1. Verzuurde spieren
Als je eet, drinkt of inademt, komen er stoffen je lichaam binnen. Je cellen veranderen de
stoffen met chemische processen, hierdoor worden de stoffen gemaakt waaruit je lichaam is
opgebouwd. Voor de vorming van deze stoffen, voor beweging en handhaving van je
temperatuur is energie nodig. Energie is meestal afkomstig van de glucose van planten. Om
energie in een bruikbare vorm te krijgen wordt glucose in de cellen omgezet.
Stofwisseling = alle chemische reacties in cellen samen, enzymen versnellen het proces
Spieren verzuren door zuurstoftekort
Toenemende inspanning spieren meer zuurstof nodig
Verzuring = bij een bepaalde grote inspanning kan niet meer voldoende zuurstof worden
aangevoerd voor de verbranding (Lees goed blz. 9!)
2. Wat is stofwisseling?
Energie nodig voor:
- Bewegen
- Temperatuur handhaving
- Groei
- Herstel
Cellen nemen voedingstoffen, water en zuurstof uit het milieu op en geven afvalstoffen af.
In cellen ontstaan door chemische reacties nieuwe stoffen
Planten gebruiken licht als energie om energierijke stoffen zoals glucose, vetten en eiwitten
te maken
Organische stoffen = 1 of meer atomen van de elementen: koolstof (C), waterstof (H) en
zuurstof (O)
De bindingen tussen koolstof- en waterstofatomen bevatten veel chemische energie
Spiercellen en andere cellen verkrijgen energie door de verbranding van glucose
Glucose = een organische stof die een centrale rol speelt bij de energievoorziening en
opbouw van organismen
Anorganische stoffen = kunnen heel verschillende atomen bevatten
Enzymen = stoffen die chemische reacties in cellen mogelijk maken
, Assimilatie = de opbouw van organische moleculen uit kleinere moleculen (van organische of
anorganische stoffen)
- Organische stoffen worden gevormd waaruit een individu bestaat. De stoffen worden
gebruikt voor groei, vervanging en herstel en het vormen van reservestoffen
- Energie wordt gebruikt, die energie wordt opgeslagen in de moleculen van gevormde
organische stoffen
- Fotosynthese
Chemische energie = energie in moleculen
Voortgezette assimilatie = vb. glucose wordt door de cel verder verwerkt tot grotere
moleculen met verschillende functies zoals: zetmeel, vetten en eiwitten
Dissimilatie = de omzetting van energierijke grote organische moleculen tot kleinere
moleculen
- Energie komt vrij
- Chemische energie wordt omgezet in andere energievormen (bewegingsenergie en
warmte)
- Verbranding
Zenuwcellen kunnen energie omzetten in elektrische energie
Energie kan ook weer worden opgeslagen als chemische energie, als er andere organische
stoffen mee worden opgebouwd bijvoorbeeld in de vorm van vetten en eiwitten.
ATP (adenosinetrifosfaat) = energie opslaan
ADP (adenosinedifosfaat) = energie komt beschikbaar
3. Dissimilatie
Dissimilatie is een vorm van verbranding. Bij verbranding wordt glucose afgebroken en
ontstaat er koolstofdioxide.
Dissimilatie vindt altijd plaats
Hoe meer energie nodig des te meer dissimilatie er plaatsvindt
Dissimilatie glucose:
- Aeroob met zuurstof
- Anaeroob zonder zuurstof (gisting ontstaan melkzuur)
Aerobe dissimilatie:
- In de mitochondriën
- Koolstofdioxide- en watermoleculen worden gevormd