Tentamen gym
Kennen leerstof:
Basisdocument:
Hoofdstuk 1 en hoofdstuk 2
Bewegingsonderwijs in het speellokaal
Hoofdstuk 1 en Hoofdstuk 2 2,1 - 2,2 - 2,4 - 2,5 - 2,6 en Hoofdstuk 3
Deel 3 behandelde clusters tijdens de lessen
Spelverloop en de regelingen kennen
Hoe kan je de activiteit makkelijker of moeilijker maken
Vervolgactiviteiten
Deel 4 Hoofdstuk 1, clusters 2, 3 en 4
Spelverloop en de regelingen kennen
Hoe kan je de activiteit makkelijker of moeilijker maken
Vervolgactiviteiten
Bijlage 1: Brede context (te vinden in de studiehandleiding)
,Basisdocument Bewegingsonderwijs voor het Basisonderwijs
Hoofdstuk 1 Het Vakconcept Bewegingsonderwijs in het Basisonderwijs
1.1 Het vakconcept bewegingsonderwijs in het basisonderwijs
Algemene doelstelling van het onderwijs in bewegen
Brede introductie geven op gebied van bewegingscultuur.
Ordening rond hoofdproblemen in het bewegen. Bewegingsonderwijs moet de leerling
aanspreken. Er zijn 12 leerlijnen met elke een dominante bewegingsuitdaging:
1. Balanceren 7. Mikken
2. Klimmen 8. Jongleren
3. Zwaaien 9. Doelspelen
4. Over de kop gaan 10. Tikspelen
5. Springen 11. Stoeispelen
6. Hardlopen 12. Bewegen op muziek
Reguleringsdoelen. Om goed deel te kunnen nemen aan de bewegingscultuur is het
belangrijk dat leerlingen ervaren en inzien dat de regels en omstandigheden van
bewegingssituaties veranderbaar zijn en dat deze kwaliteit ervan mede bepalen.
De plaats van onderwijs in bewegen op school
De school de dé plaats voor de ‘basiseducatie’ in bewegen. Voor basisschoolleerlingen is het
van belang dat de school en sociaal, veilig, boeiend en uitdagend leefklimaat biedt.
Tegenwoordig wordt er veel aangeboden op gebied buitenschools sportstimulering, zodat
kinderen in contact komen met allerlei sporten.
De maatschappelijke betekenis van sporten
Sport levert een belangrijke bijdrage aan de volksgezondheid. Sport kan gezien worden als
sociaal bindmiddel. Sport draagt bij als een goede ontspanner.
De aard van de bewegingsonderwijsleersituaties
Hierbij draait het om het accepteren van verantwoordelijkheid voor jezelf en voor anderen,
om het accepteren van beginselen van fair play, om het respecteren van andermans eigenheid
en grenzen en om het toetsen van de kwaliteit van bewegingssituaties aan aanvaarde
waardepatronen. Het levert een bijdrage aan hoe kinderen zich opstellen in de maatschappij.
Er wordt geleerd om zelfstandig te denken, zelfstandig te werken, verantwoordelijkheid leren
nemen, handelen en beslissingen relateren enz.
De bewegingskansen van de basisschoolleerling
De basisschoolleeftijd is een bij uitstek geschikte periode voor motorisch leren en voor het
ontwikkelen van een positieve bewegingsattitude. Kinderen bewegen en leren makkelijk.
Daarom moet het niveau van het vakmanschap niet tekortschieten, anders lopen kinderen
achterstand op in hun bewegingsontwikkeling.
Het evalueren van bewegingsonderwijsleersituaties
In elke les moet op een aan de leerlingen aangepaste wijze duidelijk gemaakt worden wat zij
moeten leren. Kan een kind evalueren of hij de hoofdproblemen van een bewegingssituatie
eigen heeft gemaakt? Evalueren heeft ook betrekken op het onderscheiden van verbanden.
BV: een kind moet begrijpen dat vrijlopen bij voetbal hetzelfde is al vrijlopen bij basketbal.
, Hoofdstuk 2 Het Beschrijvingskader van Leerlijnen en Tussendoelen
2.1 Leerlijnen
Leerlijnen zijn sequenties van leerinhouden. Leerlijnen geven een volgorde aan van na te
streven (tussen)doelen en daaraan gekoppelde kerninhouden. We onderscheiden bij
bewegingsonderwijs 12 leerlijnen. Elke leerlijn heeft bijbehorende thema’s.
2.2 Overzicht van leerlijnen en bewegingsthema’s
Bewegingsprobleem /
Leerlijn Bewegingsthema bewegingsuitdaging
Balanceren Evenwicht (is alleen)
Rijden Balans houden bij een rijtuig
Balanceren
Glijden Balans op glijvlak om vaart te houden
Acrobatiek Balans bij een beweging/pose met ander
Klauteren Handen en voeten verplaatsen
Klimmen
Touwklimmen Voldoende grip, steunpunten creëren
Schommelen Zwaai onderhouden door beweging
Zwaaien Hangend zwaaien Meebewegen aan zwaaiend toestel
Steunend zwaaien Komen tot steun op een zwaaiend toestel
Over de kop gaan Over de kop gaan Over de kop gaan en tijdig afremmen
Vrije sprong Afzetten om lang in de lucht te zweven
Steunspringen Afzetten of landen op een steunvlak
Springen Loopspringen Springen over een hindernis heen
Touwtjespringen Over een ronddraaiend touw springen
Ver- en hoogspringen Zo’n groot mogelijke afstand springen
Hardlopen Hardlopen Zo snel mogelijk lopen
Wegspelen Voorwerp zo hard/ver mogelijk krijgen
Mikken
Mikken Voorwerp spelen op een mikdoel
Werpen en Vangen Voorwerp wegspelen en vangen
Jongleren Soleren Voorwerp tikkend in beweging houden
Retourneren Heen-en-weer spelen van voorwerp (2p)
Keeperspelen Keeper passeren om doel te raken
Doelspelen Lummelspelen Lummel passeren met gooien van ‘n bal
Aangepaste sportspelen Tegenspeler passeren om te scoren
Tikspelen Een loper proberen te tikken
Tikspelen Afgooispel Een loper proberen af te gooien
Honkloopspelen Loper uittikken of branden op een honk
Stoeispelen Stoeispelen Duwen of trekken aan tegenstander
Bewegen n.a.v. het tempo van de muziek Bewegen aanpassen op ritme en tempo
Bewegen op
Bewegen n.a.v. frasering in de muziek Bewegen aanpassen n.a.v. de frasering
muziek
Een dans uitvoeren op muziek Bewegingspatronen uitvoeren op muziek
2.3 Kernactiviteiten
Kennen leerstof:
Basisdocument:
Hoofdstuk 1 en hoofdstuk 2
Bewegingsonderwijs in het speellokaal
Hoofdstuk 1 en Hoofdstuk 2 2,1 - 2,2 - 2,4 - 2,5 - 2,6 en Hoofdstuk 3
Deel 3 behandelde clusters tijdens de lessen
Spelverloop en de regelingen kennen
Hoe kan je de activiteit makkelijker of moeilijker maken
Vervolgactiviteiten
Deel 4 Hoofdstuk 1, clusters 2, 3 en 4
Spelverloop en de regelingen kennen
Hoe kan je de activiteit makkelijker of moeilijker maken
Vervolgactiviteiten
Bijlage 1: Brede context (te vinden in de studiehandleiding)
,Basisdocument Bewegingsonderwijs voor het Basisonderwijs
Hoofdstuk 1 Het Vakconcept Bewegingsonderwijs in het Basisonderwijs
1.1 Het vakconcept bewegingsonderwijs in het basisonderwijs
Algemene doelstelling van het onderwijs in bewegen
Brede introductie geven op gebied van bewegingscultuur.
Ordening rond hoofdproblemen in het bewegen. Bewegingsonderwijs moet de leerling
aanspreken. Er zijn 12 leerlijnen met elke een dominante bewegingsuitdaging:
1. Balanceren 7. Mikken
2. Klimmen 8. Jongleren
3. Zwaaien 9. Doelspelen
4. Over de kop gaan 10. Tikspelen
5. Springen 11. Stoeispelen
6. Hardlopen 12. Bewegen op muziek
Reguleringsdoelen. Om goed deel te kunnen nemen aan de bewegingscultuur is het
belangrijk dat leerlingen ervaren en inzien dat de regels en omstandigheden van
bewegingssituaties veranderbaar zijn en dat deze kwaliteit ervan mede bepalen.
De plaats van onderwijs in bewegen op school
De school de dé plaats voor de ‘basiseducatie’ in bewegen. Voor basisschoolleerlingen is het
van belang dat de school en sociaal, veilig, boeiend en uitdagend leefklimaat biedt.
Tegenwoordig wordt er veel aangeboden op gebied buitenschools sportstimulering, zodat
kinderen in contact komen met allerlei sporten.
De maatschappelijke betekenis van sporten
Sport levert een belangrijke bijdrage aan de volksgezondheid. Sport kan gezien worden als
sociaal bindmiddel. Sport draagt bij als een goede ontspanner.
De aard van de bewegingsonderwijsleersituaties
Hierbij draait het om het accepteren van verantwoordelijkheid voor jezelf en voor anderen,
om het accepteren van beginselen van fair play, om het respecteren van andermans eigenheid
en grenzen en om het toetsen van de kwaliteit van bewegingssituaties aan aanvaarde
waardepatronen. Het levert een bijdrage aan hoe kinderen zich opstellen in de maatschappij.
Er wordt geleerd om zelfstandig te denken, zelfstandig te werken, verantwoordelijkheid leren
nemen, handelen en beslissingen relateren enz.
De bewegingskansen van de basisschoolleerling
De basisschoolleeftijd is een bij uitstek geschikte periode voor motorisch leren en voor het
ontwikkelen van een positieve bewegingsattitude. Kinderen bewegen en leren makkelijk.
Daarom moet het niveau van het vakmanschap niet tekortschieten, anders lopen kinderen
achterstand op in hun bewegingsontwikkeling.
Het evalueren van bewegingsonderwijsleersituaties
In elke les moet op een aan de leerlingen aangepaste wijze duidelijk gemaakt worden wat zij
moeten leren. Kan een kind evalueren of hij de hoofdproblemen van een bewegingssituatie
eigen heeft gemaakt? Evalueren heeft ook betrekken op het onderscheiden van verbanden.
BV: een kind moet begrijpen dat vrijlopen bij voetbal hetzelfde is al vrijlopen bij basketbal.
, Hoofdstuk 2 Het Beschrijvingskader van Leerlijnen en Tussendoelen
2.1 Leerlijnen
Leerlijnen zijn sequenties van leerinhouden. Leerlijnen geven een volgorde aan van na te
streven (tussen)doelen en daaraan gekoppelde kerninhouden. We onderscheiden bij
bewegingsonderwijs 12 leerlijnen. Elke leerlijn heeft bijbehorende thema’s.
2.2 Overzicht van leerlijnen en bewegingsthema’s
Bewegingsprobleem /
Leerlijn Bewegingsthema bewegingsuitdaging
Balanceren Evenwicht (is alleen)
Rijden Balans houden bij een rijtuig
Balanceren
Glijden Balans op glijvlak om vaart te houden
Acrobatiek Balans bij een beweging/pose met ander
Klauteren Handen en voeten verplaatsen
Klimmen
Touwklimmen Voldoende grip, steunpunten creëren
Schommelen Zwaai onderhouden door beweging
Zwaaien Hangend zwaaien Meebewegen aan zwaaiend toestel
Steunend zwaaien Komen tot steun op een zwaaiend toestel
Over de kop gaan Over de kop gaan Over de kop gaan en tijdig afremmen
Vrije sprong Afzetten om lang in de lucht te zweven
Steunspringen Afzetten of landen op een steunvlak
Springen Loopspringen Springen over een hindernis heen
Touwtjespringen Over een ronddraaiend touw springen
Ver- en hoogspringen Zo’n groot mogelijke afstand springen
Hardlopen Hardlopen Zo snel mogelijk lopen
Wegspelen Voorwerp zo hard/ver mogelijk krijgen
Mikken
Mikken Voorwerp spelen op een mikdoel
Werpen en Vangen Voorwerp wegspelen en vangen
Jongleren Soleren Voorwerp tikkend in beweging houden
Retourneren Heen-en-weer spelen van voorwerp (2p)
Keeperspelen Keeper passeren om doel te raken
Doelspelen Lummelspelen Lummel passeren met gooien van ‘n bal
Aangepaste sportspelen Tegenspeler passeren om te scoren
Tikspelen Een loper proberen te tikken
Tikspelen Afgooispel Een loper proberen af te gooien
Honkloopspelen Loper uittikken of branden op een honk
Stoeispelen Stoeispelen Duwen of trekken aan tegenstander
Bewegen n.a.v. het tempo van de muziek Bewegen aanpassen op ritme en tempo
Bewegen op
Bewegen n.a.v. frasering in de muziek Bewegen aanpassen n.a.v. de frasering
muziek
Een dans uitvoeren op muziek Bewegingspatronen uitvoeren op muziek
2.3 Kernactiviteiten
