100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Biologie samenvatting vwo 4 - hoofdstuk 2: cel en leven

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
6
Geüpload op
08-10-2024
Geschreven in
2024/2025

Complete biologie samenvatting VWO 4 van H2: cel en leven.










Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Geschreven voor

Instelling
Middelbare school
School jaar
4

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Nee
Wat is er van het boek samengevat?
Hoofdstuk 2
Geüpload op
8 oktober 2024
Aantal pagina's
6
Geschreven in
2024/2025
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

§1 Cellen leven samen
Organisatieniveaus
Moleculen zijn de kleinste deeltjes van een stof met nog alle eigenschappen van die stof. Cellen zijn
de basiseenheden van het lichaam, elk levend wezen of organisme bestaat uit een of meer cellen.
Moleculen, cellen en organismen zijn van een verschillend organisatieniveau. Organisatieniveaus zijn
gerangschikt van klein (molecuul) naar groot (systeem Aarde). Organisatieniveaus geven een indeling
van biologische structuren, waarbij elk volgend niveau complexer is en voortbouwt op de onderdelen
uit de onderliggende niveaus. Zo bestaat een orgaan uit weefsels en bestaat een cel uit allerlei
organellen, onderdelen van een cel, die allemaal een deel van de bouw en de functie van de cel voor
hun rekening nemen.

Van molecuul naar systeem Aarde
De verschillende organisatieniveaus:
 Molecuul: bestaat uit twee of meer atomen. Het zijn de kleinste deeltjes van een stof met
nog alle eigenschappen van die stof.
 Organel: een onderdeel van de cel met een bepaalde taak.
 Cel: de functionele basiseenheid van elk organisme. Een cel bevat cytoplasma en erfelijk
materiaal en is omringd door een membraan.
 Weefsel: een groep cellen met dezelfde bouw en functie.
 Orgaan: bestaat uit verschillende weefsels die samenwerken aan een bepaalde taak.
 Orgaanstelsel: omvat diverse organen die samen een bepaalde taak hebben.
 Organisme: een levend wezen.
 Populatie: bestaat uit een groep organismen van dezelfde soort in een bepaald gebied. Alle
organismen met vergelijkbare eigenschappen die onderling kunnen voortplanten en
vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen, horen tot dezelfde soort.
 Levensgemeenschap: omvat alle organismen (die onderlinge (voedsel)relaties hebben) in
een bepaald gebied.
 Ecosysteem: een begrensd gebied waarin organismen met elkaar en met de levenloze natuur
relaties hebben.
 Systeem Aarde: bestaat uit alle ecosystemen; de fysische, chemische en biologische
processen op aarde en hun onderlinge interacties.

Emergente eigenschappen
Emergente eigenschappen ontstaan door interactie van onderdelen op een lager organisatieniveau.
Emergente eigenschappen zijn niet af te leiden uit de eigenschappen van de afzonderlijke
onderdelen.

Levenskenmerken
De levenskenmerken zijn: beweging, groei en ontwikkeling, voortplanting, stofwisseling, waarnemen
van en reageren op veranderingen in de omgeving.

Toepassing van stamcellen
Artsen passen stamcelkweek toe door lichaamseigen stamcellen in de patiënt zelf te laten uitgroeien
tot goed werkende weefsels of door weefsel toe te dienen na kweek in een laboratorium. Stamcellen
delen zich tot nieuwe stambellen. Sommige daarvan differentiëren tot verschillende celtypen; vorm,
grootte en functie is dan anders. Dit heet celdifferentiatie.

Verhouding oppervlak/volume
Naarmate een organisme groeit, neemt het volume sterker toe dan het oppervlak van dit organisme.
Grotere organismen hebben dus een relatief kleiner oppervlak dan kleinere organismen.

, §2 Cellen
Menselijke en dierlijke cellen
Elke cel bestaat uit cytoplasma en is omgeven door een celmembraan. Het cytoplasma bestaat uit
het grondplasma en de organellen. Menselijke en dierlijke cellen zijn heterotroof. Ze leven van
organische stoffen, koolstofverbindingen afkomstig van andere organismen of resten daarvan. Cellen
maken eiwitten. De bouwstenen voor eiwitten zijn twintig verschillende typen aminozuren, afkomstig
uit het voedsel dat je verteert. Cellen kunnen de volgende organellen en onderdelen bevatten:
 Celkern: omgeven door een kernmembraan met poriën en bevat DNA-moleculen met de
bouwinstructies om eiwitten te maken. Cellen met een celkern zijn eukaryote cellen.
 Ribosoom: bestaat uit eiwitten en rRNA (ribosomaal RNA). Het zijn organellen die
aminozuren aan elkaar koppelen tot eiwitten. Ze liggen los in het grondplasma of zijn
gebonden aan het ER.
 Endoplasmatisch reticulum (ER): een netwerk van membranen. Twee typen ER:
I. Ruw ER (met ribosomen) bewerkt en transporteert eiwitten die door de ribosomen
zijn gemaakt.
II. Glad ER (zonder ribosomen) maakt onder andere vetachtige stoffen zoals
fosfolipiden en maakt in de lever giftige stoffen onschadelijk.
 Transportblaasje: kleine blaasjes met een membraan die eiwitten vervoeren van het ene
organel naar het andere en naar en van het celmembraan.
 Golgisysteem: bestaat uit platte membraanzakken. Eiwitten en vetachtige stoffen uit het ER
gaan via transportblaasjes naar het golgisysteem, dat de stoffen bewerkt, sorteert en in
transportblaasjes verpakt.
 Mitochondrium: bestaat uit een glad buitenmembraan en een geplooid binnen-membraan.
Het breekt glucose af met behulp van zuurstof. Dat levert ATP op voor het functioneren van
een cel.
 Lysosoom: blaasje met verteringsenzymen afkomstig van het golgisysteem. Deze enzymen
kunnen versleten organellen en opgenomen stoffen binnen een cel afbreken.
 Cytoskelet: bestaat uit een draadvormig netwerk van structuureiwitten. Die geven een cel
stevigheid en vorm. Langs de eiwitdraden van het cytoskelet verplaatsen organellen zich
door de cel.
 Centriolen: twee loodrecht op elkaar staande buisjes van eiwitten; de centriolen (samen het
centrosoom) waaraan eiwitdraden hechten die nodig zijn voor de splitsing van DNA-
moleculen bij een celdeling.

Plantencellen
Plantencellen zijn ook omgeven door een celmembraan. Daaromheen zit een celwand. De celwand
geeft samen met de met water en opgeloste stoffen gevulde vacuole, stevigheid aan de cel. In de
vacuole slaat een cel stoffen op. Het cytoplasma bevat dezelfde organellen en onderdelen als
dierlijke cellen, behalve de centriolen. Daarnaast bevat het cytoplasma een of meer typen
kleurstofkorrels, plastiden genaamd: chloroplasten voor de fotosynthese, chromoplasten voor het
geven van een bepaalde kleur en amyloplasten voor de opslag van zetmeel.

Bacteriecellen
Bacteriën zijn prokaryote organismen. Deze eencelligen hebben geen kern. Een groot cirkelvormig
DNA-molecuul (chromosoom) ligt los in het grondplasma. Daarnaast bezitten bacteriën ook een
aantal kleine cirkelvormige DNA-moleculen: plasmiden. Bacteriën kunnen deze plasmiden
uitwisselen. Sommige bacteriën hebben rond de celwand een kapsel, dat dient als een extra
beschermingslaag tegen bijvoorbeeld afweerstoffen van mensen. Sommige bacteriën bezitten
flagellen, lange eiwitdraden waarmee ze zich kunnen voortbewegen. Bacteriën zijn heterotroof of
autotroof.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
dagmarvtk
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
33
Lid sinds
2 jaar
Aantal volgers
14
Documenten
29
Laatst verkocht
1 maand geleden

4,0

6 beoordelingen

5
2
4
3
3
0
2
1
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen