100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Farmacologie Partim II samenvatting UA

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
44
Geüpload op
25-09-2024
Geschreven in
2023/2024

Duidelijke samenvatting met uitleg over de farmacologie. De te kennen geneesmiddelen zijn in het roze gemarkeerd.

Instelling
Vak











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Geschreven voor

Instelling
Studie
Vak

Documentinformatie

Geüpload op
25 september 2024
Aantal pagina's
44
Geschreven in
2023/2024
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Farmacologie Samenvatting Partim II
Hypolipemiërende farmaca
 Lipoproteïne transport:
1. Opnemen van vet gebeurt in dunne darm door vorming van micellen
 De micellen worden in enterocyt afgebroken naar vrije vetzuren
en mono-glycerol. Samen met phospholipiden, cholesterol en
apoproteïnen wordt cholymicron gevormd  komt in lymfe  komt
in bloed en zal vrije vz en glycerol vrijgeven aan weefsel dat dit
nodig heeft (gebeurd via lipoproteïne lipase op EC)  de resten van
cholymicronen komen in hepatische cellen van lever via LDL-
receptor.
2. Glucose word opgenomen in enterocyt via Na+/glucose-transporter
 glucose komt in bloed  glucose kan in hepatocyt worden
omgezet naar:
- cholesterol Cholesterol+triglycerol+apoproteïnen+phosph
- glycerol word olipiden wordt lipoproteïne
- Vrije vz triglycerol

3. Lipoproteínen in hepatocyt worden omgevormd naar 2
bestanddelen:
- VLDL = transport van vetzuren naar weefsel waarna het LDL word
= ‘bad cholesterol’ want tranport van cholesterol naar weefsel
Bedenk dat cholesterol nodig is voor membraanintergriteit en
hormoonsynthese
- HDL = ‘good cholesterol’ want haalt teveel cholesterol uit weefsel
en brengt naar lever.
4. Het HDL of LDL komt dan terug in hepatocyt:
- Het word ofwel gerecycled en via het golgi-apparaat word opnieuw
lipoproteïne geviormd
- Het kan worden geëxcreteerd met gal = excess cholesterol
secretie.

 Stoornissen van Lipidenmetabolisme:
 Hoe hoger plasmaspiegel van LDL-cholesterol, hoe lager
plasmaspiegel van HDL-cholesterol, hoe groter kans op
ischemische hartziekten & atherosclerose
 Een laag HDL is vaak gerelateerd aan een hoge triglyceriden
concentratie
o Dyslipidemiën:
 Primaire dyslipidemie: genetisch bepaald
 Secundaire dyslipidemie: door andere aandoening:
diabetes, obesitas, werking schildklier
o Hyperlipoproteïnemie:
 I: chylomicronen zijn gestegen  risico atherosclerose niet
verhoogd
Geen behandeling

,  Ia: LDL is gestegen  risico atherosclerose verhoogd
Behandeling: statines, ezetimibe
 IIb: VLDL en LDL is gestegen  risico atherosclerose
verhoogd
Behandeling: statines, fibrates, nicotinic acid
 Atherosclerose Ziektebeelden;
o Angina pectoris en MI
o TIA
o Perifeer arterieel vaatleiden: claudicatio intermittens
 Atherogenese herhaling:
LDL dringt tot in subendotheliaal weefsel waar het word omgezet naar
oxLDL. Dit is immunogeen en trekt dus T-cellen aan. De T-cellen
produceren IFN-𝛾 wat macrofagen aantrekt en trekken nog meer
monocyten aan door VCAM te expresseren op EC zodat meer
monocyten uit bloedbaan adheren en naar subendotheliaal migreren.
De monocyten worden hier omgevormd naar macrofagen. De
macrofagen willen LDL fagocyteren maar dit gaat niet en er is vorming
van foam cellen. Daarnaast sturen macrofagen & T-cellen EC signalen
naar gladde spiercellen om te migreren doorheen membrana elastica
interna: ze produveren ECM en collageen zodat er een kapsel word
gevormd om atheros = stabiele plaque.

De macrofagen en T-cellen vormen de 1e fase van atherogenese 
ontstekingsreactie!!! Kan men zien als ‘fatty streaks’

Dan komt een onstabiele plaque: de foam cellen worden necrotisch en
stellen allerei stoffen vrij. De plaque zal groeien en de kern wordt
hypoxisch. Het lichaam zal angio-genese doen. Maar de nieuwe BV zijn
zeer fragiel en lekken makkelijk: lipiden en RBC en WBC en TRC lekken
in plaque  kern word groter en stoffen worden verder gefagocyteerd
zodat meer macrofagen worden geactiveerd = een zelfversterkend
proces. De geactiveerde macrofagen stellen stoffen vrij:
- cytokinen  spiercellen gaan dood en kern nog groter
- MMP/matrix metallo proteïnases  afbraak ECM en collagenn: kapsel
word dunner
Tot het kapsel ruptureert: er word een thrombus gevormd op plek
ruptuur: sterke vernauwing / afsluiting BV

 Risicofactoren atherosclerose:
o LDL hoog  oorzakelijke factor/causaal verband
o HDL laag
o Hypertensie (snellere ruptuur)
o Diabetes
o Roken
o Obesitas
o Lage physieke activiteit
o Hoog C-reactive proteïn (merker voor inflammatie)
o Lipoproteïne a  causaal verband!
Het is een genetische factor: lijkt op LDL (heeft ook apo b100)

, maar heeft daarnaast ook apo a  pro-inflammatoir en pro-
atherosclerotisch (meest in aziatische bevolking en minst in
donkere bevolking)

 Hypolimiërende farmaca:
o Statines:
Grijpen in op HMG-CoA reductase: deze zorgt voor de omzetting
van HMG-CoA naar mevalonzuur. Dit is een van de eerste stappen
in de cholesterolsynthese (uit glucose). Bedenk dat dus ook de
andere producten die worden gevormd uit mevalonzuur worden
geïnhibeerd:
- Geranylprofosfaat
- Farnesylpyrofosfaat
Deze zorgen beide voor isopreeneenheden die zorgen voor de
verankering van proteïnen in de membraan.
 Het effect van de lage productie van cholesterol:
- meer LDL-receptoren op hepatocyten
- meer LDL-opname door hepatocyten dus minder LDL in
plasma
- minder LDL in plasma dus minder transport van
cholesterol naar weefsel
 Daarnaast hebben statines nog pleiotrope effecten:
- protectief voor endotheel door meer aanmaak NO
- verminderen inflammatie dus C-reactive proteïn
concentratie daalt
- ALS men statines op tijd geeft: ze stabiliseren de plaque
 Ongewenste effecten van statines:
- spierpijn/Myalgieën
- zeldzaam: speirafbraak/Rhabdomyolyse
! Let op GM-interacties: statines worden gemetaboliseerd
door CYP-enzymen
 Indicaties van statines:
- na MI /CVA
- preventief als hoger risico op atherosclerose/ TIA
- patiënten met symptomatische atherosclerose (angina
pectoris)

o Fibraten:
Dit zijn PPAR𝛼-receptor agonisten. Door binding aan PPAR𝛼
(normaal ligand van PPAR𝛼 is vz) zal deze dimeriseren met RXR
(retinoinezuurreceptor) (Ligand van RXR = RA). Het PPAR𝛼-RXR-
complex kan in nucleus binden op talrijke genen en zorgt zo voor
de op- en downregulatie van bepaalde eiwitten
(transcriptiefactor)
 Effecten:
- ApoAI en ApoAII worden opgereguleerd  meer HDL
- Lipoproteïne Lipase wordt opgereguleerd  verhoogde
omzetting van triglyeriden naar glycerol en vrije vz zodat er
minder triglyceriden zijn

, - opregulatie van enzymen betrokken bij de 𝛽-oxidatie van
vz  verhoogde oxidatie van vz in hepatocyten dus minder
triglyceriden synthese
- Downregulatie van ApoCIII  dit is de inhibitor van
lipoproteïne lipase die triglyceriden omzet naar vrije vz en
glycerol. Dus meer activatie van lipoproteïne lipase dus
minder triglyceriden in plasma.
=> Dus fibraten zorgen voor: minder cholesterol en minder
triglyceriden in plasma.
 Nevenwerkingen:
- spierpijn/myalgieën
 Indicaties:
- bij gemengde dyslipidemiën: dus zowel cholesterol als
triglyceriden zijn verhoogd. Vaak gecombineerd met
statines (statines doen voornamelijk cholesterol dalen en in
mindere mate triglyceriden)
- patiënten met laag HDL (type 2 diabetici)
- hyperuricemie

o Harsen die galzuur binden: colestyramine
Deze binden galzuren in de darm. Hierdoor verminderd de entero-
hepatische circulatie. Het lichaam reageerd hierop door:
- meer LDL receptoren op hepatocyten
- meer cholesterol omzetten naar galzuren
Deze medicatie word maar weinig gebruikt want
nevenwerkingen:
- slechte smaak
- ze moeten in relatief grote hoeveelheden worden ingenomen
- veel GM-interacties want hars bind ook aan GM: let op bij vit-K-
antagonisten en digoxine & thyreomimetica & orale
anticonceptiva  er moet minstens 4 uur tussen de inname van
de twee GM zitten.

o Remmers van de cholesteroltransporter in de darm: Ezetimibe
Deze remmen de opname van cholesterol ter hoogte van de
darm.
Kan men in combi doen met statines want zo zou men de dosis
van statines kunnen verlagen: nevenwerkingen van statines zijn
dosisafhankelijk!

o Visoliederivaten/omega- ε - vetzuur ethylesters: eicosapentaenoic
zuur (EPA) en docosahexnoid zuur (DHA):
Indicaties:
- hypertriglyceridemie: hoge dosis nodig
- kan stabiliserend zijn voor membranen dus anti-aritmisch
(weinig toegepast)

o PCSK9-inhibitoren:
Het PCSK9 zal normaal worden afgeschreven dan via GA in
€7,48
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
isabelburon
3,0
(1)

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
isabelburon Universiteit Antwerpen
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
2
Lid sinds
3 jaar
Aantal volgers
0
Documenten
8
Laatst verkocht
2 maanden geleden

3,0

1 beoordelingen

5
0
4
0
3
1
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen