H9
Cellen communiceren met elkaar via:
- Direct contact:
Cell junctions (gap junctions/ plasmodesmata); diffunderen door kanaaltjes
Cell-cell recognition (moleculen op de oppervlakte van cellen binden aan
elkaar; signaal wordt doorgegeven aan binnenkant cel)
- Communicatie door uitgescheiden moleculen:
Lokaal (korte aftand) = paracrien (synaptisch)
Lange afstand = endocrien (groeifactoren/ hormoon, meeste interactie
tussen receptor en ligand)
3 stappen van signaal transductie:
- Ontvangst
- Transductie
- Respons
Signaal molecuul bindt aan specifiek receptor eiwit conformatieverandering receptor
Hydrofoob vs hydrofiel signaalmolecuul:
- Hydrofiel via oppervlaktereceptor (receptor op celoppervlak)
- Hydrofoob via intracellulaire receptor. Bindt aan receptor in cytoplasma, kan
transcriptiefactor of enzym zijn
Sommige cellen hebben zelfde receptor eiwitten, maar wel verschillende respons
(verschillende paden kunnen dezelfde moleculen gebruiken)
G-eiwit gekoppelde receptor (GPCR):
1. Systeem
bestaat
uit
Receptor,
G-eiwit en
effector
(enzym)
2. Ligand
bindt, G-
eiwit
bindt
receptor
en wisselt GDP voor GTP (aan)
3. Receptor inactief, G eiwit activeert enzym
4. G-eiwit hydrolyseert GTP (naar GDP), system staat uit
G-eiwit wordt geactiveerd door GDP los te laten en GTP te binden (door GEF; Guanine
Exchange Factor), geïnactiveerd door GTP hydrolyse/ defosforylatie naar GDP+P i (door
GTPase)
1
, Tyrosine-kinase receptor (RTK):
1. Systeem
bestaat uit 2
receptoren
2. Ligand bindt,
brengt 2
receptoren
samen,
dimeer
3. Receptoren
fosforyleren
elkaar (cross-
fosforylatie)
op tyrosine-
residue
(kinase voor
elkaar)
4. Gefosforyleerde receptoren binden relay molecule die het signaal doorgeven
Kinase = eiwit dat een ander molecuul fosforyleert
Ligand gated ion kanaal: na binding ligand gaat kanaal open voor 1 specifiek ion
Kinase: fosforylatie
Fosfatase: defosforylatie
Belangrijk voor het aan- en uitzetten van moleculaire schakelaars en reguleren dus de
activiteit van het eiwit
Second messengers zijn moleculen die worden afgegeven door de cel als reactie op een
ligand dat aan de receptor bindt, maar zelf de cel niet in kan. Zijn: klein, geen eiwit, water
oplosbaar, molecuul of ion en verspreidt zich door cel door diffusie. Voorbeelden: Ca2+, IP3,
DAG, cAMP
2
Cellen communiceren met elkaar via:
- Direct contact:
Cell junctions (gap junctions/ plasmodesmata); diffunderen door kanaaltjes
Cell-cell recognition (moleculen op de oppervlakte van cellen binden aan
elkaar; signaal wordt doorgegeven aan binnenkant cel)
- Communicatie door uitgescheiden moleculen:
Lokaal (korte aftand) = paracrien (synaptisch)
Lange afstand = endocrien (groeifactoren/ hormoon, meeste interactie
tussen receptor en ligand)
3 stappen van signaal transductie:
- Ontvangst
- Transductie
- Respons
Signaal molecuul bindt aan specifiek receptor eiwit conformatieverandering receptor
Hydrofoob vs hydrofiel signaalmolecuul:
- Hydrofiel via oppervlaktereceptor (receptor op celoppervlak)
- Hydrofoob via intracellulaire receptor. Bindt aan receptor in cytoplasma, kan
transcriptiefactor of enzym zijn
Sommige cellen hebben zelfde receptor eiwitten, maar wel verschillende respons
(verschillende paden kunnen dezelfde moleculen gebruiken)
G-eiwit gekoppelde receptor (GPCR):
1. Systeem
bestaat
uit
Receptor,
G-eiwit en
effector
(enzym)
2. Ligand
bindt, G-
eiwit
bindt
receptor
en wisselt GDP voor GTP (aan)
3. Receptor inactief, G eiwit activeert enzym
4. G-eiwit hydrolyseert GTP (naar GDP), system staat uit
G-eiwit wordt geactiveerd door GDP los te laten en GTP te binden (door GEF; Guanine
Exchange Factor), geïnactiveerd door GTP hydrolyse/ defosforylatie naar GDP+P i (door
GTPase)
1
, Tyrosine-kinase receptor (RTK):
1. Systeem
bestaat uit 2
receptoren
2. Ligand bindt,
brengt 2
receptoren
samen,
dimeer
3. Receptoren
fosforyleren
elkaar (cross-
fosforylatie)
op tyrosine-
residue
(kinase voor
elkaar)
4. Gefosforyleerde receptoren binden relay molecule die het signaal doorgeven
Kinase = eiwit dat een ander molecuul fosforyleert
Ligand gated ion kanaal: na binding ligand gaat kanaal open voor 1 specifiek ion
Kinase: fosforylatie
Fosfatase: defosforylatie
Belangrijk voor het aan- en uitzetten van moleculaire schakelaars en reguleren dus de
activiteit van het eiwit
Second messengers zijn moleculen die worden afgegeven door de cel als reactie op een
ligand dat aan de receptor bindt, maar zelf de cel niet in kan. Zijn: klein, geen eiwit, water
oplosbaar, molecuul of ion en verspreidt zich door cel door diffusie. Voorbeelden: Ca2+, IP3,
DAG, cAMP
2