Les 2 Spectrometrie................................................................................................................................2
Elektromagnetisch spectrum..............................................................................................................2
Spectrofotometer...............................................................................................................................2
Les 3 Redoxreacties................................................................................................................................3
Basisscheikunde voor het hbo H13.1-13.3..........................................................................................3
Les 4 Evenwichtsreacties........................................................................................................................4
Basisscheikunde voor het hbo H6.......................................................................................................4
Les 5 Zuren, basen en pH........................................................................................................................5
Basisscheikunde voor het hbo H8.......................................................................................................5
Les 6 Buffers...........................................................................................................................................6
Basisscheikunde voor het hbo hoofdstuk 8.11...................................................................................6
1
, Les 2 Spectrometrie
Elektromagnetisch spectrum
Het voor ons zichtbare gedeelte van het EMS ligt in het golflengtegebied tussen
ongeveer 380 nm (paars) en ongeveer 780 nm (rood).
Als alle kleuren uit het zichtbare spectrum bij elkaar komen nemen wij dit waar als
wit licht. Bij wit licht wordt niks geabsorbeerd.
Alleen doorgelaten licht wordt waargenomen. De complementaire (=overstaande)
kleur van het geabsorbeerde licht geeft de kleur. Stoffen die bijvoorbeeld rood licht
absorberen zien wij als groen.
Op de x-as van het absorptiespectrum staat de golflengte en op de y-as de absorptie.
Heeft een piek bij de kleur die geabsorbeerd wordt. A= 1-T
Een monochromator haalt laat uit meerdere golflengte enkele golflengte door.
Plastic cuvetten absorberen zelf ook licht kwarts cuvetten niet.
Spectrofotometer
Door oplossingen met verschillende concentraties te meten wordt er een ijklijn
(kalibratielijn) gemaakt. Deze moet lineair, reproduceerbaar en een hoog
correlatiecoëfficiënt hebben. Op de x-as staat de concentratie en op de y-as de
extinctie.
Met behulp van de hoeveelheid doorgelaten licht (transmissie) kan de concentratie
van de oplossing bepaald worden. T= 10-E
Er is een lineair verband tussen log transmissie en de concentratie. E= -log T.
Hoe hoger de extinctie hoe hoger de concentratie.
Extinctie neemt toe als de weglengte door het cuvet toeneemt.
De golflengte moet worden ingesteld op het extinctiemaximum voor goede
nauwkeurigheid.
Extinctie kan gemeten worden tussen de 0,01 en 1,5. Het lineaire gebied van de
spectrofotometer gaat niet hoger dan 1,5.
Hierbij hoort de wet van Lambert-Beer: (alleen gebruiken bij monochromatisch licht)
E = log I0 : I = ε ⋅ c ⋅ l
A = de gemeten absorbens oftewel extinctie
I0 = intensiteit van het invallende licht
I = intensiteit van het uittredende licht
ε = moleculaire extinctie coëfficiënt in L ⋅ mol − 1 ⋅ cm – 1 (per stof afhankelijk)
c = concentratie mol / liter
l = weglengte door de cuvet in cm
2