Samenvatting Inleiding privaatrecht - Privaatrecht H1/H7/H8

Samenvatting privaatrecht les 1

H1 – Rechtshandeling en overeenkomst.
Een rechtshandeling is erop gericht om een bepaald rechtsgevolg te hebben.
Hiermee onderscheid het zich van handelingen die niet gericht zijn op het hebben
van een rechtsgevolg.
Bijvoorbeeld:
Het nemen van ontslag > Is er op gericht om een rechtsgevolg te hebben
Naar huis fietsen > Is er niet op gericht om een rechtsgevolg te hebben, feitelijke
handeling
Je hebt eenzijdige en meerzijdige rechtshandelingen.
Bij een eenzijdige rechtshandeling is de wilsverklaring van één persoon
genoeg om de rechtshandeling tot stand te brengen.
Bij een meerzijdige rechtshandeling is de wilsverklaring van meer dan één
persoon nodig om de rechtshandeling tot stand te brengen.
Een voorbeeld van een eenzijdige rechtshandeling is een testament > Een
persoon stelt deze op en gaat de rechtshandeling aan. Dat bepaalde personen er
iets va ondervinden achteraf maakt niet uit.
Een voorbeeld van een meerzijdige rechtshandeling is een huurovereenkomst >
Er zijn twee personen nodig die akkoord zijn om de rechtshandeling tot stand te
brengen.




Rechtshandelingen kunnen onder een tijdsbepaling of een voorwaarde
worden verricht.
Tijdsbepaling wil zeggen dat de werking van de rechtshandeling afhankelijk is van
een zekere toekomstige gebeurtenis. Bijvoorbeeld: Met kerst wordt een cadeau
verwacht.
Een voorwaarde houdt in dat de werking van de rechtshandeling afhankelijk is
van een onzekere toekomstige gebeurtenis. Bijvoorbeeld: Als er niet gerookt
wordt tot je 21e krijg je je rijbewijs.



1

, De totstandkoming van een rechtshandeling is pas geldig als voldaan wordt
aan twee vereisten volgens de wet:
- Hij moet handelingsbekwaam zijn (art. 3:32)
- Hij moet handelingsbevoegd zijn (art 3:43)
Handelingsbekwaam wil zeggen dat een persoon geschikt is om voor zichzelf
rechtshandelingen tot stand te brengen.
Deze geschiktheid is in beginsel voor ieder natuurlijk persoon, echter zijn er twee
uitzonderingen:
- Minderjarigen (art 1:234)
- Onder curatele gestelden (art 1:381 lid 2)
Deze twee hebben een wettelijke vertegenwoordig nodig zodat deze namens hen
rechtshandelingen kan verrichten.
Handelsbevoegdheid houdt in dat een persoon geschikt is om een bepaalde
rechtshandeling te verrichten.
Voorbeeld: Een rechter die met een zaak bezig is over een te koop staand huis
waar een geschil mee loopt is niet handelsbevoegd om een bod uit te doen op dit
huis omdat hij zou handelen met kennis die andere niet hebben.
Een wilsverklaring is een wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard.
Deze verklaring is in beginsel niet gebonden aan een bepaalde vorm. Soms is er
vanuit de wet wel een specifieke vorm, zoals bij huwelijkse voorwaarden volgens
een notariële akte (art 1:115) en een concurrentiebeding moet schriftelijk zijn
overeengekomen (art 7:653).
Daarnaast moet er een overeenstemming zijn tussen de wil en de verklaring dit
geeft een dubbele grondslag in de wet:
- Stemmen wil en verklaring overeen dan komt de rechtshandeling tot stand op
grondslag
van de verklaarde wil.
- Lopen wil en verklaring uiteen, dan kan toch een geldige rechtshandeling tot
stand komen en
wel op grondslag van het gewekte vertrouwen (art 3:35 het
vertrouwensbeginsel)




Wordt er aan een van deze vereisten niet voldaan, dan kan dit drie gevolgen
hebben:
- Nietig
- Vernietigbaar
- Niettemin geldig


2