THEORIE
Inhoudsopgave
WEEK 1 ........................................................................................................................................ 1
KENNISCLIP CONTEXTANALYSE ................................................................................................................... 2
KENNISCLIP SOCIALE STRUCTUREN EN SOCIALE COHESIE ................................................................................ 4
KENNISCLIP SOCIAAL KAPITAAL .................................................................................................................. 5
WEEK 2 ........................................................................................................................................ 6
KENNISCLIP STAKEHOLDERANALYSE ............................................................................................................ 6
BOEK SPORTMARKETING: WAARDECREATIE BINNEN DE SPORT, HOOFDSTUK 4.2.................................................. 7
WEEK 3 .......................................................................................................................................12
KENNISCLIP DOELGROEP ANALYSE............................................................................................................. 12
KENNISCLIP SPORTING CAPITAL ............................................................................................................... 15
WEEK 4 .......................................................................................................................................17
KENNISCLIP SOCIALE ONDERNEMINGEN ..................................................................................................... 17
KENNISCLIP CONCLUDEREN ..................................................................................................................... 18
ARTIKEL SOCIAAL ONDERNEMERSCHAP VAN DE KAMER VAN KOOPHANDEL ....................................................... 19
WEEK 5 .......................................................................................................................................20
KENNISCLIP EVALUATIE IDEEËN SOCIAL STARTUP .......................................................................................... 20
WEEK 6 .......................................................................................................................................20
KENNISCLIP PRODUCTONTWIKKELING ........................................................................................................ 20
HET ASSORTIMENT IS ALLE PRODUCTEN DIE EEN ONDERNEMING VERKOOPT (HET GEHEEL VAN PRODUCTGROEPEN,
PRODUCTEN, PRODUCTVARIANTEN EN MERKEN) ............................................................................................. 23
KENNISCLIP OPBRENGSTEN EN KOSTEN ...................................................................................................... 24
KENNISCLIP MULTIMEDIACAMPAGNE 1 ....................................................................................................... 25
WEEK 7 .......................................................................................................................................28
KENNISCLIP PROTOTYPING ....................................................................................................................... 28
KENNISCLIP MULTIMEDIACAMPAGNE 2 ....................................................................................................... 29
1
, Week 1
Kennisclip Contextanalyse
Contextanalyse -> het doel is informatie verzamelen over de bekende oorzaken en oplossingen
voor het maatschappelijke vraagstuk
Stakeholderanalyse -> het doel is informatie verzamelen welke personen, instituten of
organisaties belang hebben bij het maatschappelijke vraagstuk
Doelgroepanalyse -> er wordt onderzoek gedaan wat de belangrijkste inzichten zijn in de
doelgroep met betrekking tot het maatschappelijke probleem en sport en bewegen
Een vraagstuk is iets waar het antwoord nog niet op bestaat, in tegenstelling tot een normale
vraag. Je moet het antwoord maken. Een sociaal vraagstuk is relevant voor de maatschappij en
heeft te maken met de waarden en normen binnen de maatschappij.
Intellectuele waarde: op het moment dat je veel sport heb je een goede bloeddoorvoer naar
heel je lichaam, inclusief je hersenen. Deze mensen hebben over het algemeen beter
functionerende hersenen en zijn slimmer.
Financiële waarde: op het moment dat je meer beweegt, verdien je meer. Dit heeft te maken
met mentale, fysieke en sociale ontwikkeling
Fysieke waarde: mensen die veel bewegen zijn gezonder (dit verschil zie je met name als
mensen ouder worden)
Emotionele waarde: mensen die meer sporten hebben over het algemeen meer eigenwaarde
en zelfvertrouwen. Dit komt waarschijnlijk omdat bij sport veel emoties vrijkomen en deze moet
men reguleren.
Persoonlijke waarde: mensen die veel sporten zijn over het algemeen beter in samenwerken,
het oplossen van ingewikkelde problemen en nemen meer verantwoordelijk op zich
Sociale waarde: mensen die meer sporten kunnen beter met elkaar leven. Dit heeft
waarschijnlijk te maken met de rol van fairplay en morele aspecten binnen sport
2
, Opbouw van een contextanalyse:
Vraagstuk (1)
Belangrijk -> definiëring van de begrippen. Maak heel duidelijk en concreet wat er met alle
begrippen uit het vraagstuk bedoeld wordt. Alles wordt onderbouwd met goede bronnen.
(Bijvoorbeeld wat wordt verstaan onder een handicap)
Vraagstuk in cijfers (2)
Alle cijfers die al bekend zijn over het vraagstuk. Dit is belangrijk om de relevantie van het
vraagstuk te kunnen achterhalen en een goed beeld te krijgen van de informatie die al over dit
vraagstuk bekend is. (Bijvoorbeeld hoeveel mensen in Nederland hebben een handicap, hoeveel
lichamelijk en hoeveel verstandelijk, en hoeveel van deze mensen sport)
Oorzaken (3)
De waarom vraag. Deze wordt meestal uitgezocht door middel van deskresearch, rapporten uit
de wetenschappelijke literatuur. (Bijvoorbeeld waarom sporten er minder mensen met een
handicap)
Succesvolle initiatieven (4)
Je gaat opzoek naar initiatieven die al gedaan zijn voor dit vraagstuk met succes. Hier kan je
namelijk veel van leren. Wat werkt wel en niet? Dit kan zowel nationaal als lokaal zijn (grote
acties die zijn opgezet of wat er lokaal in een bepaalde wijk gedaan wordt)
Succesfactoren (5)
Er zijn wetenschappers die onderzoek hebben losgelaten op de succesvolle initiatieven zowel
lokaal als nationaal. Deze wetenschappers hebben hier succesfactoren uitgehaald. Dit is te
vinden op Google Scholar.
3
Inhoudsopgave
WEEK 1 ........................................................................................................................................ 1
KENNISCLIP CONTEXTANALYSE ................................................................................................................... 2
KENNISCLIP SOCIALE STRUCTUREN EN SOCIALE COHESIE ................................................................................ 4
KENNISCLIP SOCIAAL KAPITAAL .................................................................................................................. 5
WEEK 2 ........................................................................................................................................ 6
KENNISCLIP STAKEHOLDERANALYSE ............................................................................................................ 6
BOEK SPORTMARKETING: WAARDECREATIE BINNEN DE SPORT, HOOFDSTUK 4.2.................................................. 7
WEEK 3 .......................................................................................................................................12
KENNISCLIP DOELGROEP ANALYSE............................................................................................................. 12
KENNISCLIP SPORTING CAPITAL ............................................................................................................... 15
WEEK 4 .......................................................................................................................................17
KENNISCLIP SOCIALE ONDERNEMINGEN ..................................................................................................... 17
KENNISCLIP CONCLUDEREN ..................................................................................................................... 18
ARTIKEL SOCIAAL ONDERNEMERSCHAP VAN DE KAMER VAN KOOPHANDEL ....................................................... 19
WEEK 5 .......................................................................................................................................20
KENNISCLIP EVALUATIE IDEEËN SOCIAL STARTUP .......................................................................................... 20
WEEK 6 .......................................................................................................................................20
KENNISCLIP PRODUCTONTWIKKELING ........................................................................................................ 20
HET ASSORTIMENT IS ALLE PRODUCTEN DIE EEN ONDERNEMING VERKOOPT (HET GEHEEL VAN PRODUCTGROEPEN,
PRODUCTEN, PRODUCTVARIANTEN EN MERKEN) ............................................................................................. 23
KENNISCLIP OPBRENGSTEN EN KOSTEN ...................................................................................................... 24
KENNISCLIP MULTIMEDIACAMPAGNE 1 ....................................................................................................... 25
WEEK 7 .......................................................................................................................................28
KENNISCLIP PROTOTYPING ....................................................................................................................... 28
KENNISCLIP MULTIMEDIACAMPAGNE 2 ....................................................................................................... 29
1
, Week 1
Kennisclip Contextanalyse
Contextanalyse -> het doel is informatie verzamelen over de bekende oorzaken en oplossingen
voor het maatschappelijke vraagstuk
Stakeholderanalyse -> het doel is informatie verzamelen welke personen, instituten of
organisaties belang hebben bij het maatschappelijke vraagstuk
Doelgroepanalyse -> er wordt onderzoek gedaan wat de belangrijkste inzichten zijn in de
doelgroep met betrekking tot het maatschappelijke probleem en sport en bewegen
Een vraagstuk is iets waar het antwoord nog niet op bestaat, in tegenstelling tot een normale
vraag. Je moet het antwoord maken. Een sociaal vraagstuk is relevant voor de maatschappij en
heeft te maken met de waarden en normen binnen de maatschappij.
Intellectuele waarde: op het moment dat je veel sport heb je een goede bloeddoorvoer naar
heel je lichaam, inclusief je hersenen. Deze mensen hebben over het algemeen beter
functionerende hersenen en zijn slimmer.
Financiële waarde: op het moment dat je meer beweegt, verdien je meer. Dit heeft te maken
met mentale, fysieke en sociale ontwikkeling
Fysieke waarde: mensen die veel bewegen zijn gezonder (dit verschil zie je met name als
mensen ouder worden)
Emotionele waarde: mensen die meer sporten hebben over het algemeen meer eigenwaarde
en zelfvertrouwen. Dit komt waarschijnlijk omdat bij sport veel emoties vrijkomen en deze moet
men reguleren.
Persoonlijke waarde: mensen die veel sporten zijn over het algemeen beter in samenwerken,
het oplossen van ingewikkelde problemen en nemen meer verantwoordelijk op zich
Sociale waarde: mensen die meer sporten kunnen beter met elkaar leven. Dit heeft
waarschijnlijk te maken met de rol van fairplay en morele aspecten binnen sport
2
, Opbouw van een contextanalyse:
Vraagstuk (1)
Belangrijk -> definiëring van de begrippen. Maak heel duidelijk en concreet wat er met alle
begrippen uit het vraagstuk bedoeld wordt. Alles wordt onderbouwd met goede bronnen.
(Bijvoorbeeld wat wordt verstaan onder een handicap)
Vraagstuk in cijfers (2)
Alle cijfers die al bekend zijn over het vraagstuk. Dit is belangrijk om de relevantie van het
vraagstuk te kunnen achterhalen en een goed beeld te krijgen van de informatie die al over dit
vraagstuk bekend is. (Bijvoorbeeld hoeveel mensen in Nederland hebben een handicap, hoeveel
lichamelijk en hoeveel verstandelijk, en hoeveel van deze mensen sport)
Oorzaken (3)
De waarom vraag. Deze wordt meestal uitgezocht door middel van deskresearch, rapporten uit
de wetenschappelijke literatuur. (Bijvoorbeeld waarom sporten er minder mensen met een
handicap)
Succesvolle initiatieven (4)
Je gaat opzoek naar initiatieven die al gedaan zijn voor dit vraagstuk met succes. Hier kan je
namelijk veel van leren. Wat werkt wel en niet? Dit kan zowel nationaal als lokaal zijn (grote
acties die zijn opgezet of wat er lokaal in een bepaalde wijk gedaan wordt)
Succesfactoren (5)
Er zijn wetenschappers die onderzoek hebben losgelaten op de succesvolle initiatieven zowel
lokaal als nationaal. Deze wetenschappers hebben hier succesfactoren uitgehaald. Dit is te
vinden op Google Scholar.
3
