Hoofdstuk 1
1.1 wat is communicatie?
Communicatie = uitwisseling van symbolische informatie die plaatsvindt tussen
mensen die zich van elkaars aanwezigheid bewust zijn.
2 facetten te onderscheiden:
1. symbolische informatie
2. communicatie als uitwisseling van symbolische informatie
Voor het overbrengen van communicatie: zender, medium en ontvanger nodig.
1.1.1 symbolische informatie
Symbolische informatie = verbale en non-verbale communicatie. Door taal te gebruiken
verwijzen we naar zaken zonder we deze expliciet hoeven te zien.
Verbale communicatie = gebruik van taal
Non verbale communicatie = systeem van symbolen, tekens en gebaren om
boodschappen over te brengen.
Door lichaamshouding worden basisemoties uitgedrukt. Als 2 personen een goed
gesprek hebben, is dit te zien in de lichaamshouding, vaak is deze symmetrisch.
Bewegingen kunnen verbale communicatie ondersteunen. Bij teveel beweging, is er
kans op afleiding.
De mimiek is ook belangrijk voor een gesprek. Vaak past de vertellaar zijn verhaal hierop
aan.
1.1.2 uitwisselen van symbolische informatie
Voor een gesprek, zijn 2 personen nodig, ze zijn beide ontvanger en zender.
In een gesprek met iemand ontvangen we onbewust signalen: van gesprekspartner,
omgeving.
1.2.1 professionele communicatie
Een verpleegkundige die beroepsmatig met patiënt communiceert, is alert op verbale en
non-verbale communicatie. Wat doe je ermee:
- als het in somatisch vlak bevindt: rapporteren in patiëntendossier / arts bellen
- psychosociale vlak bevindt: met patiënt bespreken, niet meteen oplossing
bedenken.
Professionele communicatie = communicatie gericht op het realiseren van duidelijk
doel. Het is gericht op zaken die gerelateerd zijn aan gezondheidsproblematiek of de
behandeling.
1.1 wat is communicatie?
Communicatie = uitwisseling van symbolische informatie die plaatsvindt tussen
mensen die zich van elkaars aanwezigheid bewust zijn.
2 facetten te onderscheiden:
1. symbolische informatie
2. communicatie als uitwisseling van symbolische informatie
Voor het overbrengen van communicatie: zender, medium en ontvanger nodig.
1.1.1 symbolische informatie
Symbolische informatie = verbale en non-verbale communicatie. Door taal te gebruiken
verwijzen we naar zaken zonder we deze expliciet hoeven te zien.
Verbale communicatie = gebruik van taal
Non verbale communicatie = systeem van symbolen, tekens en gebaren om
boodschappen over te brengen.
Door lichaamshouding worden basisemoties uitgedrukt. Als 2 personen een goed
gesprek hebben, is dit te zien in de lichaamshouding, vaak is deze symmetrisch.
Bewegingen kunnen verbale communicatie ondersteunen. Bij teveel beweging, is er
kans op afleiding.
De mimiek is ook belangrijk voor een gesprek. Vaak past de vertellaar zijn verhaal hierop
aan.
1.1.2 uitwisselen van symbolische informatie
Voor een gesprek, zijn 2 personen nodig, ze zijn beide ontvanger en zender.
In een gesprek met iemand ontvangen we onbewust signalen: van gesprekspartner,
omgeving.
1.2.1 professionele communicatie
Een verpleegkundige die beroepsmatig met patiënt communiceert, is alert op verbale en
non-verbale communicatie. Wat doe je ermee:
- als het in somatisch vlak bevindt: rapporteren in patiëntendossier / arts bellen
- psychosociale vlak bevindt: met patiënt bespreken, niet meteen oplossing
bedenken.
Professionele communicatie = communicatie gericht op het realiseren van duidelijk
doel. Het is gericht op zaken die gerelateerd zijn aan gezondheidsproblematiek of de
behandeling.