FTA Samenvatting erven, schenken & hypotheek

Introductie FTA
Publiekrecht heeft betrekking op de rechtsverhouding tussen overheid
en burger. Rechtsgebieden binnen het publiekrecht zitten zijn staatsrecht,
bestuursrecht, fiscaal recht, strafrecht en het Europees recht. Voorbeelden
hiervan zijn:
 Het aanvragen van een bouwvergunning.
 Een boete krijgen voor te hard rijden.
 Stemmen tijdens de verkiezingen.
Publiek recht is altijd dwingend recht. Dwingend recht is recht waar je
niet van kan afwijken. Dit geldt dus altijd, ook al heb je zelf iets anders
bepaald.

Privaatrecht heeft betrekking op rechtsverhoudingen tussen burgers.
Rechtsgebieden binnen het privaatrecht zijn vermogensrecht,
ondernemingsrecht en arbeidsrecht. Voorbeelden hiervan zijn:
 Als je een andere auto beschadigt, moet je deze vergoeden.
 Als je iets koopt, moet je de koopsom betalen.
 Je werkgever moet jou loon betalen.
Privaatrecht kan dwingend zijn, maar ook aanvullend. Aanvullend recht
is recht waar je wel van kan afwijken, mits beide partijen het er mee eens
zijn. Denk bijvoorbeeld aan de schade die is gereden. Wettelijk gezien zou
je dit netjes kunnen regelen met de verzekering, maar dit kan je ook op
een andere manier oplossen.

Van wieg tot graf
Kinderen zijn altijd het biologische kind van hun biologische ouders. Dit
is op basis van DNA. Wanneer je je kind erkent, wordt het ook je
juridische kind. Dan ben je dus wettelijk het kind van je ouders. Het
belang van juridische ouders is dat ze dan de verplichting hebben om voor
je te zorgen.
 Alleen juridische kinderen zijn erfgenaam.
Bij een moeder wordt je het juridische kind door simpelweg de geboorte of
door adoptie. Bij een vader moet het kind geboren zijn tijdens een huwelijk
of een geregistreerd partnerschap. Anders moet de vader het kind nog
erkennen. Daarnaast is hier ook adoptie ten sprake.
 Je bent geen juridisch kind als pleegkind of als stiefkind.

Voor het regelen van het samenwonen zijn er drie opties:
 Bij het huwelijk kan eigenlijk iedereen met iedereen trouwen,
ongeacht geslacht, volgens de Nederlandse wet. Wel zijn er een paar
regels. Ten eerste is de minimum leeftijd 18 jaar. Ten tweede is
polygamie verboden en mag je dus maar met één persoon tegelijk
trouwen. Ten slotte is het huwelijk tussen familieleden verboden.
 Het geregistreerd partnerschap lijkt op trouwen. De vereisten
zijn identiek aan die van het huwelijk. De enige verschillen zijn dat je
hier niet officieel het ja woord hoeft te geven en dat je dit kan
ontbinden zonder rechters. Rechters komen alleen van toepassing bij
betrokken minderjarige kinderen.
 Het samenlevingscontract is het vastleggen van twee mensen die
gaan samenwonen. Zo kun je bepaalde afspraken op papier zetten.

, Hierbij ben je ook niet elkaars erfgenaam. Je hebt dus geen rechten
of plichten naar elkaar behalve als dit is afgesproken. Voor de
spullen kan je ook afspraken maken mochten er gezamenlijke dingen
zijn. Bij het krijgen van een kind is de vader ook niet automatisch de
vader, hij zal deze eerst moeten erkennen.
Het huwelijksvermogensrecht is de rechtspositie van een echtpaar of
partners in verband met hun bezittingen en schulden. Deze bestaan uit
drie huwelijksvermogensstelsels.

Het geregistreerde partnerschap kan je sluiten onder
partnerschapsvoorwaarden of in gemeenschap van goederen. Dit zit
hetzelfde in elkaar als bij het huwelijk.
1. Algehele gemeenschap van goederen (huwelijken voor 2018):
hierbij zijn alle bestaande én toekomstige bezittingen en schulden
van jou en je partner samen. Bij een scheiding wordt alles dus 50/50
verdeeld. Mocht een van de twee een onderneming hebben, valt
deze er ook in. Erfenissen en schenkingen die je krijgt vallen ook
binnen het huwelijk. Na 2018 is het automatisch beperkte
gemeenschap van goederen, maar als je de algehele wil kan dit
geregeld worden bij de notaris.
Uitsluitingsclausule: dit zijn goederen waarvan bij testament of notariële
schenkingsakte is bepaald dat ze buiten de gemeenschap vallen.
2. Beperkte gemeenschap van goederen (huwelijken na 2018):
bezittingen en schulden die voor het huwelijk van jou waren, blijven
van jou. Alleen de toekomstige bezittingen en schulden vallen in de
gemeenschap van goederen. Erfenissen en schenkingen vallen er
hier wel buiten, behalve als in de erflater zijn testament zou staan
dat je partner ook een deel krijgt. Wat betreft eigen ondernemingen,
wordt deze alleen verdeeld als deze is gestart tijdens het huwelijk.
Anders blijft hij privé. De partner met de onderneming moet wel een
vergoeding betalen aan de andere partner.
3. Onder huwelijkse voorwaarden: wanneer je trouwt onder
huwelijkse voorwaarden, stel je samen met een notaris een
overeenkomst op waarin de rechten op bepaalde bezittingen en
inkomsten zijn vastgesteld. Hier is het dus niet 50/50, maar worden
er van te voren afspraken gemaakt. Je hebt hier ook weer
verschillende varianten van.
- Bij koude uitsluiting is er geen gezamenlijk vermogen of
inkomen. Bij een echtscheiding krijgt ieder dus zijn ingebrachte
vermogen terug. Er zijn verder geen financiële banden hierbij.
- Vaak wordt er gekozen voor verrekenstelsels. Hier worden de
inkomsten van beiden gecombineerd, de kosten van het
huishouden worden er afgehaald en dit wordt gedeeld door twee.
Ieder krijgt dan dus de helft.
- Voor de beperkte gemeenschap is het een soort combinatie van
beiden. Een deel van het huwelijk is dus in gemeenschap van
goederen, andere onder huwelijkse voorwaarden. Bijvoorbeeld
alleen het woonhuis is een gemeenschappelijk bezit, maar de rest
niet of andersom.