Lecture 1 - What is Interaction Design?
Productontwerp is niet hetzelfde als interactieontwerp!
Productontwerp: Vorm/materiaal/ergonomie/esthetiek
Interactieontwerp: Vorm/materiaal/ergonomie/esthetiek/output systeem/input
gebruiker
Interaction design=
• Het ontwerpen van interactieve producten ter ondersteuning van de manier waarop
mensen communiceren en interacteren in hun dagelijkse en werkende leven.” -> niet
alleen gericht op interactie tussen mensen
• Is het ontwerpen van interactieve producten en diensten waarbij de focus van een
ontwerper ligt naast het item dat in ontwikkeling is, omvat het ook de manier waarop
gebruikers ermee omgaan.
Twee types van interaction
• Ontwerpen van de interactie tussen gebruiker en product
• Ontwerpen van de interactie en communicatie tussen mensen
Goed interaction design zorgt ervoor dat een product/service:
- Verbetert hoe mensen werken, communiceren en interacteren usefulness
- Mensen ondersteunt in hun dagelijkse activiteiten en het behalen van hun
doelen effectiveness
- Makkelijk te gebruiken is usability
- Aangenaam is om te gebruiken user experience
Interactieontwerp vereist multidisciplinariteit
• Hardware
• Software
• Design
• Business (manufacturing, strategy, marketing etc.)
• Users (behavior, cognition, emotions, communication etc.)
, Lecture 2 - What is New Media Design?
Wat is een medium? Specifiek voor het domein Communicatie: verkooppunten en
hulpmiddelen die worden gebruikt om informatie of gegevens op te slaan en te
leveren.
• Het kanaal kan ook gezien worden als medium (je telefoon bijvoorbeeld)
• Bij massamedia is er geen mogelijkheid tot feedback
• Computerondersteunde communicatie (gebruik van een digitaal medium tussen
twee
mensen)
Dode media= media die verouderd zijn of vergeten zijn (videobanden of Victoriaanse
fenakistoscopen)
Oude media= Vormen van analoge, in plaats van digitale, media die nog steeds in
gebruik zijn (televisie, radio, kranten)
Nieuwe media = vormen van media die eigen zijn aan computers, computationeel
zijn en afhankelijk zijn van computers voor herdistributie, digitaal zijn en een hoog
niveau van interactie hebben (smartphones, games, robots enz.)
Remediation= de integratie van kenmerken van een oud medium in een nieuw
medium, de inhoud van media blijft hetzelfde (nieuwswebsites in plaats van een
krant)
Opkomende media= communicatieformaten of -kanalen die bekend worden als
onderdeel van een lange evolutie van onze communicatiearchitectuur
, Lecture 3 - Usability Goals
Usability goals:
Effectiveness:
Hoe goed kan een product doen wat het moet doen?
Hoe meten? Task complete rate = aantal voltooide taken succesvol/totaal
aantal uitgevoerde taken en het aantal fouten
Efficient:
Hoe kunnen de gebruikers productief blijven en veel werk gedaan krijgen?
Weinig mogelijke stappen om de taak te voltooien
Safety:
Ongewenste acties vermijden (terreur voorkomen)
Herstelopties van de provider na fouten
Hoe de inventaris van mogelijke fouten te meten
Utility:
Biedt het product de juiste soort functionaliteit zodat de gebruikers dat kunnen
doen wat ze willen doen.
Learnability:
Hoe gemakkelijk is het om een systeem te leren gebruiken (niet te veel
moeite)
Hoe u de tijd kunt meten die nodig is om de taak te leren en de hoeveelheid
ervan fouten
Memorability:
Hoe gemakkelijk het is om te onthouden hoe je een product moet gebruiken
als je het eenmaal hebt geleerd
Lecture 4 - Interaction Types
, User interface (UI): de interface (intermediair) waar de interacties tussen de
computer en mens plaatsvinden
Input: controle elementen voor het uitvoeren van acties
Output: informatie vanuit het systeem
Interactietypes:
Instructing
Opdrachten geven en opties selecteren (=het geven van een opdracht aan de
computer, er komt niks terug)
printen of opslaan van een bestand, bericht sturen, video afspelen
Conversing weinig voorkomend
Interactie met een systeem alsof je een gesprek voert (=je geeft de computer
een opdracht en krijgt iets terug)
telefoon menu systeem, siri/google home
Manipulating
Objecten in een virtuele of fysieke ruimte verplaatsen
muis, aanraken, gebaren, VR bril
Exploring
Bewegen door een virtuele of fysieke ruimte
Responding
Door de computer geïnitieerde interacties waarop gebruikers kunnen reageren
(geeft het systeem op het moment dat hij denkt dat dit interessant is)
slimme thermostaat, findmyiphone
Waves (history) of HCI
1ste wave:
1960’s: instructing
- Context: mainframe computers bedienend door meerdere gebruikers
- Hci doel: optimaliseren van de aansluiting tussen computer en gebruiker om
bediening mogelijk te maken
- Onderzoek: informatica
Voorbeelden
Ponskaart computers
Input: gebruikers ponsen gaatjes in kaarten. Deze werden vervolgens
ingevoerd in de computer
Output: ponskaarten (of geprinte rapporten)
command-line interfaces
Input: tekst commando’s via het toetsenbord
Output: tekst op het scherm in unicolour
2de wave:
1980’s – 1990’s: instructing/manipulatie/exploring
Productontwerp is niet hetzelfde als interactieontwerp!
Productontwerp: Vorm/materiaal/ergonomie/esthetiek
Interactieontwerp: Vorm/materiaal/ergonomie/esthetiek/output systeem/input
gebruiker
Interaction design=
• Het ontwerpen van interactieve producten ter ondersteuning van de manier waarop
mensen communiceren en interacteren in hun dagelijkse en werkende leven.” -> niet
alleen gericht op interactie tussen mensen
• Is het ontwerpen van interactieve producten en diensten waarbij de focus van een
ontwerper ligt naast het item dat in ontwikkeling is, omvat het ook de manier waarop
gebruikers ermee omgaan.
Twee types van interaction
• Ontwerpen van de interactie tussen gebruiker en product
• Ontwerpen van de interactie en communicatie tussen mensen
Goed interaction design zorgt ervoor dat een product/service:
- Verbetert hoe mensen werken, communiceren en interacteren usefulness
- Mensen ondersteunt in hun dagelijkse activiteiten en het behalen van hun
doelen effectiveness
- Makkelijk te gebruiken is usability
- Aangenaam is om te gebruiken user experience
Interactieontwerp vereist multidisciplinariteit
• Hardware
• Software
• Design
• Business (manufacturing, strategy, marketing etc.)
• Users (behavior, cognition, emotions, communication etc.)
, Lecture 2 - What is New Media Design?
Wat is een medium? Specifiek voor het domein Communicatie: verkooppunten en
hulpmiddelen die worden gebruikt om informatie of gegevens op te slaan en te
leveren.
• Het kanaal kan ook gezien worden als medium (je telefoon bijvoorbeeld)
• Bij massamedia is er geen mogelijkheid tot feedback
• Computerondersteunde communicatie (gebruik van een digitaal medium tussen
twee
mensen)
Dode media= media die verouderd zijn of vergeten zijn (videobanden of Victoriaanse
fenakistoscopen)
Oude media= Vormen van analoge, in plaats van digitale, media die nog steeds in
gebruik zijn (televisie, radio, kranten)
Nieuwe media = vormen van media die eigen zijn aan computers, computationeel
zijn en afhankelijk zijn van computers voor herdistributie, digitaal zijn en een hoog
niveau van interactie hebben (smartphones, games, robots enz.)
Remediation= de integratie van kenmerken van een oud medium in een nieuw
medium, de inhoud van media blijft hetzelfde (nieuwswebsites in plaats van een
krant)
Opkomende media= communicatieformaten of -kanalen die bekend worden als
onderdeel van een lange evolutie van onze communicatiearchitectuur
, Lecture 3 - Usability Goals
Usability goals:
Effectiveness:
Hoe goed kan een product doen wat het moet doen?
Hoe meten? Task complete rate = aantal voltooide taken succesvol/totaal
aantal uitgevoerde taken en het aantal fouten
Efficient:
Hoe kunnen de gebruikers productief blijven en veel werk gedaan krijgen?
Weinig mogelijke stappen om de taak te voltooien
Safety:
Ongewenste acties vermijden (terreur voorkomen)
Herstelopties van de provider na fouten
Hoe de inventaris van mogelijke fouten te meten
Utility:
Biedt het product de juiste soort functionaliteit zodat de gebruikers dat kunnen
doen wat ze willen doen.
Learnability:
Hoe gemakkelijk is het om een systeem te leren gebruiken (niet te veel
moeite)
Hoe u de tijd kunt meten die nodig is om de taak te leren en de hoeveelheid
ervan fouten
Memorability:
Hoe gemakkelijk het is om te onthouden hoe je een product moet gebruiken
als je het eenmaal hebt geleerd
Lecture 4 - Interaction Types
, User interface (UI): de interface (intermediair) waar de interacties tussen de
computer en mens plaatsvinden
Input: controle elementen voor het uitvoeren van acties
Output: informatie vanuit het systeem
Interactietypes:
Instructing
Opdrachten geven en opties selecteren (=het geven van een opdracht aan de
computer, er komt niks terug)
printen of opslaan van een bestand, bericht sturen, video afspelen
Conversing weinig voorkomend
Interactie met een systeem alsof je een gesprek voert (=je geeft de computer
een opdracht en krijgt iets terug)
telefoon menu systeem, siri/google home
Manipulating
Objecten in een virtuele of fysieke ruimte verplaatsen
muis, aanraken, gebaren, VR bril
Exploring
Bewegen door een virtuele of fysieke ruimte
Responding
Door de computer geïnitieerde interacties waarop gebruikers kunnen reageren
(geeft het systeem op het moment dat hij denkt dat dit interessant is)
slimme thermostaat, findmyiphone
Waves (history) of HCI
1ste wave:
1960’s: instructing
- Context: mainframe computers bedienend door meerdere gebruikers
- Hci doel: optimaliseren van de aansluiting tussen computer en gebruiker om
bediening mogelijk te maken
- Onderzoek: informatica
Voorbeelden
Ponskaart computers
Input: gebruikers ponsen gaatjes in kaarten. Deze werden vervolgens
ingevoerd in de computer
Output: ponskaarten (of geprinte rapporten)
command-line interfaces
Input: tekst commando’s via het toetsenbord
Output: tekst op het scherm in unicolour
2de wave:
1980’s – 1990’s: instructing/manipulatie/exploring
