Leerdoelen:
Standaard regels en normen herkennen, die gelden voor het bouwkundig tekenwerk.
Per bouwfase de te verrichten werkzaamheden benoemen met betrekking tot het
bouwkundig tekenen.
Een gegeven detail herkennen op een overall tekening (2D of 3D) en aangeven waar dit is
doorgesneden.
Op detailniveau verschillende bouwkundige onderdelen analyseren, herkennen en hun
functie benoemen.
Uitgangspunten van een ontwerp herkennen in een bouwkundige tekening.
Les 1 – bouwkundig tekenen
1.6
In NEN 47 staat een richtlijn voor het tekenen van doorsnede aanduidingen van materialen op
bouwtekeningen.
Arcering = vlakke invulling als je iets doorsnijd. Dus wat voor materiaal is het.
Bij sommige schalen niet mogelijk om arcering aan te geven, dan wordt dit niet gedaan.
In renvooi kan ook worden aangegeven welke arcering bij welke schaal wordt toegepast. Er wordt dan
verwezen naar het document.
Als nieuw deel van bouwwerk wordt aangesloten op bestaand deel, kan betaalde werk dunner,
gestippeld of grijs worden getekend (duidelijk aangegeven dus).
1.7
Keuzen van lijndikten kan afhankelijk zijn van onderscheid dat op tekening moet worden aangebracht,
het te gebruiken formaat, schaal van tekening en mogelijke latere verkleiningen/vergrotingen.
Gekozen lijndikte moet in hele teken en evt hele project consequent worden toegepast.
Lijnen hebben allemaal eigen betekenis.
Stippellijnen worden in roosters gebruikt ipv getrokken lijnen.
Getrokken lijn Streeplijn Gemengde streeplijn
Zichtbare Niet zichtbare Hartlijn
begrenzinglijn begrenzingslijn Stramienlijn
Arceringslijn Arceringslijn Doorsnedelijn
Maatlijn en hulplijnen Afbreeklijn (gebruiken
Roosterlijn om lengte te verkorten
Afbreeklijn voor als het bijv. niet
op tekeningen past)
, Aanhaallijn met punt gebruikt als lijn eindigt binnen de begrenzinglijn. Aanhaallijn met punt gebruikt
als lijn eindigt op begrenzinglijn. -->
Verwijzingssymbolen gebruikt om:
Verwijzen naar andere afbeelding op zelfde tekening
Verwijzen naar afbeelding in andere tekening
Verwijzen naar wijziging op tekening
Pijlen geven kijkrichting aan bij doorsneden. Vorm maakt niet uit
Hoogtemaat wordt berekend vanaf vooraf vastgesteld peil (=hoogtemaat). Met plusteken aangegeven
dat hoogtemaat boven peil ligt, en met min teken eronder. Peil is 0 = bovenkant van afgewerkte
vloer.
Scheidingsvlak van 2 bouwlagen in bovenkant van onafgewerkte vloer.
Maaiveld ligt altijd lager dan pijl, anders loopt water naar binnen.