De casus betreft een replicatie van een klassieke studie over emoties. Een van de bekendste emotietheorieën is de zogenaamde Two-way Theory of
Emotion van Schachter en Singer (1962). In hun baanbrekende onderzoek injecteerden zij mannelijke proefpersonen met adrenaline, een hormoon
waardoor de proefpersonen een verhoogde hartslag kregen, gingen trillen en sneller gingen ademen. In het experiment werden de proefpersonen verteld
dat ze een experimenteel medicijn kregen om hun zicht te testen. De proefpersonen werden in drie groepen verdeeld:
1. Adrenaline-geïnformeerd; deze groep kreeg te horen dat de injectie de bijwerkingen zou geven die gewoon zijn bij een adrenaline-shot.
2. Adrenaline-onwetend: deze groep kreeg te horen dat er geen bijwerkingen zouden zijn.
3. Adrenaline-misinformatie: deze groep werd verteld dat er andere bijwerkingen zouden zijn (bijv. hoofdpijn en jeuk).
Na het toedienen van de injectie verliet de ‘dokter’ de kamer en kwam terug met iemand die stiekem onderdeel was van het experiment. De dokter gaf
als verklaring dat deze nieuwe persoon ook een injectie had gehad, en dat ze beiden over 20 minuten een oogtest zouden krijgen. De kamer was
rommelig, en voor de helft van de proefpersonen ging de nieuwe persoon euforisch gedrag vertoonde (in de rommel zoeken naar dingen om te doen),
terwijl de andere helft van de proefpersonen werden blootgesteld aan een persoon die boos gedrag vertoonde (kwaad door de rommel heen woedde).
De onderzoekers observeerden de proefpersonen om hun stemming vast te stellen. Tevens namen zij een vragenlijst af waarin de proefpersonen werden
gevraagd naar hun stemming en welke symptomen zij ervaarden. Schachter en Singer hoopten vast te stellen of emotie voorafgaat aan fysieke
sensaties, of dat fysieke sensaties voorafgaan aan emotie.
Een onderzoekster wilde deze klassieke studie repliceren. Omdat de oorspronkelijke studie veel te weinig power (=1-β) had, heeft ze ditmaal twee keer) had, heeft ze ditmaal twee keer
zoveel deelnemers geworven. In elke conditie wierf ze ongeveer 50 deelnemers. Bij deze casus hoort een fragment van de dataset die de onderzoekster
uit dit experiment heeft verkregen. In deze gedeeltelijke dataset, die beschikbaar is bij de cursusbronnen, zijn de volgende variabelen opgenomen: