19-1-2020
Onderzoek passend onderwijs
0
,Inhoud
Inleiding..................................................................................................................................................3
Hoofdstuk 1. Oriëntatie..........................................................................................................................5
Probleemstelling.............................................................................................................................7
Onderzoeksvragen..........................................................................................................................8
Hoofdstuk 2. Onderzoek.........................................................................................................................9
2.1 Literatuuronderzoek.....................................................................................................................9
Expliciete directe instructie............................................................................................................9
Veilig sociaal klimaat....................................................................................................................11
Pedagogisch handelen..................................................................................................................12
2.2 Contextanalyse...........................................................................................................................14
2.3. Behoefteanalyse........................................................................................................................17
2.4 Ontwerpcriteria..........................................................................................................................18
Hoofdstuk 3. Ontwerp..........................................................................................................................19
Groepsplan Gedrag (Versie 2).......................................................................................................20
Hoofdstuk 4. Bijstellen ontwerp...........................................................................................................23
Hoofdstuk 5 Evaluatie en conclusies....................................................................................................25
Evaluatie en conclusie......................................................................................................................25
Discussie...........................................................................................................................................27
Reflectie............................................................................................................................................28
Bibliografie...........................................................................................................................................29
Authenticiteitsverklaring..................................................................................................................30
Bijlagen.................................................................................................................................................31
Bijlage 1. Feedback...........................................................................................................................32
Bijlage 1.1. Feedback op fase 1 door vakdocent...........................................................................32
Bijlage 1.2. Feedback op fase 1 door medestudent(en)................................................................33
Bijlage 1.3. Feedback op fase 1 bij medestudent..........................................................................34
Bijlage 1.4. Feedback op fase 3 door medestudent......................................................................35
Bijlage 1.5. Feedback op fase 3 door collega................................................................................36
Bijlage 1.6. Feedback op fase 3 door collega................................................................................37
Bijlage 1.7. Feedback op fase 3 bij medestudent..........................................................................38
Bijlage 2. Onderzoeksplan................................................................................................................39
Bijlage 3. Sociogram.........................................................................................................................41
Bijlage 4. QuickScan (LWT 16)...........................................................................................................43
Bijlage 5. Groepsrollen (LWT 16)......................................................................................................44
1
,Bijlage 6. Observatieformulier leerlinggedrag nulmeting.................................................................46
Bijlage 7. Observatieformulier MRT..................................................................................................47
Bijlage 8. Interviews behoefteanalyse..............................................................................................49
Bijlage 9. Groepsplan gedrag versie 1...............................................................................................50
Preventie 1...................................................................................................................................50
Preventie 2...................................................................................................................................51
Bijlage 10. Kenmerken Leuvense betrokkenheid schaalwaarden.....................................................52
Bijlage 11. Observatieformulier leerlinggedrag tussenevaluatie......................................................55
2
,Inleiding
In periode A en B heb ik stagegelopen in groep 5b van basisschool X1 in X. In periode C en D heb ik
stagegelopen in groep 1-2b van diezelfde basisschool.
Voor mij was de bovenbouw niet nieuw. Tijdens mijn opleiding Onderwijsassistent heb ik
stagegelopen in groep 7 en 2x in groep 8. De bovenbouw heeft zeker mijn voorkeur. Vandaar dat ik
ook het oudere kind heb gekozen. Het was wel de eerste keer dat ik een stage deed in de
onderbouw. Ik was niet bekend met kinderen van deze leeftijd en dit had in eerste instantie ook niet
mijn voorkeur. Maar de stage bij de kleuters en het bijbehorende onderzoek heeft mij wel in twijfel
gebracht.
Dit schooljaar loop ik stage in groep 5/6, een combinatieklas op basisschool X in het dorpje X. Mijn
voorkeur voor dit schooljaar was middenbouw. Ik heb nog geen ervaring in een combinatieklas dus
dit jaar wordt een uitdaging wat in grote mate bijdraagt aan mijn ontwikkeling.
Vorig schooljaar was ik voornamelijk bezig met het uitvoeren van mijn beroepsproducten van de
PABO. Eén dag stage was dan vrij weinig om echt mijn eigen draai te kunnen vinden en echt een
band te kunnen opbouwen met de leerlingen. Terwijl ik aan het solliciteren was voor een nieuwe
stageplaats kwam de uitdaging van deze school op mijn pad; twee dagen als onderwijsassistent op de
school en één dag stage in groep 5/6. Ik heb deze kans met beiden handen aangegrepen.
In de praktijk ben ik eigenlijk drie dagen in dezelfde klas aan het werk. Ik geef op alle dagen les en op
één dag zoveel mogelijk, waarin ook de lesovergangen etc. vallen.
Hierdoor kan ik veel aandacht besteden aan het werken aan mijn opdrachten, het leerling contact,
het contact met collega’s en ouders, maar vooral mijn eigen ontwikkeling maakt een enorme
groeispurt door de berg ervaring die ik nu op doe. Tijdens mijn stage in een combinatieklas kan ik
veel leren over de verdeling en differentiatie in de groep.
Voordat ik aan deze opleiding begon, heb ik de opleiding sociaalpedagogische hulpverlening gedaan
op Avans Hogeschool en ik heb drie jaar gewerkt bij Amarant op een orthopedagogisch dagcentrum.
Hierdoor heb ik al veel ervaring gedaan met gedragsproblemen en stoornissen maar ook
ontwikkelingsstoornissen etc.
Met het thema passend onderwijs, onderzoek ik het gedrag van de leerlingen om uiteindelijk te
komen tot een groepsplan gedrag door middel van ontwerpen, uitvoeren en evalueren. Op dit
moment werkt deze school niet met groepsplannen, maar met kindplannen. Alle handelingsplannen
zijn op het individu afgestemd. Het zal dus helemaal nieuw zijn om een groepsplan op te stellen.
3
,Begrippen
Passend Onderwijs
Op de site van de Rijksoverheid wordt de definitie van passend onderwijs op onderstaande manier
omschreven:
Groepsplan Gedrag
In het boek Groepsplan Gedrag [ CITATION Van17 \l 1043 ] wordt een Groepsplan Gedrag op
onderstaande manier beschreven:
Handelingsgericht werken
In het boek Handelingsgericht werken in het passend onderwijs wordt handelingsgericht werken op
onderstaande manier beschreven:
Sociaal klimaat
Het sociale klimaat is de manier waarop we met elkaar omgaan, dit valt binnen het onderwijs onder
pedagogisch klimaat. Het pedagogisch klimaat wordt in Meer dan onderwijs[ CITATION Alk11 \l
1043 ] op onderstaande manier beschreven:
4
, Hoofdstuk 1. Oriëntatie
Basisschool X
Basisschool X is een dorpsschool waar, met een betrokken team in een plezierige sfeer, wordt
gewerkt aan uitdagend onderwijs. Er zijn op dit moment ongeveer 130 leerlingen en 10 medewerkers
aan de school verbonden. De leerlingen zijn voornamelijk afkomstig uit het dorp X in de gemeente
Rucphen. De school is gehuisvest in een authentiek schoolgebouw, waarin ook de peuteropvang, de
BSO en het bibliotheekpunt zijn gevestigd (BRON).
De school heeft veel aandacht voor het pedagogisch klimaat en sociaal- emotionele ontwikkeling: ze
streven naar een vriendelijk en veilig klimaat met orde en regelmaat voorop. Op de school wordt
'lekker in je vel zitten' net zo belangrijk gevonden als optimale leerresultaten, die per kind kunnen
verschillen en waarmee in het onderwijs rekening wordt gehouden (BRON).
In mijn stageklas (groep 5/6) staat het sociale, veilige klimaat altijd voorop. De leerlingen onderling
hebben relaties, maar ook de leerling-leerkracht. De leerkracht dient zich ervan bewust te zijn in een
groep als deze om juist en rechtmatig te handelen om de groep niet tegen zich gekeerd te krijgen.
Meersbergen & de Vries (2017) beschrijven heel duidelijk dat handelingsgericht werken niet alleen
het maken van groepsoverzichten en groepsplannen bevat, maar veel meer kaders bevat waarbij de
leerkracht zich zowel didactisch en pedagogisch kan ontwikkelen.
Het sociale, veilige klimaat is iets wat mijn praktijkbegeleidster erg belangrijk vindt. Zij besteed hier
dan ook veel aandacht aan. Vorig jaar had zij ook deze combinatieklas, toen was het groep 4/5. Je
merkt dat er veel aandacht is besteed aan het sociale, veilige klimaat in de klas. Er heerst een
prettige sfeer en kinderen durven zich te uiten, met emoties maar ook met vragen.
Vanaf de eerste schooldag is er direct ingezet op groepsvorming en een veilig, sociaal klimaat in de
klas. Dit om de fasen van groepsvorming meteen goed te doorlopen. Op dit moment heerst er een
goede en fijne werksfeer, de kinderen werken goed met elkaar samen en de interactie tussen de
kinderen is tot nu toe goed gebleken.
School Wide Positive Behavior Support (SWPBS)
Basisschool X is fanatiek bezig om zich te ontwikkelen naar een SWPBS-school.
SWPBS (SchoolWide Positive Behavior Support) is een werkwijze die zich volgens een doelmatige,
schoolbrede aanpak richt op het versterken van gewenst gedrag en het voorkomen van
probleemgedrag. Het doel is het creëren van een positieve, sociale omgeving, die het leren bevordert
en gedragsproblemen voorkomt.
De nadruk van PBS ligt op het stimuleren en belonen van positief gedrag, echter is er uiteraard ook
aandacht voor het ongewenst gedrag. Er gelden schoolbrede afspraken over hoe omgegaan wordt
met ongewenst gedrag en hoe gewenst gedrag van de kinderen beloond wordt. Daarnaast zijn er
schoolbrede gedragsverwachtingen waar iedereen zich in de school en in de klas aan houdt. Kinderen
leren hiermee om op een positieve manier met elkaar om te gaan. Samen zorgen ze voor een goede
sfeer in de groep en op school, zodat iedereen zich veilig voelt en met plezier naar school toe gaat
(BRON).
Anti-pestprotocol
De school heeft een anti-pestprotocol en er wordt gewerkt met uniforme gedragsregels en
afspraken. In de klas wordt met de kinderen regelmatig over pesten gesproken, zodat ze zich bewust
worden van de gevolgen die dit kan hebben.
Klachten van kinderen en ouders worden serieus genomen en indien nodig wordt actie ondernomen.
Met dit anti-pestprotocol verwachten de leerkrachten, samen met de kinderen en ouders een
5