1. De huid en bescherming
Huid beschermt lichaam tegen invloeden van buiten
- Beschadiging
- Ziekteverwerkers
- DNA-beschadiging door uv-straling
- Uitdroging
Huid
- Opperhuid
o Hoornlaag
Dode, verhoornde epitheelcellen
Slijt
Beschermt tegen beschadiging, uitdroging en infecties
o Kiemlaag
Levende epitheelcellen
Cellen delen voortdurend
Voedsel en zuurstof via weefselvloeistof uit de lederhuid
Melanocyten vormen pigment (melanine) en geven dit via uitlopers af
aan opperhuidcellen
Melanine beschermt tegen uv-straling
o Haren
Haarzakjes in lederhuid
Talg = vettige stof die het haar een de hoornlaag soepel houdt
- Lederhuid
o Bindweefselcellen
o Zintuigcellen
o Uitlopers van zenuwcellen
o Haarspiertjes
o Bloedvaten
o Zweetklieren
- Onder de huid
o Onderhuidse bindweefsel = ligt vet opgeslagen in vetcellen
Lichaamstemperatuur geregeld door temperatuurcentrum in de hypothalamus koude- en
warmtezintuigen in de hypothalamus registreren temperatuur van het bloed
Constante lichaamstemperatuur door evenwicht warmteproductie en warmteafgifte
(warmtebalans)
- Warmteproductie door dissimilatie
- Warmteafgifte door verdamping via bloed en zweet
Bescherming stijging lichaamstemperatuur
- Bloedvaten worden wijder huid wordt roder
- Meer zweet
1
, Bescherming daling lichaamstemperatuur
- Bloedvaten worden nauwer huid wordt bleker
- Minder zweet
- Warmteproductie neemt toe rillen en klappertanden spieren bewegen dus
dissimilatie
2. Afweer
Infectie = binnendringen van ziekteverwekkers
Virus-DNA wordt bij een infectie in gastheercellen overgebracht, daarna gaan ze zich
vermenigvuldigingen de cellen gaan hierbij dood’
Huid en slijmvliezen bemoeilijken het binnendringen van ziekteverwekkers
Oogvocht en speeksel spoelen indringers weg
Mechanisme afweer = slijm in de neus, luchtwegen, verteringsstelsel, uitscheidingsstelsel en
voortplantingsstelsel vangt ziekteverwekker op
Chemische afweer = zweet en olie van de huid zorgen voor het pH waardoor veel bacteriën
er niet kunnen groeien
Organen van het immuunsysteem
- Beenmerg
- Thymus
- Milt
- Lymfeknopen
Aspecifieke afweer = tegen veel verschillende ziekteverwekkers
- Alle planten en dieren
- Snelle afweer tegen infectie
Specifieke afweer = tegen 1 type ziekteverwekker
- Alleen gewervelde dieren
Aspecifieke afweer (fagocyten)
- Nemen binnendringers waar nemen die op om ze onschadelijk te maken
- Zijn overal in het lichaam en kunnen wanden van haarvaten passeren
- Granulocyten = fagocyteren ziekteverwekker worden door enzymen gedood en
verteerd (granulocyt gaat hierbij ook dood)
- Macrofagen = fagocyteren ziekteverwekkers en zorgen voor de opruiming van dode
cellen
o Aspecifieke afweer en specifieke afweer
o Veroorzaken koorts scheidt stofje af door reactie op ziekteverwekkers die
de normwaarde van de lichaamstemperatuur verhoogt
2