The Student’s Guide to Cognitive Neuroscience
HOOFDSTUK 9 – THE REMEMBERING BRAIN
Plasticiteit vermogen van het brein te veranderen door ervaring
Korte termijn geheugen (STM) geheugen voor informatie die je op het moment ‘in je hoofd hebt’,
gelimiteerd
fonologisch, verbaal, visuospatieel
Miller (1956) meende dat het korte termijn geheugen ongeveer 7 stukjes info tegelijk op kon slaan.
Je STM wordt onderzocht door testjes met je aandachtsboog. Op Millers theorie is veel kritiek, omdat
veel factoren invloed hebben op het aantal stukjes info die je kan onthouden.
Articulatory suppression zwijgend woorden vormen met je mond tijdens een taak
Baddeley meent dat het STM opgedeeld kan worden in een fonologisch deel en een articulatorisch
deel.
Werkgeheugen systeem voor het tijdelijk opslaan en manipuleren van informatie
Hiernaast het model van het werkgeheugen door Baddeley. Een ander model is zonder de ‘middle
man’: het werkgeheugen is dan een korte activatie van het lange termijn geheugen.
Het werkgeheugen is nodig voor het leren van nieuwe dingen. Geheugen ligt in de posterior cortex,
maar info wordt actief gehouden / gemanipuleerd door de prefrontale cortex. De central executive
uit Baddeley’s model zou je kunnen zien als de prefrontale cortex. Het dorsolaterale prefrontale deel
is hierbij verantwoordelijk voor het behouden van info dat actieve manipulatie nodig heeft en het
ventrolaterale deel is verantwoordelijk voor het activeren, ophalen en behouden van info in de
posterior cortex.
Self-ordered pointing test taak waarbij proefpersonen elke keer het nieuwe object moeten
aanwijzen en dus de oude objecten in hun werkgeheugen moeten
houden
Lange termijn geheugen geheugen voor opgeslagen informatie, waar niet bewust beschikbaar
hoeft te zijn, ongelimiteerde capaciteit, op te delen in
Declaratief of expliciet geheugen geheugen waar je bewust bij kan
Niet-declaratief of impliciet geheugen geheugen waar je niet bewust bij kan
Procedureel geheugen geheugen voor vaardigheden zoals fietsen,
niet-declaratief, basale ganglia spelen hier
een cruciale rol
Semantisch geheugen conceptueel gebaseerde kennis van de
wereld, zoals mensenkennis, plekken en
betekenissen van woorden en objecten
Episodisch geheugen geheugen voor specifieke gebeurtenissen in
je eigen leven
HM is een van de meest bekende patiënten in de neurowetenschappen: door chirurgische ingrepen
om epilepsie e.d. te stoppen raakte hij zijn geheugen kwijt. Andere oorzaken voor amnesie zijn
beroertes, virale infectie, langdurig alcoholgebruik of hoofdtrauma.
HOOFDSTUK 9 – THE REMEMBERING BRAIN
Plasticiteit vermogen van het brein te veranderen door ervaring
Korte termijn geheugen (STM) geheugen voor informatie die je op het moment ‘in je hoofd hebt’,
gelimiteerd
fonologisch, verbaal, visuospatieel
Miller (1956) meende dat het korte termijn geheugen ongeveer 7 stukjes info tegelijk op kon slaan.
Je STM wordt onderzocht door testjes met je aandachtsboog. Op Millers theorie is veel kritiek, omdat
veel factoren invloed hebben op het aantal stukjes info die je kan onthouden.
Articulatory suppression zwijgend woorden vormen met je mond tijdens een taak
Baddeley meent dat het STM opgedeeld kan worden in een fonologisch deel en een articulatorisch
deel.
Werkgeheugen systeem voor het tijdelijk opslaan en manipuleren van informatie
Hiernaast het model van het werkgeheugen door Baddeley. Een ander model is zonder de ‘middle
man’: het werkgeheugen is dan een korte activatie van het lange termijn geheugen.
Het werkgeheugen is nodig voor het leren van nieuwe dingen. Geheugen ligt in de posterior cortex,
maar info wordt actief gehouden / gemanipuleerd door de prefrontale cortex. De central executive
uit Baddeley’s model zou je kunnen zien als de prefrontale cortex. Het dorsolaterale prefrontale deel
is hierbij verantwoordelijk voor het behouden van info dat actieve manipulatie nodig heeft en het
ventrolaterale deel is verantwoordelijk voor het activeren, ophalen en behouden van info in de
posterior cortex.
Self-ordered pointing test taak waarbij proefpersonen elke keer het nieuwe object moeten
aanwijzen en dus de oude objecten in hun werkgeheugen moeten
houden
Lange termijn geheugen geheugen voor opgeslagen informatie, waar niet bewust beschikbaar
hoeft te zijn, ongelimiteerde capaciteit, op te delen in
Declaratief of expliciet geheugen geheugen waar je bewust bij kan
Niet-declaratief of impliciet geheugen geheugen waar je niet bewust bij kan
Procedureel geheugen geheugen voor vaardigheden zoals fietsen,
niet-declaratief, basale ganglia spelen hier
een cruciale rol
Semantisch geheugen conceptueel gebaseerde kennis van de
wereld, zoals mensenkennis, plekken en
betekenissen van woorden en objecten
Episodisch geheugen geheugen voor specifieke gebeurtenissen in
je eigen leven
HM is een van de meest bekende patiënten in de neurowetenschappen: door chirurgische ingrepen
om epilepsie e.d. te stoppen raakte hij zijn geheugen kwijt. Andere oorzaken voor amnesie zijn
beroertes, virale infectie, langdurig alcoholgebruik of hoofdtrauma.