LP2: bewegingen
Elleboog, knie:
- Flexie: buigen
- Extensie: strekken
Arm, heup:
- ABductie: het wegvoeren van de arm van het lichaam weg
- Adductie: het aanbrengen van het lichaam naar het lichaam toe
Schouder:
- Endorotatie: het naar binnen draaien
- Exorotatie: het naar buiten draaien
Hand:
- Pronatie: hand naar binnen draaien waarbij een kruising ontstaat
- Supinatie: hand naar buiten draaien (SOEP)
Voet:
- Plantairflexie: voet naar beneden
- Dorsiflexie: voet naar boven
Voet:
- Eversie: de buitenkant van de voet naar boven optillen
- Inversie: de binnenkant van de voet naar boven opheffen.
Schouders:
- Elevatie: het opheffen van de schouders
- Depressie: het laten zakken van de schouders
Tong, kaak:
- Protrusie: het naar voren bewegen
- Retrusie: het naar achteren bewegen
- Elevatie: het omhoog heffen
- Depressie: het naar beneden brengen
, LP3: Klinische anatomie van de wervelzuil
Aantal wervels:
- 7 cervicale wervels
- 12 thoracale wervels
- 5 lumbale wervels
- Het heiligbeen: 5 aparte heiligbeenwervels
- Staartbeen = coxis
Oranje = kyfose: 20 – 45°. Kyfose neemt toe met de leeftijd -> gaat krommer.
- Thoracale kyfose: de wervelkolom gaan naar achteren.
Groen = lordose: 20 – 45°
- Lumbale lordose: de wervelkolom gaat naar voren.
Hyper-lordose/kyfose: over de 20-45°
Hypo-lordose/kyfose: onder de 20-45°
Lumbale wervel
Facetgewricht (= verbinden de wervels met elkaar) wordt gevormd tussen de bovenste
processus articularis superior van de onderliggende wervel, articuleert met het onderste
processus articularis inferior van de bovenliggende wervel.
AP-opname is een voor-achter opname.
Cervicale wervel
- De foramen transversarium is er ALLEEN
bij de cervicale werel
, Atlas: eerste wervel
- Door de opening loopt het ruggenmerg.
En Axis: tweede wervel
- De zwarte cirkel = dens
- ALLEEN deze heeft 2 gewrichten: vooraan en achteraan
(Deze zijn nodig om het hoofd te kunnen draaien).
De zwarte cirkel = atlantodentaal gewricht: deze zitten tegen elkaar dankzij het ligment.
o Doorheen de grote opening ligt de ademhaling. Bij een zwaar auto-ongeluk
kan de patiënt sterven, omdat het ligament is gescheurd -> dens axis gaat naar
achteren -> je kan niet meer ademhalen.
Het sacrum = het heiligbeen: dit zijn 5 heiligbeenwervels die samen vergroeid zijn.
- Doorheen de openingen gaan er zenuwen door.
Overgangsanemalie: er is variatie (soms is er een opening minder).
- De coxis is het staartbeen die zich onder het sacrum bevindt. Deze heeft geen functie.
De discus zit tussen het wervellichaam van 2 opeenvolgende
wervels.
- Bevat een centraal gelei-achtig gedeelte, nucleus
pulposus, met hierrond de annulus fibrosus.
Bij het rechtstaan gaat de nucleus pulposus zich willen verspreiden, omdat het
platgedrukt wordt. Maar de annulus fibrosus houdt deze tegen op zijn plaats.
- De discus bevat geen zenuwstructuren -> kan geen pijn doen.
- De discus is geen gewricht, maar het zit tussen 2 botten.
De ligamenten die de wervels
stabiliseren, lopen helemaal van boven
tot aan de onderste wervel.
(BELANGRIJK: OP EXAMEN!!!)
- Ligamentum flavum: alleen deze bevat elastine -> zorgt voor buiging.
Ligamentum transversus houdt de C1 en C2 bij elkaar. Zonder dit ligament heb je een groot
probleem.
Ligamentum nuchaea: ligt dorsaal, ter hoogte van de cerviale wervels