§1 Het ontstaan van de industriële revolutie
Industriële revolutie: De verandering van landbouw naar industrie
Industriële samenleving: Een samenleving waar goederen in fabrieken worden
. gemaakt en de meeste mensen in steden wonen.
Industrialisatie: Van een landbouw- naar een industriële samenleving
18de eeuw: Groot-Brittannië
1800: België
begin 19de eeuw: West-Europa en VS
eind 19de eeuw: Oost-Europa en Japan
20ste eeuw: rest van de wereld
§2 Verandering in het gebruik van arbeid
Eind 18de eeuw: nieuwe uitvindingen → machines namen arbeid
over
● ambachtslieden verloren hun werk door arbeiders die aan de lopende
band werken (arbeidsverdeling) (Ford 193)
Voordelen massaproductie: sneller, goedkoper, betaalbaar voor klanten, meer
werkvoorzieningen
§3 Verandering in het gebruik van natuur
De natuur wordt benut voor nieuwe energie
18de eeuw: stoom, verbranding van olie en gas, elektriciteit
19de eeuw: stoom opgewekt door verbranding hout of steenkool
21ste eeuw: kern-, wind- en zonne-energie
Elektriciteit wordt een nieuwe bron van energie
In de 19de eeuw konden uitvinders de energie goed benutten en elektriciteit.
Er werden veel uitvindingen gedaan zoals de gloeilamp en de dynamo.
Nieuwe ´grondstoffen´ uit aardolie en steenkool
Rond 1900 kwam men erachter dat olie niet alleen voor lampen en
smeermiddel gebruikt kon worden, maar ook voor brandstof voor motoren en
grondstof voor andere producten.
, §4 Verandering in het gebruik van techniek
Mensen kunnen veel sneller contact met elkaar krijgen
tot 18de eeuw: contact via mondeling en brieven
vanaf 19de eeuw: contact via telegraaf, telefoon en draadloze telegrafie
Mogelijkheid om te amuseren en informeren nemen enorm toe
● Geluid kan worden opgenomen (1877), radio´s (1897), films (1900) en
televisies (20ste eeuw) werden door de tijd uitgevonden.
● De typemachine verdween toen in 1980 de computer op de markt
kwam.
Nieuwe vervoersmiddelen: spoorwegen, stoomboten, auto´s en
vliegtuigen
● spoorwegnetten (eind 19de eeuw)
● stoomschepen (eind 19de eeuw)
zware goederen over grotere afstanden, meer contact tussen
werelddelen
● auto´s (20ste eeuw)
● vliegtuig (20ste eeuw)
voor WOI voor particulier gebruik, na WOI ook economische betekenis
§5 Verandering in het kapitalisme: van
handelskapitalisme naar industrieel kapitalisme
Ontstaan van industrieel kapitalisme
kenmerken industrieel kapitalisme:
1. Fabrieken en mijnen worden de belangrijkste bedrijven
2. De productie komt in handen van fabrikanten en grootindustriëlen
(veel ondernemers aan het hoofd van fabrieken)
3. Vanaf 1870 worden de meeste grote ondernemerschappen nv´s
(bestuurd door een groep mensen)
Vanaf eind 19de eeuw inmenging van de overheid op beperkte schaal
uitgangspunt kapitalisme:
● voor 20ste eeuw: overheid geen bemoeienis met de economie
● na de 20ste eeuw: overheid moet bepaalde taken op zich nemen
Industriële revolutie: De verandering van landbouw naar industrie
Industriële samenleving: Een samenleving waar goederen in fabrieken worden
. gemaakt en de meeste mensen in steden wonen.
Industrialisatie: Van een landbouw- naar een industriële samenleving
18de eeuw: Groot-Brittannië
1800: België
begin 19de eeuw: West-Europa en VS
eind 19de eeuw: Oost-Europa en Japan
20ste eeuw: rest van de wereld
§2 Verandering in het gebruik van arbeid
Eind 18de eeuw: nieuwe uitvindingen → machines namen arbeid
over
● ambachtslieden verloren hun werk door arbeiders die aan de lopende
band werken (arbeidsverdeling) (Ford 193)
Voordelen massaproductie: sneller, goedkoper, betaalbaar voor klanten, meer
werkvoorzieningen
§3 Verandering in het gebruik van natuur
De natuur wordt benut voor nieuwe energie
18de eeuw: stoom, verbranding van olie en gas, elektriciteit
19de eeuw: stoom opgewekt door verbranding hout of steenkool
21ste eeuw: kern-, wind- en zonne-energie
Elektriciteit wordt een nieuwe bron van energie
In de 19de eeuw konden uitvinders de energie goed benutten en elektriciteit.
Er werden veel uitvindingen gedaan zoals de gloeilamp en de dynamo.
Nieuwe ´grondstoffen´ uit aardolie en steenkool
Rond 1900 kwam men erachter dat olie niet alleen voor lampen en
smeermiddel gebruikt kon worden, maar ook voor brandstof voor motoren en
grondstof voor andere producten.
, §4 Verandering in het gebruik van techniek
Mensen kunnen veel sneller contact met elkaar krijgen
tot 18de eeuw: contact via mondeling en brieven
vanaf 19de eeuw: contact via telegraaf, telefoon en draadloze telegrafie
Mogelijkheid om te amuseren en informeren nemen enorm toe
● Geluid kan worden opgenomen (1877), radio´s (1897), films (1900) en
televisies (20ste eeuw) werden door de tijd uitgevonden.
● De typemachine verdween toen in 1980 de computer op de markt
kwam.
Nieuwe vervoersmiddelen: spoorwegen, stoomboten, auto´s en
vliegtuigen
● spoorwegnetten (eind 19de eeuw)
● stoomschepen (eind 19de eeuw)
zware goederen over grotere afstanden, meer contact tussen
werelddelen
● auto´s (20ste eeuw)
● vliegtuig (20ste eeuw)
voor WOI voor particulier gebruik, na WOI ook economische betekenis
§5 Verandering in het kapitalisme: van
handelskapitalisme naar industrieel kapitalisme
Ontstaan van industrieel kapitalisme
kenmerken industrieel kapitalisme:
1. Fabrieken en mijnen worden de belangrijkste bedrijven
2. De productie komt in handen van fabrikanten en grootindustriëlen
(veel ondernemers aan het hoofd van fabrieken)
3. Vanaf 1870 worden de meeste grote ondernemerschappen nv´s
(bestuurd door een groep mensen)
Vanaf eind 19de eeuw inmenging van de overheid op beperkte schaal
uitgangspunt kapitalisme:
● voor 20ste eeuw: overheid geen bemoeienis met de economie
● na de 20ste eeuw: overheid moet bepaalde taken op zich nemen
