluit wordt herbeoordeeld. Hierna kan vervolgens beroep

,worden ingesteld bij de bestuursrechter. Het bestuursorgaan en het administratief
beroepsorgaan kan het bezwaarschrift en beroepschrift niet-ontvankelijk, ongegrond of
gegrond verklaren.

1.3
Bestuursrechtspraak vindt meestal plaatst in twee instanties: beroep en hoger beroep. Art
8:6 Awb bepaalt dat tegen bestuursrechtelijke besluiten beroep kan worden ingesteld bij de
rechtbank, tenzij een van de andere bestuursrechters bevoegd is die zijn genoemd in
hoofdstuk 2 van de Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak. Tegen de uitspraak van de
rechtbank kan hoger beroep worden ingesteld, waarna een andere rechter zich over de zaak
buigt. De ABRvS is in art 8:105 Awb aangewezen als hoge beroepsrechter, behalve voor
besluiten waarvoor in hoofdstuk 4 van de Bevoegdheidsregeling bestuursprocesrecht de
CRvB, het CBB of het Gerechtshof als hoge beroepsrechter zijn aangewezen.

De bestuursrechter toetst de rechtmatigheid ex tunc, dus zonder rekening te houden met de
feiten en omstandigheden die na het nemen van het besluit zijn opgekomen. De
bestuursrechter leidt actief het rechtsproces. Hij beoordeelt eerst of hij relatief en absoluut
competent is. Dan gaat hij na of het beroep ontvankelijk is. Het griffierecht en het doorlopen
van verplichte voorprocedure zijn extra ontvankelijkheidseisen. Dan komt het oordeel. De
rechter kan besluit geheel of gedeeltelijk vernietigen of rechtsgevolgen geheel of gedeeltelijk
in stand laten. Hij kan ook zelf een nieuw besluit nemen. De bestuursrechter kan het
bestuursorgaan veroordelen tot betaling van griffierecht en proceskosten. Daarnaast kan de
bestuursrechter op verzoek van de indiener van het beroep het bestuursorgaan veroordelen
tot schadevergoeding. Dit kan in dezelfde procedure of andere. Het kan ook nog versneld of
vereenvoudigd.

Een voorlopige voorziening kan op verzoek van een partij. De voorzieningsrechter doet een
voorlopige uitspraak. Hij kan dit ook doen tijdens een voorprocedure. Hiermee wordt
voorkomen dat een besluit wordt uitgevoerd met onherroepelijke gevolgen en het nemen
van een besluit hiermee wordt afgedwongen.

1.4
Burgerlijke rechter functies (relatieve en absolute competentie van belang)
- Vangnetfunctie: de bestuursrechter geen of onvoldoende rechtsbescherming biedt,
omdat de awb of een bijzondere wet geen bestuursrechtelijke voorziening bevat.
- Een belanghebbende kan ervoor kiezen om van het openbaar bestuur
schadevergoeding te eisen op grond van onrechtmatige overheidsdaad.
- In een civielrechtelijk kort geding kan snel een oordeel vragen van burgerlijke rechter
als er geen procedure bij bestuursrechter loopt.
- Een taak bij geschillen over de uitvoering van een bestuurstaak.

Bestuursprocesrecht op Europees niveau: EHRM en HvJ EG. Wanneer besluiten en
bestuurshandelingen in strijd zijn met grondrechten in Europees verdrag tot bescherming
van de rechten van de mens. Wanneer mensen uitgeprocedeerd zijn in Nederland kunnen ze
het EHRM om een oordeel vragen.

,De Nederlandse rechter kan het hof om een prejudiciële beslissing over de uitleg van
gemeenschapsrecht. De Nederlandse rechter is hieraan gebonden.
De strafrechter speelt een rol bij de economische delicten.

, Hoofdstuk 2
2.1
Art 1:3 lid 1 Awb: voorwaarden besluit
1. Er is een beslissing
2. Genomen door een bestuursorgaan 1:1 Awb
3. Schriftelijk
4. Gericht op rechtsgevolg
5. Publiekelijke
Art 5:31 Awb stelt dat in een spoedeisend geval ook zonder voorafgaande last (schriftelijke
beslissing) en zelfs zonder besluit bestuursdwang (5:21 Awb) kan worden toegepast. Het
besluit moet wel zo spoedig mogelijk bekendgemaakt worden.

Dat een besluit een rechtsgevolg moet bevatten, is niet alle gevallen een vereiste. In art 1:3
lid 2 Awb staat de beschikking. Een besluit is dan gericht op een individueel geval. De
afwijzing van een aanvraag om een beschikking is ook een besluit ondanks er geen
rechtsgevolg is. Bij een schriftelijke weigering en fictieve weigering is er ook geen
rechtsgevolg en gaat het om een besluit  6:2 sub a en b Awb. Handelingen van een
bestuursorgaan waarbij een ambtenaar de belanghebbende is, wordt ook gelijkgesteld aan
een besluit 8:2 lid 1 onder a Awb. Alleen wanneer het gaat om een besluit kan om een
oordeel van de bestuursrechter gevraagd worden 8:1 Awb. 1:3 lid 3 Awb definitie
aanvraag: een verzoek van een belanghebbende een besluit te nemen. In art 1:2 Awb wordt
uitgelegd wie een belanghebbende is.

OPERA criterium voor belanghebbende:
- Objectief
- Persoonlijk
- Eigen belang
- Rechtstreeks belang
- Actueel belang

Een aanvraag tot het geven van een beschikking moet in beginsel schriftelijk worden
ingediend bij het bestuursorgaan dat bevoegd is op de aanvraag te beslissen 4:1 Awb. De
aanvraag moet voldoen aan de eisen in art 4:2 lid 1 Awb:
- Schriftelijk
- Bij bevoegd bestuursorgaan
- NAW-gegevens
- De dagtekening
- Aanduiding van beschikking die wordt gevraagd

Art 2:15 Awb biedt de mogelijkheid aan bestuursorgaan om een aanvraag langs de
elektronische weg te laten lopen, behalve als de wet dit niet toelaat (art 2:13 Awb). Dit moet
worden voorzien van een elektronische (digitale) handtekening art 2:16 Awb. Iedereen kan
zich door een gemachtigde laten vertegenwoordigen (2:1 lid 1 Awb). Een bestuursorgaan kan
een schriftelijke machtiging verlangen. Een bestuursorgaan kan niet alleen op verzoek maar
ook ambtshalve, op eigen initiatief, een beslissing nemen.
€7,16
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
marliesdepaauw

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
marliesdepaauw Hogeschool Windesheim
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
0
Lid sinds
2 jaar
Aantal volgers
0
Documenten
3
Laatst verkocht
-

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen