OEFENTOETS KENNISTOETS OWE 8
ANATOMIE EN FYSIOLOGIE
WEEK 1; ZENUWSTELSEL
1. Het cerebellum zijn de kleine hersenen; dit is belangrijk voor geheugen en gevoel waarnemen
A) Juist
B) Onjuist
2. Het perifere zenuwstelsel bestaat uit zenuwen in je ruggenmerg en alle overige zenuwen in je
lichaam.
A) Juist
B) Onjuist
3. Myeline zorgt voor snellere voorgeleiding van de prikkel
A) Juist
B) Onjuist
4. Sensorische, sensibele zenuwen komen aan de voorkant van je ruggenmerg binnen en gaat
over gevoel.
A) Juist
B) Onjuist
5. Motorische, synaps zenuwen gaan naar de spieren toe en verlaten het ruggenmerg via de
voorkant.
A) Juist
B) Onjuist
6. Een lage dwarslaesie is vanaf T12 of lager.
A) Juist
B) Onjuist
7. Een hoge dwarslaesie is vanaf C8 of hoger.
A) Juist
B) Onjuist
8. C3 t/m C5 regelen de aansturing van de borstademhaling en T1 t/m T12 regelen de
aansturing van de buikademhaling.
A) Juist
B) Onjuist
9. Denervatie betekend dat de zenuwbanen die de spieren moeten aansturen niet goed
functioneren.
A) Juist
B) Onjuist
10. Bij een incomplete dwarslaesie kan de prikkel er niet meer doorheen.
A) Juist
B) Onjuist
, 11. Een ruggenprik krijg je meestal rond L1 t/m L5.
A) Juist
B) Onjuist
12. Tetraplegie is verlamming in beide armen en benen.
A) Juist
B) Onjuist
13. Paraplegie betekend dat beide armen verlamd zijn.
A) Juist
B) Onjuist
WEEK 2; ZENUWSTELSEL
14. Bij MS is er een probleem met de witte stof die is aangedaan en een ontsteking van
verschillende plaatsen in het centrale zenuwstelsel. Het komt vaker voor bij mannen dan bij
vrouwen.
A) Juist
B) Onjuist
15. MS is een chronische ziekte met periodes van exacerbatie en remissie en de oorzaak is
onbekend.
A) Juist
B) Onjuist
16. Liquor is een vloeistof die alleen stroomt in je ruggenmerg.
A) Juist
B) Onjuist
17. SAB staat voor subarachnoïdale bloeding, dit is een bloeding die in de ruimte tussen de
hersenen en de schedel plaatsvindt. Ook wel ruimte onder het spinnenwebvlies genoemd.
A) Juist
B) Onjuist
18. Het is een beroerte waarbij er een bloeding in het hoofd en de hersenen is.
A) Juist
B) Onjuist
19. De diagnostiek wordt uitgevoerd door bijvoorbeeld een lumbaalpunctie en je kunt dan bloed
in het liquor aantreffen.
A) Juist
B) Onjuist
20. De behandeling van een SAB is coilen of clippen. De complicaties zijn dat je opnieuw kan gaan
bloeden en een waterhoofd kunt ontwikkelen.
A) Juist
B) Onjuist
ANATOMIE EN FYSIOLOGIE
WEEK 1; ZENUWSTELSEL
1. Het cerebellum zijn de kleine hersenen; dit is belangrijk voor geheugen en gevoel waarnemen
A) Juist
B) Onjuist
2. Het perifere zenuwstelsel bestaat uit zenuwen in je ruggenmerg en alle overige zenuwen in je
lichaam.
A) Juist
B) Onjuist
3. Myeline zorgt voor snellere voorgeleiding van de prikkel
A) Juist
B) Onjuist
4. Sensorische, sensibele zenuwen komen aan de voorkant van je ruggenmerg binnen en gaat
over gevoel.
A) Juist
B) Onjuist
5. Motorische, synaps zenuwen gaan naar de spieren toe en verlaten het ruggenmerg via de
voorkant.
A) Juist
B) Onjuist
6. Een lage dwarslaesie is vanaf T12 of lager.
A) Juist
B) Onjuist
7. Een hoge dwarslaesie is vanaf C8 of hoger.
A) Juist
B) Onjuist
8. C3 t/m C5 regelen de aansturing van de borstademhaling en T1 t/m T12 regelen de
aansturing van de buikademhaling.
A) Juist
B) Onjuist
9. Denervatie betekend dat de zenuwbanen die de spieren moeten aansturen niet goed
functioneren.
A) Juist
B) Onjuist
10. Bij een incomplete dwarslaesie kan de prikkel er niet meer doorheen.
A) Juist
B) Onjuist
, 11. Een ruggenprik krijg je meestal rond L1 t/m L5.
A) Juist
B) Onjuist
12. Tetraplegie is verlamming in beide armen en benen.
A) Juist
B) Onjuist
13. Paraplegie betekend dat beide armen verlamd zijn.
A) Juist
B) Onjuist
WEEK 2; ZENUWSTELSEL
14. Bij MS is er een probleem met de witte stof die is aangedaan en een ontsteking van
verschillende plaatsen in het centrale zenuwstelsel. Het komt vaker voor bij mannen dan bij
vrouwen.
A) Juist
B) Onjuist
15. MS is een chronische ziekte met periodes van exacerbatie en remissie en de oorzaak is
onbekend.
A) Juist
B) Onjuist
16. Liquor is een vloeistof die alleen stroomt in je ruggenmerg.
A) Juist
B) Onjuist
17. SAB staat voor subarachnoïdale bloeding, dit is een bloeding die in de ruimte tussen de
hersenen en de schedel plaatsvindt. Ook wel ruimte onder het spinnenwebvlies genoemd.
A) Juist
B) Onjuist
18. Het is een beroerte waarbij er een bloeding in het hoofd en de hersenen is.
A) Juist
B) Onjuist
19. De diagnostiek wordt uitgevoerd door bijvoorbeeld een lumbaalpunctie en je kunt dan bloed
in het liquor aantreffen.
A) Juist
B) Onjuist
20. De behandeling van een SAB is coilen of clippen. De complicaties zijn dat je opnieuw kan gaan
bloeden en een waterhoofd kunt ontwikkelen.
A) Juist
B) Onjuist