1. Voeding
Eten
- Voedingstoffen nodig
- Sociaal lekker en gezellig
- Emotioneel verdriet
Letten op voedingsmiddelen
- Smaak
- Versheid
- Voedingswaarde
- Wijze van productie
- Waar het voedsel vandaan komt
2 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
Voedingsmiddelen = alles wat je eet of drinkt
Voedingsmiddelen bevatten voedingsstoffen
- Eiwitten
- Koolhydraten
- Vetten
- Water
- Mineralen
- Vitaminen
Voedingsstoffen vervullen functies
- Bouwstoffen
o Vorming cellen en weefsel
o Delen van cellen
o Groei en ontwikkeling
- Brandstoffen voor energie
o Bewegen
o Temperatuur op peil houden
o Groei, ontwikkeling en herstel
In het verteringstelsel worden eiwitmoleculen in het voedsel gesplitst in afzonderlijke
aminozuurmoleculen die worden opgenomen in het bloed via bloed worden aminozuren
naar organen vervoerd daar vindt eiwitsynthese plaats
(Eiwitten worden gesplitst en weer opgebouwd)
12 aminozuren vormt de mens in zijn lever uit andere aminozuren uit voedsel
Essentiele aminozuren = aminozuren in voedsel die het lichaam niet zelf kan maken
1
, Eiwitten
- Bouwstoffen van cellen en weefsels
- Cytoskelet
- Tussencelstof
- Reguleren bijna alle processen
- Transport stoffen
- Celcommunicatie
- Chemische reacties
- Brandstof omzetten van glucose
Koolhydraten
- Sachariden etc.
- Brandstoffen
- Energiebehoefte
- Te veel opgeslagen (meestal vet)
- Bouwstoffen
Voedingsvezels = stoffen die niet door enzymen worden verteerd
- Koolhydraten
- Celwanden plantaardige voedingsmiddelen
- Afgebroken door bacteriën
- Bevorderen darmwerking en stoelgang
- Eerder verzadigd gevoel
Vetten
- Verzadigd max aantal H-atomen in keten rechte keten (dierlijke vetzuren)
- Onverzadigd niet max aantal H-atomen in keten 1 of meer dubbele bindingen
geen rechte keten (vis en planten)
o Enkelvoudig
o Meervoudig
- Cholesterol
o Celmembranen en bloedplasma
o Aangemaakt door lever
o Klein deel via voeding
o Vernauwde bloedvaten
- Verzadigde vetzuren bevorderen vernauwing bloedvaten
- Onverzadigde vetzuren verminderen vernauwing bloedvaten
- Brandstof
- Warmte-isolerende functie
- Bouwstoffen
Water
- 60% van je lichaam uit water
- Bouwstof
- Oplosmiddel
- Bepaalt osmotische waarde
- Transportmiddel
2