Polymeerchemie
Samenvatting
,Les 1
Basisbegrippen
o Poly = veel , Meros = deeltjes Polymeer = (molecuul opgebouwd uit)
“veeldeeltjes”
o Polymerisatie is het samenvoegen van kleine moleculen tot een lange
keten
o Monomeer = de basiseenheid waaruit een polymeer is opgebouwd
o Polymeer = macromolecuul
- Is A een monomeer en -A- de basiseenheid, dan wordt dit polymeer
weergegeven door -A-A-A-A-A-A- of [-A-]n
o Repeterende eenheid: [-A-] is de repeterende eenheid, het gedeelte dat
zich herhaald
- Repeterende eenheid het liefste tekenen bij waar de binding gevormd
wordt
o = vinylchloride
Stel [-A-]n met n=10 -A-A-A-A-A-A-A-A-A-A-
o Polymerisatiegraad van een keten (symbool Pn, Dp of Xn)
o De letter n is hierbij een geheel getal en stelt n het aantal keren voor dat
het monomeer in de polymeerketen voorkomt
o In bovenstaand voorbeeld is de polymerisatiegraad is gelijk aan 10
o Er is dan nog niet echt sprake van een polymeer.
o Polymeren hebben meestal een Pn van zo’n 100-10000 eenheden
Monomeer + monomeer = dimeer A-A
Dimeer + monomeer = trimeer A-A-A
Trimeer + dimeer = pentameer etc. A-A-A-A-A
Oligomeren: laag moleculaire polymerisatieproducten (Pn < 10), bijvoorbeeld
dimeren, trimeren, tetrameren, pentrameren enz., cyclisch of lineair, staan
bekend als oligomeren
Let op oligomeer ≠ polymeer
Eigenschappen oligomeren zijn totaal anders dan de eigenschappen van
polymeren
1= monomeer
2 = polymerisatie
3 = polymeer
4 = macromolecuul
5= repeterende eenheid
6= polymerisatiegraad Xn, Dp of Pn
Plastic of kunststof = polymeer + toevoeging
Ketenstructuur
o Lineair: er kunnen wel zijgroepen aan monomeer zitten ≠ vertakt
o Vertakt: vertakking heeft zelfde basisstructuur als hoofdketen
o Netwerk Gecrosslinkt
, o Vertakkingen zorgen dat het anders reageert opties zijn netwerk en
gecrosslinkt er zijn nog meer opties
o Netwerk = tijdens polymerisatie
o Crosslinking = vaak na polymerisatie
o Crosslinking lineaire ketens aan elkaar voegen
Copolymeer
o Homo houdt van één en dezelfde soort
o Copolymeer kunnen met alles reageren
opgebouwd uit 2 of meer verschillende
monomeren
o Terpolymeren bestaat uit drie
verschillende
o Verschillende copolymeren
- Statistische en random copolymeer
- Alternerend copolymeer meest voorkomend
afwisselend
- Blokcopolymeer ene deel oplosbaar in water en
andere niet
- Ent- of graftcopolymeer
o Structuur beïnvloed eigenschappen van polymeer
Tacticiteit
o = ruimtelijke ordening van de zijgroepen
o Atactisch geen regelmaat / ordening
- Veel hinder
- vgl amorf geen-vorm of
- atechnisch = niet-technisch
o Isotactisch zelfde kant
- Geen hinder
- vgl isotherm steeds zelfde T
- of isobaar gelijke P
o Syndiotactisch beide kanten (één naar voor, één
naar achter)
o Tacticiteit bepaald voornamelijk de dichtheid
Gedrag onder verwarming
o Thermoplast: Reversibel smelt (bij verhitting) en stollingsgedrag (bij
koeling) van het materiaal Boter
o Thermoharder (thermoset): Polymeren worden irreversibel hard bij
verhitting of bij toevoegen van speciale chemicaliën. Vaak gebruikt om
composieten te maken Eieren
Samenvatting
,Les 1
Basisbegrippen
o Poly = veel , Meros = deeltjes Polymeer = (molecuul opgebouwd uit)
“veeldeeltjes”
o Polymerisatie is het samenvoegen van kleine moleculen tot een lange
keten
o Monomeer = de basiseenheid waaruit een polymeer is opgebouwd
o Polymeer = macromolecuul
- Is A een monomeer en -A- de basiseenheid, dan wordt dit polymeer
weergegeven door -A-A-A-A-A-A- of [-A-]n
o Repeterende eenheid: [-A-] is de repeterende eenheid, het gedeelte dat
zich herhaald
- Repeterende eenheid het liefste tekenen bij waar de binding gevormd
wordt
o = vinylchloride
Stel [-A-]n met n=10 -A-A-A-A-A-A-A-A-A-A-
o Polymerisatiegraad van een keten (symbool Pn, Dp of Xn)
o De letter n is hierbij een geheel getal en stelt n het aantal keren voor dat
het monomeer in de polymeerketen voorkomt
o In bovenstaand voorbeeld is de polymerisatiegraad is gelijk aan 10
o Er is dan nog niet echt sprake van een polymeer.
o Polymeren hebben meestal een Pn van zo’n 100-10000 eenheden
Monomeer + monomeer = dimeer A-A
Dimeer + monomeer = trimeer A-A-A
Trimeer + dimeer = pentameer etc. A-A-A-A-A
Oligomeren: laag moleculaire polymerisatieproducten (Pn < 10), bijvoorbeeld
dimeren, trimeren, tetrameren, pentrameren enz., cyclisch of lineair, staan
bekend als oligomeren
Let op oligomeer ≠ polymeer
Eigenschappen oligomeren zijn totaal anders dan de eigenschappen van
polymeren
1= monomeer
2 = polymerisatie
3 = polymeer
4 = macromolecuul
5= repeterende eenheid
6= polymerisatiegraad Xn, Dp of Pn
Plastic of kunststof = polymeer + toevoeging
Ketenstructuur
o Lineair: er kunnen wel zijgroepen aan monomeer zitten ≠ vertakt
o Vertakt: vertakking heeft zelfde basisstructuur als hoofdketen
o Netwerk Gecrosslinkt
, o Vertakkingen zorgen dat het anders reageert opties zijn netwerk en
gecrosslinkt er zijn nog meer opties
o Netwerk = tijdens polymerisatie
o Crosslinking = vaak na polymerisatie
o Crosslinking lineaire ketens aan elkaar voegen
Copolymeer
o Homo houdt van één en dezelfde soort
o Copolymeer kunnen met alles reageren
opgebouwd uit 2 of meer verschillende
monomeren
o Terpolymeren bestaat uit drie
verschillende
o Verschillende copolymeren
- Statistische en random copolymeer
- Alternerend copolymeer meest voorkomend
afwisselend
- Blokcopolymeer ene deel oplosbaar in water en
andere niet
- Ent- of graftcopolymeer
o Structuur beïnvloed eigenschappen van polymeer
Tacticiteit
o = ruimtelijke ordening van de zijgroepen
o Atactisch geen regelmaat / ordening
- Veel hinder
- vgl amorf geen-vorm of
- atechnisch = niet-technisch
o Isotactisch zelfde kant
- Geen hinder
- vgl isotherm steeds zelfde T
- of isobaar gelijke P
o Syndiotactisch beide kanten (één naar voor, één
naar achter)
o Tacticiteit bepaald voornamelijk de dichtheid
Gedrag onder verwarming
o Thermoplast: Reversibel smelt (bij verhitting) en stollingsgedrag (bij
koeling) van het materiaal Boter
o Thermoharder (thermoset): Polymeren worden irreversibel hard bij
verhitting of bij toevoegen van speciale chemicaliën. Vaak gebruikt om
composieten te maken Eieren