Casus 1 +
Re: pariëtale
Dhr Timmers.
Bloedig: Hemmorhagic
Sensormotorisch: (kan je zien)
Verminderde rompstabiliteit (TCT test)
Kracht verminderen (MRC, MI of functioneel opstaan) – ADL (BI)
Uitval linkerzijde (vragen om lichaamsdeel te bewegen)
Veranderd looppatroon (ganganalyse) functioneel lopen)
Minderde grove motoriek in de ledematen (grote bewegingen laten maken)
Verminderde arm-handvaardigheid (FAT)
Bouma verminderd (evenwicht)? Testen door BBS
Cognitief/neuro- psychologisch (wat het brein aanstuurt en je niet kunt zien)
Impulsief (functioneel onderzoek)
Ruimtelijk inzicht (parcour functioneel) (kubus in elkaar zetten)
Neglect (aangedane zijde zitten, door deuropening lopen, teken test)
Hemianopsie (vingers op verschillende hoogtes posities voor het gezicht houden)
Verminderde sensibiliteit (aantikken ogen dicht, extensiefenomeen)
Hemi inattentie (functioneel reiken. Pionnetje aantikken)
Anosognosie (vragen wat kan je zelfstandig en het laten doen)
Apraxie (brood smeren, wc bezoek, broek wisselen)
Prosopagnosie: (gezichtsherkenning (bekende personen)
Sociaal emotioneel
Vertrouw in lichaam (functioneel) (grens van kunnen niet kunnen) (anamnese) door
uitvalsverschijnselen
Sneller moe (anamnese)
Snel impulsief gedrag
Snel aangebrand (anamnese)
Moeite van begrijpen humor (moppenmaken)
Bewegingsangst (functioneel op de grens niet kunnen en wel kunnen)
Mobiliteit in bed: geen bijzonderheden.
Opstaan: dhr. moet visueel controleren of zijn aangedane voet goed staat, dit voelt hij niet.
Oefeningen:
- Blinddoek opdoen en zijn voet sturen naar de goede richting. En vervolgens het nog eens
zelf laten proberen. Zonder bijsturing
- 2 blokken neerleggen en daar tussen moet meneer zijn voet plaatsen
- eerst je hak neerzetten, eerst je teen neerzetten
Staan: geen bijzonderheden.
Transfers: geen bijzonderheden. Dhr. hoeft deze ook niet meer te maken, aangezien hij zich
lopend verplaatst.
Lopen: dhr. loopt met rollator onder toezicht. Heeft nog niet zonder rollator gelopen. En ook
nog niet op ongelijke ondergrond. Hierop heeft dhr. de neiging om de enkel te verzwikken
omdat hij hierin niks voelt. Dhr. is erg onzeker tijdens het lopen.
- Zwachtelen voor extra ondersteuning
-
, Traplopen: hij is erg onzeker met traplopen en houdt de leuning goed vast. Hij moet visueel
de plaatsing van zijn voet controleren.
- op een step oefenen met het plaatsen van zijn voet. Eerst visueel controle. Dan het
neerzetten van de hak naar neerzetten van hele voet.
Arm-hand vaardigheid: dhr. heeft moeite met iets vastpakken. Laat regelmatig iets uit zijn
handen vallen. Dit maakt dhr. onzeker.
- Handkracht oefeningen doen (knijper)
- verschillende voorwerpen (groot > klein) naast elkaar zetten en die op laten pakken
Casus 2
Cerebellair infarct
Sensormotorisch:
Balans verstoring (BBS) over iets heen laten lopen
Coordinatie probleem (alterende bewegingen) bal gooien bovenlangs
Ataxie opvallend breedgangspoor : vinger – vinger. Vinger – neus test
Fijne motoriek: blokjes. FAT)
Zwakke spieren hypotonie (MRC)
Neuro psychologisch:
Moeite met plannen (anamnese)
Nystagmus (kijken)
Switchen van ene naar andere taak (dubbeltaak)
Afasie (dysartrie) (anamnese)
Duizeligheid (vragen)
Sociaal emotioneel:
Vangangst (functioneel op de grens wel niet kunnen)
Persoonlijkheidsverandering (heteroanamnese)
Depressie (anamnese)
Verslavingsgevoeligheid (anamnese, heteroanamnese)
Rolstoelvaardigheden: dhr. verplaatst zich niet zelfstandig binnen het ziekenhuis.
- oefenen met het rijden in een rolstoel eventueel met een voetrolstoel
- oefenen met het rijden in een rolstoel eventueel zelf met handen rollen
Mobiliteit in bed: dhr. kan zelfstandig zijwaarts verplaatsen. Dhr. kan zelfstandig naar links en
rechts draaien. Dhr. kan met hulp van de bedrand tot zit komen. Tijdens alle verplaatsingen
maakt de dhr. ongecontroleerde bewegingen.
- meneer ritmisch laten draaien. Wellicht op het ritme van een metronoom
Zitten: dhr. kan zelfstandig op de bedrand zitten met steun van de voeten aan de grond en de
handen op de schoot (dus zonder steunname van de handen).
- reiken in bidgreep
- BOS verkleinen
- zittherapie
Opstaan-zitten: dhr. kan onder toezicht en in meerdere pogingen opstaan vanuit de (rol)stoel
met veel steunname van beide handen aan de leuningen. Gaan zitten idem. Ook onder
toezicht. De neergaande beweging is soms ongecontroleerd.
- repetition without repetition (misschien in dezelfde casus alleen repetition)
- ritmisch oefenen met meneer zodat die elke keer dezelfde handelingen afloopt
Re: pariëtale
Dhr Timmers.
Bloedig: Hemmorhagic
Sensormotorisch: (kan je zien)
Verminderde rompstabiliteit (TCT test)
Kracht verminderen (MRC, MI of functioneel opstaan) – ADL (BI)
Uitval linkerzijde (vragen om lichaamsdeel te bewegen)
Veranderd looppatroon (ganganalyse) functioneel lopen)
Minderde grove motoriek in de ledematen (grote bewegingen laten maken)
Verminderde arm-handvaardigheid (FAT)
Bouma verminderd (evenwicht)? Testen door BBS
Cognitief/neuro- psychologisch (wat het brein aanstuurt en je niet kunt zien)
Impulsief (functioneel onderzoek)
Ruimtelijk inzicht (parcour functioneel) (kubus in elkaar zetten)
Neglect (aangedane zijde zitten, door deuropening lopen, teken test)
Hemianopsie (vingers op verschillende hoogtes posities voor het gezicht houden)
Verminderde sensibiliteit (aantikken ogen dicht, extensiefenomeen)
Hemi inattentie (functioneel reiken. Pionnetje aantikken)
Anosognosie (vragen wat kan je zelfstandig en het laten doen)
Apraxie (brood smeren, wc bezoek, broek wisselen)
Prosopagnosie: (gezichtsherkenning (bekende personen)
Sociaal emotioneel
Vertrouw in lichaam (functioneel) (grens van kunnen niet kunnen) (anamnese) door
uitvalsverschijnselen
Sneller moe (anamnese)
Snel impulsief gedrag
Snel aangebrand (anamnese)
Moeite van begrijpen humor (moppenmaken)
Bewegingsangst (functioneel op de grens niet kunnen en wel kunnen)
Mobiliteit in bed: geen bijzonderheden.
Opstaan: dhr. moet visueel controleren of zijn aangedane voet goed staat, dit voelt hij niet.
Oefeningen:
- Blinddoek opdoen en zijn voet sturen naar de goede richting. En vervolgens het nog eens
zelf laten proberen. Zonder bijsturing
- 2 blokken neerleggen en daar tussen moet meneer zijn voet plaatsen
- eerst je hak neerzetten, eerst je teen neerzetten
Staan: geen bijzonderheden.
Transfers: geen bijzonderheden. Dhr. hoeft deze ook niet meer te maken, aangezien hij zich
lopend verplaatst.
Lopen: dhr. loopt met rollator onder toezicht. Heeft nog niet zonder rollator gelopen. En ook
nog niet op ongelijke ondergrond. Hierop heeft dhr. de neiging om de enkel te verzwikken
omdat hij hierin niks voelt. Dhr. is erg onzeker tijdens het lopen.
- Zwachtelen voor extra ondersteuning
-
, Traplopen: hij is erg onzeker met traplopen en houdt de leuning goed vast. Hij moet visueel
de plaatsing van zijn voet controleren.
- op een step oefenen met het plaatsen van zijn voet. Eerst visueel controle. Dan het
neerzetten van de hak naar neerzetten van hele voet.
Arm-hand vaardigheid: dhr. heeft moeite met iets vastpakken. Laat regelmatig iets uit zijn
handen vallen. Dit maakt dhr. onzeker.
- Handkracht oefeningen doen (knijper)
- verschillende voorwerpen (groot > klein) naast elkaar zetten en die op laten pakken
Casus 2
Cerebellair infarct
Sensormotorisch:
Balans verstoring (BBS) over iets heen laten lopen
Coordinatie probleem (alterende bewegingen) bal gooien bovenlangs
Ataxie opvallend breedgangspoor : vinger – vinger. Vinger – neus test
Fijne motoriek: blokjes. FAT)
Zwakke spieren hypotonie (MRC)
Neuro psychologisch:
Moeite met plannen (anamnese)
Nystagmus (kijken)
Switchen van ene naar andere taak (dubbeltaak)
Afasie (dysartrie) (anamnese)
Duizeligheid (vragen)
Sociaal emotioneel:
Vangangst (functioneel op de grens wel niet kunnen)
Persoonlijkheidsverandering (heteroanamnese)
Depressie (anamnese)
Verslavingsgevoeligheid (anamnese, heteroanamnese)
Rolstoelvaardigheden: dhr. verplaatst zich niet zelfstandig binnen het ziekenhuis.
- oefenen met het rijden in een rolstoel eventueel met een voetrolstoel
- oefenen met het rijden in een rolstoel eventueel zelf met handen rollen
Mobiliteit in bed: dhr. kan zelfstandig zijwaarts verplaatsen. Dhr. kan zelfstandig naar links en
rechts draaien. Dhr. kan met hulp van de bedrand tot zit komen. Tijdens alle verplaatsingen
maakt de dhr. ongecontroleerde bewegingen.
- meneer ritmisch laten draaien. Wellicht op het ritme van een metronoom
Zitten: dhr. kan zelfstandig op de bedrand zitten met steun van de voeten aan de grond en de
handen op de schoot (dus zonder steunname van de handen).
- reiken in bidgreep
- BOS verkleinen
- zittherapie
Opstaan-zitten: dhr. kan onder toezicht en in meerdere pogingen opstaan vanuit de (rol)stoel
met veel steunname van beide handen aan de leuningen. Gaan zitten idem. Ook onder
toezicht. De neergaande beweging is soms ongecontroleerd.
- repetition without repetition (misschien in dezelfde casus alleen repetition)
- ritmisch oefenen met meneer zodat die elke keer dezelfde handelingen afloopt