Samenvatting bijeenkomst 12: Hoofdstuk 2 par. 2.8 (is al samengevat in bijeenkomst 8) en
hoofdstuk 5: par. 5.1, par. 5.2 t/m 5.2.3 en 5.2.5 en par. 5.3
Hoofdstuk 5 De bestuursrechtelijke normering van besluiten
5.1 Inleiding
Publiekrechtelijke normen bieden de bestuursrechter handvatten bij zijn oordeel over de
rechtmatigheid van de uitoefening van de bestuursbevoegdheid. De bestuursrechter, die
een besluit toetst op rechtmatigheid, volgt in beginsel een vast toetsstramien:
1. Eerst kijkt de bestuursrechter of er strijd is met een algemeen verbindend voorschrift
(avv). Hij controleert of het besluit steun vindt in het geschreven recht. De avv
waarop de bevoegdheid tot het nemen van een besluit steunt (de
bevoegdheidsnorm), geeft meestal algemene en meer specifieke regels betreffende
de totstandkoming en met name de (mogelijke) inhoud van het besluit. Ook geeft het
de voorwaarden waaronder het besluit mag worden genomen. Deze voorwaarden
zijn vaak vaag of laten beoordelingsvrijheid aan ’t bestuursorgaan Dit beïnvloedt
de wijze waarop de rechter kan toetsen.
In art. 28 Wet wapens en munitie vind je een voorbeeld.
Veel procedurevoorschriften betreffende de totstandkoming van besluiten vindt men in de
Awb. De bijzondere wet kan altijd aanvullende of afwijkende procedureregels bevatten.
o Besluiten mogen niet in strijd zijn met de wet
o Besluiten moeten in de regel steunen op de wet (beginsel van wetmatigheid van
bestuur)
Een aantal bepalingen uit H3 Awb vormt de neerslag van de abbb’s. Door codificatie van een
aantal van deze abbb’s houdt handelen in strijd met deze beginselen ook handelen in strijd
met de wet in.
- Gelijkheidsbeginsel art. 1 Gw Het vertrouwens- en rechtszekerheidsbeginsel zijn
niet gecodificeerd in de Awb, vanwege complexiteit.
- Evenredigheidsbeginsel art. 3:4 lid 2 Awb
Handelingen van het bestuur moeten ook verenigbaar zijn met relevant verdragenrecht, de
Grondwet en het recht van de EU.
Publiekrechtelijke normen waaraan een besluit moet voldoen:
Relevant verdragenrecht (vgl. art. 93 en 94 Gw)
Relevant recht van de EU
Relevante bepalingen in de Grondwet (vooral grondrechten)
De wet in formele zin (bijzondere wet én Awb)
Overige (relevante) algemeen verbindende voorschriften:
o Regels in amvb’s
o Regels in ministeriële verordeningen
o Regels in gemeentelijke, provinciale en overige verordeningen
o Algemene beginselen van behoorlijk bestuur, andere relevante
rechtsbeginselen voor zover niet gecodificeerd, alsmede overig ongeschreven
bestuursrecht.