Verstandelijke beperkingen algemeen.
1. Door de jaren heen zijn er verschillende opvattingen gekomen over het ondersteunen van personen met
een verstandelijke beperking.
a. Leg uit wat de ontwikkelingsvisie was.
b. Leg uit wat de ondersteuningsvisie was.
c. Leg uit wat ‘the tiranny of normality’ betekent.
d. Leg uit waar the tiranny of normality toe leidde.
e. Leg uit wat burgerschapsparadigma inhoudt.
,Verstandelijke beperkingen algemeen.
2. Men wilde dat mensen met een verstandelijke beperking weer in gewone huizen in de wijk gingen wonen
en gebruik ging maken van bestaande voorzieningen. Echter was dit niet altijd even handig.
a. Met welk model kun je beperkingen en mogelijkheden van een persoon met een verstandelijke beperking in
kaart brengen?
b. Benoem de 5 domeinen van dit model.
, Syndromen.
3. Geef van 1 van de volgende syndromen (Syndroom van Down, Fragile X (man) of Prader Willi Syndroom)
antwoord op de volgende vragen.
a. Noem de meest voorkomende genetische oorzaak van dit syndroom.
b. Geef aan of het syndroom erfelijk is bij deze meest voorkomende genetische oorzaak.
c. Noem 2 fenotypes van het syndroom.
d. Noem 3 gezondheidsproblemen of gedragskenmerken die bij dit syndroom voorkomen.
4. Er komt een meisje met een ernstige verstandelijke en meervoudige beperking bij een orthopedagoog. Tot
ongeveer 10 maanden was haar ontwikkeling normaal, maar daarna stond haar ontwikkeling opeens stil en
ging ze hard achteruit. Nu is ze 10 jaar en kan niet ze lopen en communiceren gaat ook lastig. Ze vindt het fijn
om haar handen bij elkaar te houden en wassende bewegingen te maken.
a. Welk syndroom zou dit meisje vermoedelijk hebben?
b. Geef aan of dit syndroom erfelijk is.
c. Beschrijf hoe het verloop van dit syndroom er uit ziet.