Boekverslag Nederlands Donderdagmiddag halfvier

Donderdagmiddag. Halfvier.




Kristien Hemmerechts
Uitgeverij Atlas 2002

, 05-03-2024
Renske van Gelder

Samenvatting

Damien
De roman begint met Damien Deroover. Hij geeft typles op middelbare scholen en rijdt rond in een
gammele witte camionette (bestelwagen), waarin hij zijn ouderwetse typemachines vervoert.
Ooit was Damien rijk en woonde hij met zijn vrouw Tessa en zoontje Joerie in een zelfgebouwde villa.
Maar zij pleegde overspel, hij vertrok en belandde in een armzalig appartement. Damien heeft zijn
oog laten vallen op de fritesbakster Desiree, een niet onaantrekkelijke, 'gewone, domme' vrouw. Hij
vraagt haar of ze met hem uit eten wil, maar zij houdt de boot af.
Zoals elke donderdagmiddag parkeerde Damien zijn witte camionette voor de school, zodat de
kinderen aan hem moeten vragen of hij zijn wagen weg wil zetten, want anders kunnen de kinderen
er niet langs.
Ook nu was hij te vroeg op school en zoals altijd heeft hij dan tijd om in de feestzaal de krant te lezen.
Hij vindt een jas met daarop K. Vyncke in geborduurd. Hij weet niet van wie hij is en besluit de jas te
bewaren. Even later komt Dimitri binnen. Hij wil vragen of hij zijn camionette weg wil zetten. Damien
plaagt de jongen omdat hij ziet dat hij bang is. Hij loopt met hem mee naar buiten en dan ziet hij dat
er iets is gebeurd. Tot zijn verbazing ziet hij dat er een meisje onder zijn camionette ligt. Het was
Karen, een twaalfjarig meisje die met wat vrienden in zijn camionette had gezeten. Er stonden
kinderen achter de auto en een stak er bovenuit. Het was Hassan. Hij vertelde dat de camionette
achteruit was gereden, nadat Karen net was uitgestapt. Een vriend was onder de camionette
gekropen om te kijken of ze nog leefde, maar ze al dood. De secretaresse kwam naar buiten en
raakte in shock.
Damien krijgt de schuld van het ongeluk, omdat het zijn gammele camionette was die het ongeluk
had veroorzaakt. Maar Damien zag dat iemand het slot had open gekregen en waarschijnlijk was dat
Hassan, want hij was de zoon van de slotenmaker. Dus eigenlijk is het niet de schuld van Damien.

Bea en Tamara
Bea is de moeder van Karen en ze is al jaren bevriend met Tamara. Ze hebben elkaar leren kennen in
Parijs. Daar hebben ze samen gewoond. Tamara heeft vier zonen en voelt zich schuldig omdat Bea
geen kinderen van haar man Henk kan krijgen. Door kunstmatige inseminatie hebben Bea en Henk
een dochter gekregen en dat is Karen. Henk is dus niet de echte vader van Karen, maar hij
beschouwd haar wel zo. Bea denkt dat Karen dat nog niet weet, maar omdat een van de zonen van
Tamara het haar verteld heeft, weet Karen het wel.
Bea en Tamara hebben afgesproken dat ze eens in de week een dag vrij zijn. Op die dag zouden ze
een kunstgeschiedenis cursus volgen. Op die donderdagmiddag volgden ze een cursus Iphigeneia, de
dochter van Agamemnon. Iphigeneia werd door haar vader geofferd en Bea denkt later dat het iets
te maken heeft met de dood van Karen. Op de terugweg gebeurt er ook iets waar Bea een betekenis
achter zoekt. Als ze namelijk even niet goed opletten rijden ze bijna een kind aan. Bea denkt dus
weer dat dit (bijna) ongeluk een voorbode is op de dood van Karen.

Sam
Sam is een gevierde architect die al veel gebouwen heeft ontworpen. Zijn grootste wens is om een
hele wijk te ontwerpen. Hij heeft een relatie met Anne, het hoofd van de gemeenschappelijke
schoonmaakdienst. Omdat hij architect is klaagt hij vaak over de inrichting van de gebouwen waar hij
komt. Dat was ook zo bij de school van Karen. Vlak naast de school is een bakkerij. Daar koopt Sam
altijd jeannekes voor zijn moeder. Een jeanneke is een pasteitje van deeg met marsepein. In het
pasteitje is op een bedje van vanillepudding een laagje marsepein uitgerold en het was versierd met