Meth en stat.
HC 1 onderscheiden van onderzoek
Wetenschap: kennis EN proces om tot kennis te komen (=onderzoek)
- Fundamenteel onderzoek
o Verwerven kennis
- Toegepast onderzoek
o Gericht op toepassing
Empirische cyclus
- Formuleren onderzoeksvraag
o Scherp, concreet, ondubbelzinnig geformuleerd
o Specificatie van gebruikte termen
o Middels onderzoek te beantwoorden
o Ontstaan door inductief en deductief denken
- Opstellen hypothesen
- Kiezen en/of ontwikkelen van meetinstrument
- Kiezen van onderzoeksdesign
- Verzamelen van data
- Analyseren van data
- Conclusies trekken
Uitkomst van empirisch onderzoek zorgt voor feiten
Theorie integratie van feiten om fenomeen te verklaren
Principe ‘gids voor gedrag’
Probleemstelling beschrijf het probleem wat onderzocht wordt
Doelstelling wat je met het uitvoeren van het onderzoek poogt te bereiken
Vraagstelling specifieke vraag die je onderzoek gaat beantwoorden
Inductief redeneren nieuwe theorie te creëren (specifieke gevallen algemeen principe)
Deductief redeneren bestaande theorie te toetsen (algemeen principe specifieke
stelling)
WMO=wet medisch-wetenschappelijk onderzoek onderzoek door METc
- Medisch onderzoek
- Personen worden aan handeling/gedragsveranderingen onderworpen
, HC 2
Operationaliseren
- Begrippen zodanig omschrijven dat ze meetbaar worden
- Begrip zoals gemeten operationele definitie
Construct
- Niet alle variabelen zijn direct observeerbaar/meetbaar
- Gebruikt indicatoren om begrip meetbaar te maken
Hypothese
- Voorspelling omtrekt de uitkomst van je onderzoek
o Op basis van bestaande kennis theoretische hypothese
- In statestiek:
o H0: geen verband
o H1: wel verband
Populatie proef vrijwillig
Steekproef random
Mediator: Een statistische variabele die de relatie tussen twee andere variabelen verklaart.
Moderator: Variabele die de relatie tussen de onafhankelijke variabele en de afhankelijke
variabele wijzig
Confounder: Externe variabele die verband houdt met de onafhankelijke en afhankelijke
variabele
Meetniveau’s
Nominaal: gegevens worden gecategoriseerd zonder rangorder
Geslacht, type vervoersmiddel
Ordinaal: gegevens worden gecategoriseerd en gerangorderd
Opleidingsniveau, tevredenheidsscores
Interval: gegevens worden gecategoriseerd en gerangorderd, en intervallen tussen de
waardes zijn gelijk. Maar heeft geen nulpunt
Temperatuur, tijd
Ratio: zelfde eigenschappen als interval maar met een nulpunt
Gewicht, lengte, inkomen
HC 1 onderscheiden van onderzoek
Wetenschap: kennis EN proces om tot kennis te komen (=onderzoek)
- Fundamenteel onderzoek
o Verwerven kennis
- Toegepast onderzoek
o Gericht op toepassing
Empirische cyclus
- Formuleren onderzoeksvraag
o Scherp, concreet, ondubbelzinnig geformuleerd
o Specificatie van gebruikte termen
o Middels onderzoek te beantwoorden
o Ontstaan door inductief en deductief denken
- Opstellen hypothesen
- Kiezen en/of ontwikkelen van meetinstrument
- Kiezen van onderzoeksdesign
- Verzamelen van data
- Analyseren van data
- Conclusies trekken
Uitkomst van empirisch onderzoek zorgt voor feiten
Theorie integratie van feiten om fenomeen te verklaren
Principe ‘gids voor gedrag’
Probleemstelling beschrijf het probleem wat onderzocht wordt
Doelstelling wat je met het uitvoeren van het onderzoek poogt te bereiken
Vraagstelling specifieke vraag die je onderzoek gaat beantwoorden
Inductief redeneren nieuwe theorie te creëren (specifieke gevallen algemeen principe)
Deductief redeneren bestaande theorie te toetsen (algemeen principe specifieke
stelling)
WMO=wet medisch-wetenschappelijk onderzoek onderzoek door METc
- Medisch onderzoek
- Personen worden aan handeling/gedragsveranderingen onderworpen
, HC 2
Operationaliseren
- Begrippen zodanig omschrijven dat ze meetbaar worden
- Begrip zoals gemeten operationele definitie
Construct
- Niet alle variabelen zijn direct observeerbaar/meetbaar
- Gebruikt indicatoren om begrip meetbaar te maken
Hypothese
- Voorspelling omtrekt de uitkomst van je onderzoek
o Op basis van bestaande kennis theoretische hypothese
- In statestiek:
o H0: geen verband
o H1: wel verband
Populatie proef vrijwillig
Steekproef random
Mediator: Een statistische variabele die de relatie tussen twee andere variabelen verklaart.
Moderator: Variabele die de relatie tussen de onafhankelijke variabele en de afhankelijke
variabele wijzig
Confounder: Externe variabele die verband houdt met de onafhankelijke en afhankelijke
variabele
Meetniveau’s
Nominaal: gegevens worden gecategoriseerd zonder rangorder
Geslacht, type vervoersmiddel
Ordinaal: gegevens worden gecategoriseerd en gerangorderd
Opleidingsniveau, tevredenheidsscores
Interval: gegevens worden gecategoriseerd en gerangorderd, en intervallen tussen de
waardes zijn gelijk. Maar heeft geen nulpunt
Temperatuur, tijd
Ratio: zelfde eigenschappen als interval maar met een nulpunt
Gewicht, lengte, inkomen