100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Summary Accounting hoorcolleges deeltentamen 2

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
10
Geüpload op
19-03-2020
Geschreven in
2019/2020

Hoorcolleges uitgetypt voor het tweede deeltentamen van Accounting, RSM Erasmus Universiteit, Bedrijfskunde blok 2










Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
19 maart 2020
Aantal pagina's
10
Geschreven in
2019/2020
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Accouting deeltentamen 2
Hoorcollege’s

4 Assets

Property, plant and equipment: measurement
Insured value van een gebouw komt het dichtsbij de reële waarde van een gebouw.

Depreciation methods:
Straight line:
 Depreciation = (cost - residual value) x (1 / useful life)
Double declining balance:
 Depreciation = book value x (1 / useful life) x 2
Units of production:
 Depreciation = (cost - residual value) x (number of items produced / expected
total number
of items produced)

The essential question of an impairment test is: is the fair value of an asset at least its
book value?

Inventory: measurement
Types of inventory:
 Retail company: merchandise (i.e. finished goods)
 Manufacturing company: raw materials, work-in-progress, finished goods
Inventory is valued at the lower cost or net realizable value

Net realizable value: the estimated selling price in the ordinary course of business led
the estimated costs of completion and the estimated costs necessary to make the
sale.

When might NRV be lower than cost?
 An increase in cost to complete or selling costs
 A fall in selling price
 Physical deterioration of inventories
 Obsolescence of products
 A decision to manufacture and sell products at a loss
 Errors in production or purchasing

Obsolescence:
 Functional obsolescence: reduction of an object’s usefulness or desirability
because of an outdated design feature that cannot be easily changed
 Economic obsolescence: form of depreciation caused by factors that are not on
the property, in the property, or even within the property lines. It can be caused
by factors like the neighborhoods experiencing a rise in crime, or by economic
factors such as problems in the job market.
 Physical deterioration: loss in the physical efficiency of an asset as it ages.
Efficiency in this context refers to the asset’s ability to produce a quantity of
capital services for a given amount of inputs.

Cost formulas:
 Specific identification (not really a formula)
 FIFO
 Average cost

,  LIFO (not allowed in all countries, often only for tax purposes)

Effect of costing method:




Cost should include all:
 Costs of purchase (include excise duty, transport and handling) net of trade
discounts received
 Costs of manufacturing (including)
 Other costs incurred in bringing the inventories to their present location and
condition

Key take-aways:
 Property, plant and equipment are measured at cost less deprecation or lower
recoverable amount
 There are different deprecation methods, resulting in faster or slower
depreciation
 Useful life is an estimate that may need to be revised
 Inventory is measured at cost or lower net realizable value
 Cost allocation methods are needed if goods are fungible

5 Liabilities & Equity

Financial liabilities
Time value of money  heb je liever 1 euro vandaag, of 1 euro volgend jaar? Heb je
liever 1 euro vandaag of 100 euro volgend jaar? Of wil je 1 euro vandaag of 1,04 euro
volgend jaar? Deze 4 cent kun je dan zien als ‘rente’.
 Dit laat zien dat mensen willen wachten op geld, dat ‘tijd te koop’ is.

3 factoren time value of money:
1 Expected inflation  geldontwaarding, de waarde van geld verandert over tijd.
Mensen willen echter liever hun koopkracht betalen.

2 Postponed consumption  uitstellen van een consumptie

3 Risk
 1 euro vandaag krijgen OF 80% van 1,25 euro maar 20% kans op 0 euro

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
karlijnbreedveld Erasmus Universiteit Rotterdam
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
55
Lid sinds
8 jaar
Aantal volgers
43
Documenten
3
Laatst verkocht
10 maanden geleden

3,5

14 beoordelingen

5
4
4
4
3
3
2
1
1
2

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen