Geest lezen
11-03-2020 werkgroep 7
Voorbespreking
Empathie → het je kunnen inleven in anderen.
Je hebt twee verschillende taken of experimenten die je kan uitvoeren:
vals geloof taak (false belief task)
valse fotograaf taak (false photograph task)
Zelfstudie
1. Wat is de theory of mind?
2. Wat is de ontwikkeling van de theory of mind?
3. Waarom kunnen kinderen met autisme de vals geloof taak minder goed uitvoeren?
4. Wat zijn de voorlopers op de theory of mind?
5. Hoe kan je deze voorlopers bestuderen?
6. Wat zijn domain general en wat zijn domain general en domain specific explanations?
Nabespreking
Wat is de theory of mind?
Theorie van de geest (theory of mind): begrijpen van andere mensen, al mensen die
verlangen, geloofsovertuigingen en hun eigen interpretaties van de wereld hebben en dat
deze kunnen verschillen van die van ons
het begrijpen van dit help ons met het logisch maken van wat anderen zeggen en hoe
anderen zich gedragen
persoon zijn of haar set van geloven over de wereld kan gerefereerd worden als hun
mentale representatie van de wereld
o verschillende mensen representeren dit op verschillende manieren
o vb er is chocola in de keuken, en als ik geloof dat het in de keuken is en mijn
vrienden geloven dat het in de slaapkamer is, klopt hun geloof niet
vrienden hebben een vals geloof (false belief) over de wereld
Vals geloof taak (false belief task) → test van het begrijpen van mentale representatie
1. kinderen horen een verhaal over een jongen die chocola in een blauwe beker doet
2. terwijl dat de jongen uit de kamer was, deed de moeder het in een groene beker
3. kinderen werden gevraagd om te voorspellen waar de jongen voor de chocola zou
zoeken, wanneer hij weer terug in de kamer komt
Kinderen van 4 jaar → zeggen dat de jongen in de groene beker zou gaan kijken, dus deze
kinderen op deze leeftijd kunnen niet begrijpen dat:
het geloof van de jongen anders is dan hoe de wereld werkelijk is
de jongen niet zal handelen op basis van zijn geloven en niet op de werkelijke staat
van de wereld
o resultaten kunnen biased zijn door de lengte van het verhaal en door alle
informatie die de kinderen moeten onthouden
, Sally-Anne taak → simpelere versie van de valse geloof taak, waarin kinderen poppen te
zien krijgen, genaamd Sally en Anne. Sally doet een knikker in haar mandje en gaat weg.
Terwijl dat ze niet aanwezig is, pakt Anne de knikker en doet dit in een doos. Dan komt Sally
terug en er wordt aan de kinderen gevraagd waar ze gaat kijken voor haar knikker:
3 jaar oud – zeggen dat ze in de doos gaat kijken
o ze zijn dus niet in staat om te begrijpen hoe Sally zich zal gaan gedragen
4 jaar oud – zeggen dat ze in het mandje gaat kijken
o dus met meer bekende objecten en een korter verhaal, slagen ze wel
Smarties taak → kinderen krijgen een gesloten doos met smarties te zien en er wordt aan ze
gevraagd om te zeggen wat er in de doos dit. In de doos zitten werkelijk potloden. Kinderen
worden dan gevraagd om te voorspellen wat een andere kind zou zeggen, van wat er in de
doos zit. Het correctie antwoord is ‘snoepjes’:
jonger dan 4 jaar oud – zeggen dat er potloden in zitten in plaats van snoepjes
er is dus gebrek aan inzicht in de eigen geest
o ze erkennen niet dat voordat ze wisten wat erin zat, dat ze dachten dat er
snoepjes in de doos zaten
Kinderen vanaf 4 jaar slagen meestal voor vals geloof, terwijl kinderen voor deze leeftijd niet
succesvol waren voor deze testen voor vals geloof die hiervoor genoemd zijn:
vanaf 4 jaar – kinderen begrijpen vals geloof en dat andere mensen hun gedrag
gebaseerd kan zijn op incorrecte aannames over de wereld
o kinderen kunnen gedrag van mensen om hen heen accuraat interpreteren
o factoren die van invloed zijn als kinderen slagen voor de vals geloof taken:
taal vermogen → ontwikkeling van de theorie van geest is gerelateerd
aan taalontwikkeling
broers en zussen → tussen 2 en 4 jaar, kind-kind interactie verbetert
kinderen praten meer over geloven met hun broers en zussen
en vrienden dan met hun ouders
familiegrootte → kinderen die interactie hebben met oudere kinderen
en volwassenen hebben een beter kans op het ontwikkelen van de
theorie van de geest op een jongere leeftijd
voor 4 jaar – kinderen kunnen wel wat begrip hebben voor geloven, maar zijn niet
bewust van hun eigen begrip
Na het begrijpen van dat gedrag gebaseerd is op de representaties van de wereld, realiseren
kinderen zich dat emotionele reacties ook gebaseerd zijn op een persoon zijn perceptie:
demonstatie → een karakter genaamd Elie vindt het alleen lekker om cola te drinken,
een cola werd naar haar overhandigd, maar er zat geen cola in maar melk
o kinderen werden gevraagd hoe ze zich zou voelen wanneer ze het blikje cola
zou krijgen en voordat ze het drinkt
4 jaar oud – kinderen zeggen dat ze verdrietig is
5 jaar oud – kinderen zeggen dat ze blij is
zij begrepen dat Elie haar incorrecte interpretatie van de wereld
haar blij zou maken, als ze het blikje cola zou zien
11-03-2020 werkgroep 7
Voorbespreking
Empathie → het je kunnen inleven in anderen.
Je hebt twee verschillende taken of experimenten die je kan uitvoeren:
vals geloof taak (false belief task)
valse fotograaf taak (false photograph task)
Zelfstudie
1. Wat is de theory of mind?
2. Wat is de ontwikkeling van de theory of mind?
3. Waarom kunnen kinderen met autisme de vals geloof taak minder goed uitvoeren?
4. Wat zijn de voorlopers op de theory of mind?
5. Hoe kan je deze voorlopers bestuderen?
6. Wat zijn domain general en wat zijn domain general en domain specific explanations?
Nabespreking
Wat is de theory of mind?
Theorie van de geest (theory of mind): begrijpen van andere mensen, al mensen die
verlangen, geloofsovertuigingen en hun eigen interpretaties van de wereld hebben en dat
deze kunnen verschillen van die van ons
het begrijpen van dit help ons met het logisch maken van wat anderen zeggen en hoe
anderen zich gedragen
persoon zijn of haar set van geloven over de wereld kan gerefereerd worden als hun
mentale representatie van de wereld
o verschillende mensen representeren dit op verschillende manieren
o vb er is chocola in de keuken, en als ik geloof dat het in de keuken is en mijn
vrienden geloven dat het in de slaapkamer is, klopt hun geloof niet
vrienden hebben een vals geloof (false belief) over de wereld
Vals geloof taak (false belief task) → test van het begrijpen van mentale representatie
1. kinderen horen een verhaal over een jongen die chocola in een blauwe beker doet
2. terwijl dat de jongen uit de kamer was, deed de moeder het in een groene beker
3. kinderen werden gevraagd om te voorspellen waar de jongen voor de chocola zou
zoeken, wanneer hij weer terug in de kamer komt
Kinderen van 4 jaar → zeggen dat de jongen in de groene beker zou gaan kijken, dus deze
kinderen op deze leeftijd kunnen niet begrijpen dat:
het geloof van de jongen anders is dan hoe de wereld werkelijk is
de jongen niet zal handelen op basis van zijn geloven en niet op de werkelijke staat
van de wereld
o resultaten kunnen biased zijn door de lengte van het verhaal en door alle
informatie die de kinderen moeten onthouden
, Sally-Anne taak → simpelere versie van de valse geloof taak, waarin kinderen poppen te
zien krijgen, genaamd Sally en Anne. Sally doet een knikker in haar mandje en gaat weg.
Terwijl dat ze niet aanwezig is, pakt Anne de knikker en doet dit in een doos. Dan komt Sally
terug en er wordt aan de kinderen gevraagd waar ze gaat kijken voor haar knikker:
3 jaar oud – zeggen dat ze in de doos gaat kijken
o ze zijn dus niet in staat om te begrijpen hoe Sally zich zal gaan gedragen
4 jaar oud – zeggen dat ze in het mandje gaat kijken
o dus met meer bekende objecten en een korter verhaal, slagen ze wel
Smarties taak → kinderen krijgen een gesloten doos met smarties te zien en er wordt aan ze
gevraagd om te zeggen wat er in de doos dit. In de doos zitten werkelijk potloden. Kinderen
worden dan gevraagd om te voorspellen wat een andere kind zou zeggen, van wat er in de
doos zit. Het correctie antwoord is ‘snoepjes’:
jonger dan 4 jaar oud – zeggen dat er potloden in zitten in plaats van snoepjes
er is dus gebrek aan inzicht in de eigen geest
o ze erkennen niet dat voordat ze wisten wat erin zat, dat ze dachten dat er
snoepjes in de doos zaten
Kinderen vanaf 4 jaar slagen meestal voor vals geloof, terwijl kinderen voor deze leeftijd niet
succesvol waren voor deze testen voor vals geloof die hiervoor genoemd zijn:
vanaf 4 jaar – kinderen begrijpen vals geloof en dat andere mensen hun gedrag
gebaseerd kan zijn op incorrecte aannames over de wereld
o kinderen kunnen gedrag van mensen om hen heen accuraat interpreteren
o factoren die van invloed zijn als kinderen slagen voor de vals geloof taken:
taal vermogen → ontwikkeling van de theorie van geest is gerelateerd
aan taalontwikkeling
broers en zussen → tussen 2 en 4 jaar, kind-kind interactie verbetert
kinderen praten meer over geloven met hun broers en zussen
en vrienden dan met hun ouders
familiegrootte → kinderen die interactie hebben met oudere kinderen
en volwassenen hebben een beter kans op het ontwikkelen van de
theorie van de geest op een jongere leeftijd
voor 4 jaar – kinderen kunnen wel wat begrip hebben voor geloven, maar zijn niet
bewust van hun eigen begrip
Na het begrijpen van dat gedrag gebaseerd is op de representaties van de wereld, realiseren
kinderen zich dat emotionele reacties ook gebaseerd zijn op een persoon zijn perceptie:
demonstatie → een karakter genaamd Elie vindt het alleen lekker om cola te drinken,
een cola werd naar haar overhandigd, maar er zat geen cola in maar melk
o kinderen werden gevraagd hoe ze zich zou voelen wanneer ze het blikje cola
zou krijgen en voordat ze het drinkt
4 jaar oud – kinderen zeggen dat ze verdrietig is
5 jaar oud – kinderen zeggen dat ze blij is
zij begrepen dat Elie haar incorrecte interpretatie van de wereld
haar blij zou maken, als ze het blikje cola zou zien
