100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
College aantekeningen

Quantitative methods

Beoordeling
5,0
(1)
Verkocht
4
Pagina's
82
Geüpload op
26-10-2024
Geschreven in
2024/2025

Dit document bevat alle aantekeningen van de hoorcolleges van quantitative methods in het Nederlands (vertaald) uit 2024/2025. Ook zit er een handig overzicht in van nog eens alle interpetaties uit outputs per hoorcollege op een rijtje. Het vak is gegeven voor de hele faculteit der mangementwetenschappen op Radboud Universiteit, maar specifiek voor opleiding is dit voor geografie, planologie en milieu. Alles is uitgebreid uitgelegd (voor mensen die wat minder goed waren in statistiek zoals ik) en duidelijk.

Meer zien Lees minder











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
26 oktober 2024
Aantal pagina's
82
Geschreven in
2024/2025
Type
College aantekeningen
Docent(en)
Martin van der velde
Bevat
Alle colleges

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Inhoudsopgave alle hoorcollege aantekeningen

Week 1: Intro, Variables and Techniques, OLS (HC 1,2) → blz 1

Week 2: Discrete Choice models (HC 3,4) → blz 10

Week 3: Temporal dimension and quantitative analysis (HC 5,6) → blz 20

Week 4: Spatial Analysis Techniques (HC 7) → blz 29

Week 5: Structural Equation Modelling (HC8,9) → blz 39

Week 6: Structural Equation Modelling (HC 10) → blz 60

Overzicht van Statistische Outputinterpretatie

Samenvatting/overview

Oefentoets




1

,Week 1. Intro, Variables and Techniques, OLS
Hoorcollege 1,2

Algemene Overwegingen in Kwantitatieve Methoden

Er zijn twee hoofdtypen variabelen: de afhankelijke variabele (dependent variable), die de
uitkomst is die je wilt verklaren, en de onafhankelijke variabele (independent variable), die
de afhankelijke variabele beïnvloedt. Daarnaast worden variabelen onderverdeeld in
manifest en latente variabelen. Manifest variabelen zijn direct meetbaar, zoals leeftijd of
inkomen, terwijl latente variabelen niet direct meetbaar zijn, zoals tevredenheid of motivatie.
Deze laatste vereisen hulpvariabelen om te kunnen meten.

Afhankelijk van het type variabele worden verschillende analysemethoden toegepast. Voor
metrische variabelen (interval en ratio) wordt lineaire regressie met de OLS-methode
gebruikt, wat het hoofdonderwerp is van dit themablok. Ordinale variabelen worden
geanalyseerd met ordered logit regressie, en nominale variabelen met multinomiale logit
regressie (bijvoorbeeld binaire keuzes via logistische regressie).

Inductieve en Deductieve Benadering

Er zijn twee benaderingen om onderzoek te doen: inductief en deductief. Bij een
inductieve benadering (meestal kwalitatief) werk je bottom-up. Je begint met empirische
observaties en probeert trends, patronen en theorieën te ontdekken. Deductief onderzoek
(meestal kwantitatief) werkt top-down. Hierbij begin je met bestaande theorieën uit de
literatuur, die je operationaliseert naar concepten. Deze concepten zet je om naar
variabelen. Dit is een theorie-gedreven aanpak.

Zodra je een theoretisch kader hebt, verzamel je kwantitatieve data om de theorieën te
bevestigen. Het fenomeen dat je wilt onderzoeken, is een theoretisch concept dat moet
worden geoperationaliseerd, zodat het onderzoekbaar wordt en je het in cijfers kunt
uitdrukken.

Meetniveau bepaalt welke informatie je genereert:

● Nominaal: Er zit geen rangschikking in, de enige informatie is ja of nee, vaak
kwalitatief zoals geslacht. Er worden vaak percentages gebruikt om aan te geven
welke groep het vaakst voorkomt. Voorbeelden zijn cirkeldiagrammen en
staafdiagrammen.
● Ordinaal: Wel rangschikking, maar de stappen ertussen zijn niet per se even groot.
Hierdoor kun je bijvoorbeeld geen gemiddelde berekenen.
● Interval (metrisch): De stappen tussen waarden zijn even groot, en je kunt een
gemiddelde berekenen, maar er is geen absoluut nulpunt.
● Ratio (metrisch): Het nummer betekent iets, de stappen zijn even groot en er is een
absoluut nulpunt (bijvoorbeeld lengte, die niet negatief kan zijn).

Perfecte data is direct meetbaar en kwantitatief. Interval en ratio zijn kwantitatieve
(metrische) variabelen.




2

,Lineaire Regressie (OLS)

De afhankelijke variabele Y wordt gemodelleerd als een lineaire functie van de
onafhankelijke variabelen X1,X2,...,Xm​. Dit wordt weergegeven in de formule:




waarbij E(Yi∣Xi) de verwachte waarde van Y gegeven X is. Hierin is β0​het intercept, dat de
waarde van Y aangeeft wanneer alle X-variabelen nul zijn. De coëfficiënten β1,β2,…,βm​
vertegenwoordigen het effect van elke onafhankelijke variabele op de afhankelijke variabele
Y. Beta is de helling (gemiddeld effect).

Omdat in de praktijk specifieke waarnemingen afwijken van de verwachte waarde, wordt een
error term ϵi toegevoegd aan het model om willekeurige variaties en meetfouten te
verklaren:

Yi=β0+β1Xi1+β2Xi2+⋯+βmXim+ϵi

De error term ϵi geeft het verschil weer tussen de
daadwerkelijke waarde en de voorspelde waarde van
Y. Het wordt verondersteld dat de verwachte waarde
van ϵi gelijk is aan nul (E(ϵi)=0, zodat de errors
gemiddeld gezien geen invloed hebben op het model.



R-Squared (R²)

R-squared geeft aan hoe goed een regressiemodel de variatie in de afhankelijke variabele
Y verklaart. Het wordt ook wel de goodness-of-fit genoemd en toont het percentage van de
totale variatie in Y dat door het model wordt verklaard.

● Een hoge R2-waarde betekent dat het model de gegevens goed verklaart en een
groot deel van de variatie in Y kan voorspellen.
● Een lage R2-waarde geeft aan dat het model weinig van de variatie in Y verklaart,
wat betekent dat er mogelijk andere factoren zijn die Y beïnvloeden en niet in het
model zijn opgenomen.

Een R2-waarde dichtbij 1 wijst op een sterke fit van het model, terwijl een waarde dichter bij
0 op een zwakke fit duidt.

Aannames voor een Lineair Regressiemodel

In alle modellen die we gaan gebruiken zijn er 4 stappen die moeten worden doorgelopen.
De stappen die we nemen zijn altijd hetzelfde: testing model assumptions, model relavance,
model significance, testing of individual efects/coefficients.




3

, 1. Testing Model Assumptions:
● Dit gebeurt door visuele inspecties en
statistische tests. We gebruiken bijvoorbeeld
scatterplots om lineariteit te checken, een Q-Q
plot of histogram om de normale verdeling van
residuen te controleren, en een residual plot
om homoscedasticiteit (gelijke spreiding van
residuen) te bevestigen.
2. Model Relevance:
● We bepalen of het model relevant is door te
kijken naar de theoretische onderbouwing en
context van de variabelen. Hiervoor
controleren we of de geselecteerde variabelen logisch en belangrijk zijn om de
afhankelijke variabele te voorspellen.
3. Model Significance:
● We gebruiken de F-test om te bepalen of het model als geheel significant is. Als de
F-waarde groot genoeg is (met een bijbehorende lage p-waarde), betekent dit dat het
model een betekenisvolle bijdrage levert aan het voorspellen van de afhankelijke
variabele.
4. Testing of Individual Effects/Coefficients:
● Hier gebruiken we t-tests voor elke onafhankelijke variabele om te beoordelen of hun
effecten significant zijn. Een significante t-waarde (met een lage p-waarde) geeft aan
dat de betreffende variabele een belangrijke invloed heeft op de afhankelijke
variabele.




1. Check Model Assumptions

Om een betrouwbaar en geldig regressiemodel te bouwen, moeten een aantal aannames
(assumptions) gecontroleerd worden. Deze aannames helpen ons te bepalen of het lineaire
regressiemodel geschikt is voor de data en of de resultaten interpreteerbaar en
generaliseerbaar zijn (dit is niet statistisch). De belangrijkste aannames zijn:

1. Onafhankelijke Observaties:
○ Elke observatie in de dataset moet onafhankelijk zijn van de andere. Dit
betekent dat de waarde van een observatie geen invloed mag hebben op de
waarde van een andere observatie. Dit kan je niet statistisch bekijken.
2. Lineariteit:
○ De relatie tussen de onafhankelijke variabele(n) en de afhankelijke variabele
moet lineair zijn. Dit houdt in dat als je de onafhankelijke variabele(n)
verandert, de verandering in de afhankelijke variabele constant blijft. Een
scatterplot tussen elke onafhankelijke variabele en de afhankelijke variabele
kan helpen om te controleren of er een lineair verband is. In de figuur kan je




4

Beoordelingen van geverifieerde kopers

Alle reviews worden weergegeven
3 maanden geleden

5,0

1 beoordelingen

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0
Betrouwbare reviews op Stuvia

Alle beoordelingen zijn geschreven door echte Stuvia-gebruikers na geverifieerde aankopen.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
roosverhagen2004 Radboud Universiteit Nijmegen
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
37
Lid sinds
1 jaar
Aantal volgers
1
Documenten
22
Laatst verkocht
4 dagen geleden

4,4

7 beoordelingen

5
5
4
1
3
0
2
1
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen