Stof van week 2:
➔ PowerPoint
➔ Aantekeningen
➔ Philips H13
➔ Bronnen Brightspace
Huur: titel 4 BW 7
Huur is geregeld in boek 7 want het is een bijzondere overeenkomst
Huur = een overeenkomst waarbij de ene partij (de verhuurder) zich verbindt, door aan de
andere partij (de huurder), een zaak of een gedeelte daarvan in gebruik te verstrekken en de
huurder zich verbindt tot een tegenprestatie (Art 7.201 lid 1 BW)
Twee essentiële kenmerken zijn:
1. In gebruik verstrekken
2. Tegen een tegenprestatie -> kan in geld, maar ook door een dienst. Belangrijk is dat
het voldoende bepaalbaar is. Art 201 lid 1.
➔ Lid 2: huur kan ook op een vermogensrecht betrekking hebben. Beperkte rechten
kunnen verhuurd worden. (Bv erfpacht)
Huurrecht is semi-dwingend = de zwakke partij in de huurovereenkomst is de huurder. Dit
resulteert in bescherming. Dus alleen dwingend ter bescherming van de huurder. Alleen ten
nadele van de verhuurder afwijken.
Huur kan zowel schriftelijk als mondeling worden aangegaan. Het kan zelfs stilzwijgend, als
er maar voldaan wordt aan de vereisten van art 7.201 BW.
Art 7.203 e.v. BW: deze regels gelden in alle verhuurgevallen, het zijn algemene bepalingen.
In afdeling 5 en 6 (huur van woonruimte/ bedrijfsruimte) specifieke bepalingen. Bijzonder
recht gaat voor algemeen recht!
Bij de verkoop van een verhuurd object stopt de huur niet! -> Art 7.226 BW: koop breekt
geen huur.
Het huurcontract stopt ook niet als de huurder overlijdt! Art 7. 229 BW
Eindigen van huur door opzegging, art 7.228 BW:
- Huur voor bepaalde tijd eindigt niet door opzegging, maar als de tijd is verlopen
- Huur voor onbepaalde tijd eindigt door opzegging. Bij onroerende zaak niet woon- of
bedrijfsruimte opzeggingstermijn van minstens 1 maand.
Onder huur van gebouwde onroerende zaken vallen:
1. Woonruimte
- Zelfstandige woonruimte
- Onzelfstandige woonruimte
- Bijzondere woonruimte: bv winkelwoning, dienstwoning, vakantiewoning
2. Bedrijfsruimte
- Middenstandsbedrijfsruimte -> ook wel ‘290’ bedrijven genoemd
- Overige bedrijfsruimte
3. Pacht -> altijd LANDBOUW, bv een boerderij. Landbouwgrond is een ongebouwde
onroerende zaak!
, Pacht: titel 5 BW 7
➔ Art 7.311 BW ev. = een bijzonder vorm van huur, bijzonder gaat boven algemeen,
dus titel 5 gaat voor titel 4.
= de overeenkomst waarbij de verpachter zich verbindt aan de pachter, een onroerende zaak
of gedeelte daarvan in gebruik te verstrekken te uitoefening van de landbouw en de pachter
zicht verbindt tot een tegenprestatie.
Het gaat altijd om landbouw(grond)!
➔ Landbouwgrond wordt dus nooit ‘normaal’ verhuurd, maar altijd verpacht.
De pachtovereenkomst hoeft niet schriftelijk worden aangegaan. Maar als dat in het belang
van een van de partijen is, moet de andere partij hieraan meewerken. (Art 7.317 lid 2 BW)
Erfpacht wordt een later college behandeld.
Verschil pacht en erfpacht: pacht is het huren van een grond + boerderij, erfpacht is het
houden van de grond en deze voorzien van opstal, de erfpachter mag de grond zelf
verkopen. Hij betaald canon = geldsom aan de grondeigenaar.
Huur van woonruimte: afdeling 5, titel 4 BW 7
➔ In afdeling 5: specifieke bepalingen huur woonruimte
Zelfstandige woonruimte (art. 7.234 BW) = woonruimte met alle voorzieningen achter de
voordeur. Is die niet het geval? Dan onzelfstandige woonruimte
Woningen die niet onder de woonruimte regels vallen: