Samenvatting ‘ADHD: macht & misverstanden’ – Laura Batstra
Hoofdstuk 2: misverstanden
Adhd: attention deficit hyperactivity disorder, oftewel aandachtstekortstoornis met
hyperactiviteit. Misverstanden:
Je wordt geboren met adhd: ook dat adhd voor 80% erfelijk zou zijn, klopt niet. Dit
misverstand komt door de beperking van gezinsstudies, tweelingstudies en
adoptiestudies: ze kunnen de invloed van genen niet voldoende onderscheiden van
omgevingsinvloeden. Moleculaire genetische studies daarentegen kunnen dat wel, en
komen tot veel lagere erfelijkheidsschattingen (zo’n 10%).
1. Adhd is het gevolg van een tekort aan een stofje in de hersenen: adhd is
geen tekort aan dopamine in het brein.
2. De hersenen van kinderen met adhd zien er anders uit: uit vroegere studies
komt naar voren dat hersenen van adhd kinderen kleiner zijn, dit is inmiddels
achterhaald. Groepsverschillen worden ten onrechte gepresenteerd, maar gelden
niet voor elk individu.
3. Adhd veroorzaakt hyperactiviteit, impulsiviteit en concentratieproblemen:
adhd is niets anders dan een benaming voor hyperactief en/of ongeconcentreerd
gedrag. Het klopt ook niet als je zegt: ik ben vrijgezel, dat verklaart waarom ik
geen relatie heb’. Adhd resulteert niet in hyperactiviteit, impulsiviteit en
concentratieproblemen, adhd is een term voor deze eigenschappen.
4. Adhd is chronisch: wordt graag gepromoot door de medicijnen industrie. De
kerngedragingen verdwijnen bij het opgroeien, de functioneringsproblemen blijven
vaker bestaan.
5. Adhd is een ziekte: bepalen of iemand voldoet aan de criteria voor adhd is een
subjectief proces, de diagnose is gekleurd door degene die har stelt en door de
omgeving en de cultuur waarin het gedrag zich voordoet.
Hoofdstuk 3: wat is adhd
Wat is adhd: een gedrags- of temperamentvariant die lastig combineert met onze
huidige maatschappij en waar veel mensen in de omgeving van het betreffende kind
moeite mee hebben. Drie ‘beelden’ van adhd die de dsm onderscheid: overwegend
onoplettende beeld: vooral sprake van ernstige en aanhoudende aandachtsproblemen,
overwegend hyperactieve/impulsieve beeld: vooral sprake van ernstige en
aanhoudende impulsiviteit en hyperactiviteit & gecombineerd beeld: beide soorten
problemen komen samen voor.
Criteria voor onoplettendheid (het eerste beeld, ook wel ADD):
Slaagt er vaak niet in voldoende aandacht te geven aan details
Vaak moeite met aandacht bij taken/spelletjes houden
Vaak niet luisteren bij direct aangesproken worden
Volgt aanwijzingen vaak niet op en moeite met afmaken van taken
Moeite met het organiseren van taken en activiteiten
Vermijdt, afkeer van taken die een langdurige geestelijke inspanning vereisen
Raakt dingen kwijt die nodig zijn voor taken of bezigheden
Wordt vaak gemakkelijk afgeleid door uitwendige prikkels
Vaak vergeetachtig bij dagelijkse bezigheden
Als iemand voldoet aan zes van de negen kenmerken, zou er sprake kunnen zijn van add.
Criteria voor hyperactiviteit/impulsiviteit (als iemand voldoet aan zes van de negen
kenmerken, zou er sprake kunnen zijn van adhd, tweede beeld):
Beweegt vaak onrustig met handen en voeten, of draait op stoel
Staat vaak op in situaties waarin verwacht wordt om te blijven zitten
Rent vaak rond of klimt overal op in situaties waarin dit ongepast is
Kan moeilijk rustig spelen of bezig zijn met ontspannende activiteiten
Is vaak ‘in de weer’
Hoofdstuk 2: misverstanden
Adhd: attention deficit hyperactivity disorder, oftewel aandachtstekortstoornis met
hyperactiviteit. Misverstanden:
Je wordt geboren met adhd: ook dat adhd voor 80% erfelijk zou zijn, klopt niet. Dit
misverstand komt door de beperking van gezinsstudies, tweelingstudies en
adoptiestudies: ze kunnen de invloed van genen niet voldoende onderscheiden van
omgevingsinvloeden. Moleculaire genetische studies daarentegen kunnen dat wel, en
komen tot veel lagere erfelijkheidsschattingen (zo’n 10%).
1. Adhd is het gevolg van een tekort aan een stofje in de hersenen: adhd is
geen tekort aan dopamine in het brein.
2. De hersenen van kinderen met adhd zien er anders uit: uit vroegere studies
komt naar voren dat hersenen van adhd kinderen kleiner zijn, dit is inmiddels
achterhaald. Groepsverschillen worden ten onrechte gepresenteerd, maar gelden
niet voor elk individu.
3. Adhd veroorzaakt hyperactiviteit, impulsiviteit en concentratieproblemen:
adhd is niets anders dan een benaming voor hyperactief en/of ongeconcentreerd
gedrag. Het klopt ook niet als je zegt: ik ben vrijgezel, dat verklaart waarom ik
geen relatie heb’. Adhd resulteert niet in hyperactiviteit, impulsiviteit en
concentratieproblemen, adhd is een term voor deze eigenschappen.
4. Adhd is chronisch: wordt graag gepromoot door de medicijnen industrie. De
kerngedragingen verdwijnen bij het opgroeien, de functioneringsproblemen blijven
vaker bestaan.
5. Adhd is een ziekte: bepalen of iemand voldoet aan de criteria voor adhd is een
subjectief proces, de diagnose is gekleurd door degene die har stelt en door de
omgeving en de cultuur waarin het gedrag zich voordoet.
Hoofdstuk 3: wat is adhd
Wat is adhd: een gedrags- of temperamentvariant die lastig combineert met onze
huidige maatschappij en waar veel mensen in de omgeving van het betreffende kind
moeite mee hebben. Drie ‘beelden’ van adhd die de dsm onderscheid: overwegend
onoplettende beeld: vooral sprake van ernstige en aanhoudende aandachtsproblemen,
overwegend hyperactieve/impulsieve beeld: vooral sprake van ernstige en
aanhoudende impulsiviteit en hyperactiviteit & gecombineerd beeld: beide soorten
problemen komen samen voor.
Criteria voor onoplettendheid (het eerste beeld, ook wel ADD):
Slaagt er vaak niet in voldoende aandacht te geven aan details
Vaak moeite met aandacht bij taken/spelletjes houden
Vaak niet luisteren bij direct aangesproken worden
Volgt aanwijzingen vaak niet op en moeite met afmaken van taken
Moeite met het organiseren van taken en activiteiten
Vermijdt, afkeer van taken die een langdurige geestelijke inspanning vereisen
Raakt dingen kwijt die nodig zijn voor taken of bezigheden
Wordt vaak gemakkelijk afgeleid door uitwendige prikkels
Vaak vergeetachtig bij dagelijkse bezigheden
Als iemand voldoet aan zes van de negen kenmerken, zou er sprake kunnen zijn van add.
Criteria voor hyperactiviteit/impulsiviteit (als iemand voldoet aan zes van de negen
kenmerken, zou er sprake kunnen zijn van adhd, tweede beeld):
Beweegt vaak onrustig met handen en voeten, of draait op stoel
Staat vaak op in situaties waarin verwacht wordt om te blijven zitten
Rent vaak rond of klimt overal op in situaties waarin dit ongepast is
Kan moeilijk rustig spelen of bezig zijn met ontspannende activiteiten
Is vaak ‘in de weer’
