Het leven van jagers-verzamelaars
In de prehistorie, de tijd van jagers en boeren, bestonden er nog geen
geschriften. Archeologie geeft ons informatie over hun cultuur en manier van
leven, maar minder over hun denkwijze. De prehistorie eindigde rond 3000 v.C.
De eerste mensen ontstonden 2 miljoen jaar geleden, uiteindelijk bleef de
moderne mens (homo sapiens) over, die rond 200.000 v.C. in Oost-Afrika
verscheen. De neanderthaler stierf uit rond 30.000 v.C.
Jagers-verzamelaars waren nomaden zonder vaste woonplaats. Rond 30.000 v.C.
maakten ze kunst en begonnen ze in symbolen te denken.
De opkomst van de landbouw
Rond 9.000 v.C. ontstond de landbouw in het Midden-Oosten, wat leidde tot een
revolutie. De landbouw verspreidde zich naar andere gebieden. Door een beter
milieu konden mensen meer verbouwen, en sommige planten en dieren werden
gedomesticeerd. De landbouwrevolutie leidde tot een sedentaire levensstijl in
agrarische gemeenschappen. Dit bracht sociale ongelijkheid en slavernij met zich
mee. Mensen geloofden in natuurgodsdiensten en hielden rituelen.
De eerste steden
Steden ontstonden in Mesopotamië (Irak), zoals Eridu. Met de landbouw
stedelijke samenleving kwamen ambachtslieden, priesters en een leger. Steden
waren afhankelijk van handel. In Mesopotamië ontstonden stadsstaten, en in
Egypte één staat geleid door de farao. De Soemeriërs ontwikkelden technieken,
polytheïstische religies en het schrift.
Samenvatting H.2
Wetenschap en politiek in Griekse staat
Met de uitvinding van het schrift (3000 v.C.) begon de oudheid, ook wel de tijd
van Grieken en Romeinen genoemd. De Minoïsche beschaving (2000-1700 v.C.)
is vernoemd naar koning Minos, gebaseerd op een mythe. Rond 1500 v.C.
veroverden de Grieken Kreta en ontstond de oudste Griekse beschaving, de
Myceense beschaving, die bestond uit het vasteland, Peloponnesos, de kust van
Anatolië en veel eilanden. Deze beschaving werd geleid door basileus
(krijgsheren). In de 13e eeuw vochten ze gezamenlijk tegen de Hittieten rond
Troje en Anatolië, maar rond 1250 v.C. werd de beschaving verwoest.
Door overbevolking stichtten de Grieken koloniën langs de Middellandse en
Zwarte Zee. Kolonisatie en de drachme (munt) stimuleerden handel en welvaart.
De Griekse beschaving wordt klassiek genoemd, met het Parthenon als beroemd
bouwwerk. De Grieken voelden zich verbonden tegenover de barbaren.
Alexander de Grote, koning van Macedonië, zag na zijn dood zijn rijk uiteenvallen
in kleinere koninkrijken geregeerd door elites.
Een polis met een erfelijke koning is een monarchie. Wanneer edelen (met
erfelijke rechten) regeren, is het een aristocratie. Een oligarchie wordt bestuurd
door niet-adellijke families. Soms werd een polis geregeerd door een tiran. In 507
1