Week 2: screeningsvragenlijsten
Testbatterij ASEBA vragenlijsten: verzameling instrumenten die informatie verzamelen over
emotionele/gedragsproblemen bij kinderen. De Child Behavior Checklist (CBCL, ingevuld door
ouders), de Teacher’s Report Form (TRF, ingevuld door docenten) en de Youth Self Report (YSR,
ingevuld door de kinderen zelf). De CBCL, TRF en YSR hebben een externaliserende en
internaliserende schaal.
Meetpretentie: emotionele en gedragsproblemen van kinderen
o De CBCL bestaat uit vaardigheids/competentievragen en emo- en gedragsproblem.
o De TRF bestaat uit emotionele en gedragsproblemen vragen.
o Op de YSR staan 16 sociaal wenselijke vragen en 102 specifieke probleemvragen.
1. Angstig/depressief
2. Teruggetrokken/depressief
3. Lichamelijke klachten
4. Sociale problemen
5. Denkproblemen
6. Aandachtsproblemen
7. Regelovertredend gedrag
8. Agressief gedrag
Meet ook externaliseren en internaliseren. Kan ook zeggen: ik
verwacht dat pietje hoog scoort op de internaliserende schaal.
Hoge score betekent: meer problemen
Doelgroep: 4-18 jaar
SCL-90: Symptom Checklist 90
Meetpretentie: mate van lichamelijke en psychische klachten (zelfbeoordeling). Dimensies:
1. Angst
2. Agorafobie
3. Depressie
4. Somatische klachten
5. Wantrouwen en interpersoonlijke sensitiviteit
6. Insufficiëntie van denken en handelen
7. Slaapproblemen
8. Hostiliteit.
Hoge score betekent: hoge score wijst op hoge mate van hinder
Doelgroep: 12+
VvGK: Vragenlijst voor Gedragsproblemen bij Kinderen
Meetpretentie: gedragsproblemen/externaliserende stoornissen (wordt ingevuld door
ouders/leerkrachten). 4-factorstructuur:
1. Aandachtstekort
2. Hyperactiviteit/impulsiviteit
3. ODD
4. CD
Hoge score betekent: meer problemen
Doelgroep: 6 t/m 12 (maar de VvGK-16 kan t/m 16)
UCL: de Utrechtse Copinglijst
, Meetpretentie: inventariseren van copingstrategieën. 7 subschalen:
1. Actief aanpakken (A)
2. Palliatieve reactie (P)
a. = afleiding zoeken
3. Vermijden/afwachten (V)
4. Sociale steun zoeken (S)
5. Passief reactiepatroon (PR)
6. Expressie van emoties (E)
7. Geruststellende en troostende gedachten (G)
Hoge score betekent: als je een lage score heb op V, dan vermijdt je dus niet. Heb je een hoge
score op V, dan vermijdt je wel dingen. Er is geen totaalscore op de UCL. Dus je moet de
schalen los kennen.
Doelgroep: adolescenten en volwassenen vanaf 14
SIG: Schaal voor Interpersoonlijk Gedrag
Meetpretentie: In kaart brengen interpersoonlijk gedrag, a.d.h.v. spannings- en
gedragscomponenten van sociale vaardigheid. 4 subschalen:
1. Het uiten van negatieve gevoelens
2. Het uiten van onzekerheid en eigen ontoereikendheid
3. Jezelf kenbaar maken
4. Het uiten van positieve gevoelens.
2 assen: frequentie en spanning
Betekenis scores: je komt ergens in deze bovenstaande grafiek terecht
o Assertief: jezelf kenbaar maken
o Subassertief: je angstig opstellen, confrontatie uit de weg gaan
Doelgroep: adolescenten en volwassenen vanaf 14
CFQ: Cognitive Failures Questionnaire
Meetpretentie: het subjectieve cognitieve functioneren. Subschalen:
1. Verstrooidheid
2. Verstrooidheid in sociale situaties
3. Namen en woorden
4. Oriëntatie
Hoge score betekent: meer cognitieve fouten
Doelgroep: volwassenen en ouderen met hersenletsel of gezonde personen
BDHI: Buss-Durkee Hostility Inventory
Meetpretentie: vijandigheid. In de test zijn allemaal uitspraken en de respondent geeft aan in
hoeverre hij/zij deze op zichzelf van toepassing vindt. Subschalen:
1. Directe agressie
2. Indirecte agressie
3. Sociale wenselijkheid