Didactiek van een les of training
Thema 1
Leerdoelen:
- Je kunt het begrip didactiek omschrijven.
- Je weet wat er bedoeld wordt met de vier didactische
sleutelvragen.
- Je kunt de samenhang tussen de onderdelen van het
didactisch model beschrijven.
- Je kunt planmatig werken met behulp van het didactisch
model.
Vakbekwaamheden zijn vaardigheden die elke lesgever moet beheersen
om het vak sport – en bewegingsleider goed te kunnen uitoefenen. Je
moet deze vaardigheden beheersen om mensen op een geschikte wijze te
laten bewegen.
Mentaliteit: komt tot uitdrukking in de manier waarop je als sport – en
bewegingsleider leiding geeft of anderen begeleidt.
Didactiek: Het is de theorie van kennisoverdracht, aanleren van
vaardigheden en inzicht.
Bewegingsdidactiek: Het is de theorie van het aanleren van
bewegingsvaardigheden.
Systematisch werken = planmatig werken.
Lesgeven bestaat uit 3 belangrijke stappen/fasen:
P: plannen -> doe je vooraf
U: uitvoeren -> lesvoorbereiding uitvoeren
E: evalueren -> na afloop
Didactische sleutelvragen: deze vragen vormen de sleutel tot het
geven van een goede les of training.
4 didactische sleutelvragen:
1. Waar moet ik beginnen? Wat is de beginsituatie?
- Aan welke groep moet ik lesgeven?
- Over welke vaardigheden moet ik beschikken om deze les te kunnen
geven?
- Onder welke omstandigheden moet ik de les geven?
2. Wat wil ik bereiken? Wat zijn mijn doelstellingen?
- Wat moet de SB-deelnemer aan het einde van de les kunnen?
- Onder welke omstandigheden moet hij het kunnen?
3. Hoe ga ik de les geven?
- Hoe ga ik de les opbouwen/samenstellen?
- Welke bewegingsvormen kies ik, en hoe kies ik ze?
- Hoe kan ik de les het best organiseren en welke leermiddelen gebruik ik?
Thema 1
Leerdoelen:
- Je kunt het begrip didactiek omschrijven.
- Je weet wat er bedoeld wordt met de vier didactische
sleutelvragen.
- Je kunt de samenhang tussen de onderdelen van het
didactisch model beschrijven.
- Je kunt planmatig werken met behulp van het didactisch
model.
Vakbekwaamheden zijn vaardigheden die elke lesgever moet beheersen
om het vak sport – en bewegingsleider goed te kunnen uitoefenen. Je
moet deze vaardigheden beheersen om mensen op een geschikte wijze te
laten bewegen.
Mentaliteit: komt tot uitdrukking in de manier waarop je als sport – en
bewegingsleider leiding geeft of anderen begeleidt.
Didactiek: Het is de theorie van kennisoverdracht, aanleren van
vaardigheden en inzicht.
Bewegingsdidactiek: Het is de theorie van het aanleren van
bewegingsvaardigheden.
Systematisch werken = planmatig werken.
Lesgeven bestaat uit 3 belangrijke stappen/fasen:
P: plannen -> doe je vooraf
U: uitvoeren -> lesvoorbereiding uitvoeren
E: evalueren -> na afloop
Didactische sleutelvragen: deze vragen vormen de sleutel tot het
geven van een goede les of training.
4 didactische sleutelvragen:
1. Waar moet ik beginnen? Wat is de beginsituatie?
- Aan welke groep moet ik lesgeven?
- Over welke vaardigheden moet ik beschikken om deze les te kunnen
geven?
- Onder welke omstandigheden moet ik de les geven?
2. Wat wil ik bereiken? Wat zijn mijn doelstellingen?
- Wat moet de SB-deelnemer aan het einde van de les kunnen?
- Onder welke omstandigheden moet hij het kunnen?
3. Hoe ga ik de les geven?
- Hoe ga ik de les opbouwen/samenstellen?
- Welke bewegingsvormen kies ik, en hoe kies ik ze?
- Hoe kan ik de les het best organiseren en welke leermiddelen gebruik ik?