Geschiedenis
hoofdstuk 13, Rusland
Kiev Rus = de eerste Russische staat.
-> Rusland, Oekraïne en Wit-Rusland claimen dit als hun eerste staat.
Mongoolse gouden horde = mongolen heersen over Moskou en andere
delen (1237 – 1480) -> denk aan veel belasting innen.
Moskou = een grote handelsstad, grote rivieren kwamen daar samen.
Tsaar -> autocratie
|-> denk aan Ivan de verschrikkelijke (1547 – 1584)
1. Tsarisch Rusland
Moskou was vroeger een vorstendom met als vorst Iwan II. Rond 1500
veroverde hij zoveel stukken grond, dat het gebied 3x zo groot werd. ->
hierdoor werd zijn ego heel groot en ging hij zichzelf tsaar noemen (Iwan
de Grote).
De tsaren vonden dat ze hun macht van god hadden gekregen en dus
niemand schuldig waren. Het verzet tegen de tsaar en hun macht maakte
hun alleen strenger. Ze gebruikten niet alleen het leger en de politie, maar
ook de geheime dienst (ochrana). Verdachte mensen werden naar Siberië
verbannen.
Rond 1900 grote verschillen in de bevolking:
- minder rijke mensen, door klein aantal handel
- veel minder industriearbeiders, want industrie kwam pas eind 19e eeuw.
- de adel was eigenaar van meer dan de helft van het platteland
- overgrote deel waren arme boeren.
-> er ontstond een enorme kloof tussen arm en rijk. De rijke laag was ook
vooral aan het focussen op de westerse cultuur.
In de vroege middeleeuwen was Rusland bekeerd tot het christendom. Ze
werden al snel orthodox en Rusland stond ook bekend om het hoofd van
de Russische-orthodoxe kerk -> die was zelfstandig en zorgde voor een
nauwe samenwerking tussen kerk en staat.
Katholiek Orthodox
- mid/west Europa - Oost- Europa
- latijn - volkstaal
(Kerkslavisch)
-> klassieke oudheid
- renaissance
- reformatie
- verlichting
-> Catharina de Grote
(1762 – 1796) zij brengt
absolute verlichting.
, 19e eeuws debat
Slavofielen Westerlingen
- Rusland = uniek - Frankrijk, Engeland,
christelijk Duitsland, Italië, etc.
voorbeeld voor Europa zijn superieur en
-> napoleon verslagen moeten we imiteren.
2. Ondergang tsarendom
1900
West-Europa Rusland
- industrialisatie - agrarisch
- democratie - autocratie
- burgerij - adel
Revolutie 1905 -> aanleiding ervan was de Russische-Japanse oorlog.
- eindigt in vernedering Rusland -> gevolg hiervan was: - eten tekort
-
slechte economie
-> uitblijven politieke democratische hervormingen, ze zagen een kans om
een einde te maken aan het autoritaire bewind van Nicolaas II en hun
doelstellingen te verwezenlijken (realiteit maken).
dit leidt tot demonstranten in Sint Petersburg
- bloedige zondag (jan 1905) -> tsaar regeerde met geweld.
De tsaar zag dat zijn macht in gevaar kwam en gaf toe aan
Oktobermanifest. Hij beloofde grote hervormingen waaronder een
grondwet, algemeen kiesrecht en een Doema (parlement), hij kreeg
hierdoor de meeste oppositiepartijen aan zijn zijde. Hij trok echter alles
weer in en er kwam niks van.
De opstanden mengde zich met WOI.
Politieke partijen
1898:
- marxistische partij -> zocht aanhang bij fabrieksarbeiders.
- mensjewieken (bestond al) -> wilde samenwerken en situatie verbeteren.
- bolsjewieken -> kleine partij en wilde macht veroveren.
1901:
- socialistische revolutionairen -> ging vooral om de boeren.
hoofdstuk 13, Rusland
Kiev Rus = de eerste Russische staat.
-> Rusland, Oekraïne en Wit-Rusland claimen dit als hun eerste staat.
Mongoolse gouden horde = mongolen heersen over Moskou en andere
delen (1237 – 1480) -> denk aan veel belasting innen.
Moskou = een grote handelsstad, grote rivieren kwamen daar samen.
Tsaar -> autocratie
|-> denk aan Ivan de verschrikkelijke (1547 – 1584)
1. Tsarisch Rusland
Moskou was vroeger een vorstendom met als vorst Iwan II. Rond 1500
veroverde hij zoveel stukken grond, dat het gebied 3x zo groot werd. ->
hierdoor werd zijn ego heel groot en ging hij zichzelf tsaar noemen (Iwan
de Grote).
De tsaren vonden dat ze hun macht van god hadden gekregen en dus
niemand schuldig waren. Het verzet tegen de tsaar en hun macht maakte
hun alleen strenger. Ze gebruikten niet alleen het leger en de politie, maar
ook de geheime dienst (ochrana). Verdachte mensen werden naar Siberië
verbannen.
Rond 1900 grote verschillen in de bevolking:
- minder rijke mensen, door klein aantal handel
- veel minder industriearbeiders, want industrie kwam pas eind 19e eeuw.
- de adel was eigenaar van meer dan de helft van het platteland
- overgrote deel waren arme boeren.
-> er ontstond een enorme kloof tussen arm en rijk. De rijke laag was ook
vooral aan het focussen op de westerse cultuur.
In de vroege middeleeuwen was Rusland bekeerd tot het christendom. Ze
werden al snel orthodox en Rusland stond ook bekend om het hoofd van
de Russische-orthodoxe kerk -> die was zelfstandig en zorgde voor een
nauwe samenwerking tussen kerk en staat.
Katholiek Orthodox
- mid/west Europa - Oost- Europa
- latijn - volkstaal
(Kerkslavisch)
-> klassieke oudheid
- renaissance
- reformatie
- verlichting
-> Catharina de Grote
(1762 – 1796) zij brengt
absolute verlichting.
, 19e eeuws debat
Slavofielen Westerlingen
- Rusland = uniek - Frankrijk, Engeland,
christelijk Duitsland, Italië, etc.
voorbeeld voor Europa zijn superieur en
-> napoleon verslagen moeten we imiteren.
2. Ondergang tsarendom
1900
West-Europa Rusland
- industrialisatie - agrarisch
- democratie - autocratie
- burgerij - adel
Revolutie 1905 -> aanleiding ervan was de Russische-Japanse oorlog.
- eindigt in vernedering Rusland -> gevolg hiervan was: - eten tekort
-
slechte economie
-> uitblijven politieke democratische hervormingen, ze zagen een kans om
een einde te maken aan het autoritaire bewind van Nicolaas II en hun
doelstellingen te verwezenlijken (realiteit maken).
dit leidt tot demonstranten in Sint Petersburg
- bloedige zondag (jan 1905) -> tsaar regeerde met geweld.
De tsaar zag dat zijn macht in gevaar kwam en gaf toe aan
Oktobermanifest. Hij beloofde grote hervormingen waaronder een
grondwet, algemeen kiesrecht en een Doema (parlement), hij kreeg
hierdoor de meeste oppositiepartijen aan zijn zijde. Hij trok echter alles
weer in en er kwam niks van.
De opstanden mengde zich met WOI.
Politieke partijen
1898:
- marxistische partij -> zocht aanhang bij fabrieksarbeiders.
- mensjewieken (bestond al) -> wilde samenwerken en situatie verbeteren.
- bolsjewieken -> kleine partij en wilde macht veroveren.
1901:
- socialistische revolutionairen -> ging vooral om de boeren.
