College 1: Wat is positivisme?
Wel eens Niet eens
Strenge criteria voor echte kennis Metafysica en externe factoren
(scientisme/ empirisch-analytisch)
Feitelijke beweringen operationaliseerbaar Uit boeken leren (Francis Bacon ervan af)
(empirisme en uitrekenen/ kwantitatief)
Wetten/ oorzaken/ mechanismen. (gem, Hume inductieprobleem (generalisatie
gereduceerd persoon) nooit bewezen)
Plato: echte wereld kenbaar door zuiver Geest die zintuigen aanvult
redeneren (wiskunde)
Empirisme: kennis voort uit zintuigelijke Psychoanalyse, geesteswetenschappelijke/
waarneming en inductie kritische pedagogiek, personen, kwalitatief
Rationalisme: geest als functie gedachten
logisch te ordenen.
Wiener kreis: waarneming theoretisch
neutrale verslaglegging van zintuigelijke
indrukken (basiszinnen) geen interpretatie
Verificatie en confirmatie (logica voor
bewijsvoering)
College 2:
Wel eens Niet eens
Menselijk gedrag bestuderen als Niet waardevrije gedragswetenschap
natuurwetenschappen (kwantitatief)
Space of causes (reasons gereduceerd) Space of reasons
- Organismen als robots in dienst - Mensen hebben eigen redenen (bio)
genes - Subjectiviteit en innerlijk (psycho)
- Subjectiviteit door alleen - Menselijk gedrag door normen/
waarneembaar gedrag/ alleen regels enz.
information processing
- Menselijk gedrag door terug fysica
Witte jassen (behaviorisme, cognitivisme, Intellectuelen (onderzoek naar individu)
neuro-reductionisme, gedragsgenetica) met eenmaligheid, persoonlijke uniciteit,
empirisch-analytisch (probalistische veelkleurigheid, culturele context en
verklaringen/ proxy vars) naar algemenen. betrokkenheid. Menselijke werkelijkheid
Werkelijkheid homogeen en onveranderlijk. heterogeen en veranderlijk in organische
eenheid.
Special sciences autonoom
College 3: natuurlijke, geleegde en gemaakte realiteit
Wel eens Niet eens
Echte werkelijkheid door data en achter Geloof unobservables en realisme
data = metafysica. (objectieve werkelijkheid)
(instrumentalisme?) (heidegger?) Fenomenologen met beleefde
en geleefde werkelijkheid
Beleving wel object onderzoek maar geen wetenschappelijk realisme gelooft nog
, bron van kennis steeds in unobservables
Locke: secundaire eigenschappen (hangt af
perspectief)
College 4: goede en slechte wetenschap
Wel eens Niet eens
Strik empirische en kwantitatieve (Poppers weerlegbaarheids eis (in tegen
methoden ‘klassieke positivisme)
(Robert mertons CUDOS-norm?) Intelligent Design (extern gemotiveerd,
speculatie, niet falsifieerbaar, methodisch
niet solide, ontmoedigt natuurlijke
verklaring, tegen huidige beeld)
Carnaps verificatieprincipe (Popper nu deel Cargo Cult Science
empirisch analytische theorie)
College 5: cognitie en wetenschap
Wel eens Niet eens
Observatie waarnememer-neutraal en EEC: cognitie hele loop, zonder neutrale
redeneren strikt logisch (alledaags perspectiefvrije waarnemingsinhoud
onbetrouwbaar) waarnemen activiteit
Buitenwereld onzeker en indirect kenbaar Waarnemen geen waarnemer-neutraal
(lijkt descartes) stadium (is al interpreteren)
Kennis verkrijgen door; zintuigprikkel Fenomenologen: waarneming afgestemd
sense datum beschrijving (basiszin) op affordances en vereist perspectief
inductie theorie/ hypothese
Cognitivisme: cognitie is verwerking/ Quine Gavagai en kants categorieën
computation/ denken (vereisen persectief)
Waarneming in basiszin (theorieneutraal) Geen theorievrije waarnemingen (probleem
empirische basis)
Dwingt tot zorgvuldig redeneren en geen Intuïtie als zaak heuristiek, niet logica
intuitie
College 6: bewijsvoering
Wel eens Niet eens
Bewijsvoering op inductieve/ hypothetisch- Bewijsvoering op abductieve wijze
deductieve wijze (relatie data/ hypothesen
strikt logisch)
Niets te bewijzen met volstrekte zekerheid Anekdotisch bewijs
Confirmatie en inductie met eerst een doel Hume: ons vertrouwen inductie geen
rationele basis
Uniformity of nature Drogreden van bevestiging van consequens
Evidence door of meer waarschijnlijker Godfrey-smith: of absurd of niet afhangt
(Carnap/ Bayes) of ondersteuning door van context Evidence-for nooit zuiver
overeenkomst deductieve voorspelling logische relatie tussen O en H (afhankelijk
(Hempel) (logische consequentie van persoon/situatie)
hypothetisch deductieve model)
Wel eens Niet eens
Strenge criteria voor echte kennis Metafysica en externe factoren
(scientisme/ empirisch-analytisch)
Feitelijke beweringen operationaliseerbaar Uit boeken leren (Francis Bacon ervan af)
(empirisme en uitrekenen/ kwantitatief)
Wetten/ oorzaken/ mechanismen. (gem, Hume inductieprobleem (generalisatie
gereduceerd persoon) nooit bewezen)
Plato: echte wereld kenbaar door zuiver Geest die zintuigen aanvult
redeneren (wiskunde)
Empirisme: kennis voort uit zintuigelijke Psychoanalyse, geesteswetenschappelijke/
waarneming en inductie kritische pedagogiek, personen, kwalitatief
Rationalisme: geest als functie gedachten
logisch te ordenen.
Wiener kreis: waarneming theoretisch
neutrale verslaglegging van zintuigelijke
indrukken (basiszinnen) geen interpretatie
Verificatie en confirmatie (logica voor
bewijsvoering)
College 2:
Wel eens Niet eens
Menselijk gedrag bestuderen als Niet waardevrije gedragswetenschap
natuurwetenschappen (kwantitatief)
Space of causes (reasons gereduceerd) Space of reasons
- Organismen als robots in dienst - Mensen hebben eigen redenen (bio)
genes - Subjectiviteit en innerlijk (psycho)
- Subjectiviteit door alleen - Menselijk gedrag door normen/
waarneembaar gedrag/ alleen regels enz.
information processing
- Menselijk gedrag door terug fysica
Witte jassen (behaviorisme, cognitivisme, Intellectuelen (onderzoek naar individu)
neuro-reductionisme, gedragsgenetica) met eenmaligheid, persoonlijke uniciteit,
empirisch-analytisch (probalistische veelkleurigheid, culturele context en
verklaringen/ proxy vars) naar algemenen. betrokkenheid. Menselijke werkelijkheid
Werkelijkheid homogeen en onveranderlijk. heterogeen en veranderlijk in organische
eenheid.
Special sciences autonoom
College 3: natuurlijke, geleegde en gemaakte realiteit
Wel eens Niet eens
Echte werkelijkheid door data en achter Geloof unobservables en realisme
data = metafysica. (objectieve werkelijkheid)
(instrumentalisme?) (heidegger?) Fenomenologen met beleefde
en geleefde werkelijkheid
Beleving wel object onderzoek maar geen wetenschappelijk realisme gelooft nog
, bron van kennis steeds in unobservables
Locke: secundaire eigenschappen (hangt af
perspectief)
College 4: goede en slechte wetenschap
Wel eens Niet eens
Strik empirische en kwantitatieve (Poppers weerlegbaarheids eis (in tegen
methoden ‘klassieke positivisme)
(Robert mertons CUDOS-norm?) Intelligent Design (extern gemotiveerd,
speculatie, niet falsifieerbaar, methodisch
niet solide, ontmoedigt natuurlijke
verklaring, tegen huidige beeld)
Carnaps verificatieprincipe (Popper nu deel Cargo Cult Science
empirisch analytische theorie)
College 5: cognitie en wetenschap
Wel eens Niet eens
Observatie waarnememer-neutraal en EEC: cognitie hele loop, zonder neutrale
redeneren strikt logisch (alledaags perspectiefvrije waarnemingsinhoud
onbetrouwbaar) waarnemen activiteit
Buitenwereld onzeker en indirect kenbaar Waarnemen geen waarnemer-neutraal
(lijkt descartes) stadium (is al interpreteren)
Kennis verkrijgen door; zintuigprikkel Fenomenologen: waarneming afgestemd
sense datum beschrijving (basiszin) op affordances en vereist perspectief
inductie theorie/ hypothese
Cognitivisme: cognitie is verwerking/ Quine Gavagai en kants categorieën
computation/ denken (vereisen persectief)
Waarneming in basiszin (theorieneutraal) Geen theorievrije waarnemingen (probleem
empirische basis)
Dwingt tot zorgvuldig redeneren en geen Intuïtie als zaak heuristiek, niet logica
intuitie
College 6: bewijsvoering
Wel eens Niet eens
Bewijsvoering op inductieve/ hypothetisch- Bewijsvoering op abductieve wijze
deductieve wijze (relatie data/ hypothesen
strikt logisch)
Niets te bewijzen met volstrekte zekerheid Anekdotisch bewijs
Confirmatie en inductie met eerst een doel Hume: ons vertrouwen inductie geen
rationele basis
Uniformity of nature Drogreden van bevestiging van consequens
Evidence door of meer waarschijnlijker Godfrey-smith: of absurd of niet afhangt
(Carnap/ Bayes) of ondersteuning door van context Evidence-for nooit zuiver
overeenkomst deductieve voorspelling logische relatie tussen O en H (afhankelijk
(Hempel) (logische consequentie van persoon/situatie)
hypothetisch deductieve model)
