Hoofdstuk 1t/m22 Inleiding boekhouden &
Hoofdstuk 14 Bedrijfseconomie voor het besturen van organisaties
Hoofdstuk 1: Inventaris en balans
- Een handelsonderneming is een onderneming die goederen inkoopt met de
bedoeling deze met winst te verkopen
- Eenmanszaak: onderneming die eigendom is van 1 persoon. Er is hierbij geen
scheiding bij het EV van de zaak en het privé EV
- Debiteuren: klanten van wie een bedrijf nog geld tegoed heeft
- Crediteuren: leveranciers aan wie een bedrijf nog geld schuldig is
- Hypothecaire lening: een lening met een hypotheekrecht op een onroerende zaak
(bijv. gebouw) als zekerheid
- Balans: overzicht van de bezittingen en schulden en het EV van een bepaald
bedrijf op een bepaald moment, de balans is altijd in evenwicht
Hoofdstuk 2: Veranderingen in de balans
- Financiële feiten die zich binnen een periode voordoen, leiden tot een verandering
van het EV
- Het bedrag dat het EV in een bepaalde periode toe of afneemt noemen we
nettowinst of verlies. Dit is op 2 manieren te berekenen:
1. Brutowinst verkopen die periode – kosten van die periode
2. EV eind periode – EV begin periode
- De winst- en verliesrekening geeft de oorzaken waardoor het EV als gevolg van
bedrijfsactiviteiten is toe of afgenomen, en heeft betrekking op een bepaalde
periode
- Een balans word gemaakt op per bepaald moment, een w&v rekening heeft
betrekking op een bepaalde periode
Hoofdstuk 3: Grootboek
- Eerste fase bij het voeren van een boekhouding is het bijhouden van rekeningen in
het grootboek
- Er zijn 6 regels:
1. Bezit neemt toe debiteren
2. Bezit neemt af crediteren
3. Schuld neemt toe crediteren
4. Schuld neemt af debiteren
5. EV neemt toe crediteren
6. EV neemt af debiteren
Hoofdstuk 4: Kolommenbalans
- Fase 2 bij het voeren van een boekhouding: opstellen proef en saldibalans
- Fase 3 bij het voeren van een boekhouding: opstellen w&v en de eindbalans
- Fase 4 bij het voeren van een boekhouding: afsluiten en zo nodig heropenen van
de grootboekrekeningen
- Bij het afsluiten van het grootboek geldt:
Balansrekening wordt afgesloten met ‘naar balans’ en wordt heropent met
‘balans’
Hulprekening EV wordt afgesloten met ‘naar w&v’ en wordt nooit heropent
Hoofdstuk 5: Rangschikken van grootboekrekeningen
- Rekeningen in het grootboek moeten geordend worden, dit wordt gedaan met 10
cijfers (0-9)
, - Balansrekeningen:
0. Vaste activa, EV en vreemd vermogen op lange termijn
1. Betalingsmiddelen en vorderingen en schulden op korte termijn
2. Tussenrekeningen
7. Voorraadrekeningen
- Hulprekeningen EV:
4. Kostenrekeningen
8. Rekeningen voor de vaststelling van de brutowinst op verkopen
9. Rekeningen overige resultaten
Hoofdstuk 6: Jounaliseren
- In een journaalpost noteer je verschillende feiten:
Debiteren (altijd eerst)
Crediteren
- Als dit gedaan is worden de uitkomsten verwerkt in het grootboek
- Kruisposten: boekingsstukken met verschillende data
Bijv. je stort geld uit je kas op 4/4 naar je bank maar de bank ontvangt
deze pas op 9/4
4/4 200 kruisposten 6.000,-
Aan 100 kas 6.000,-
9/4 110 bank 6.000,-
Aan 200 kruisposten 6.000,-
Hoofdstuk 7: Belastingen
- De belastingen waar een onderneming mee te maken krijgt zijn te verdelen in de
volgende 3 groepen:
1. Zakelijke belastingen: bezitting waar belasting voor betaald moet worden
Bijv. onroerendezaakbelasting: wanneer je eigenaar of huurder bent van
een pand
Of motorrijtuigenbelasting: voor bedrijfsauto’s
2. Persoonlijke belastingen: belastingen die worden geheven bij de eigenaar
van de eenmanszaak als privé persoon. Bijv. inkomstenbelasting
3. Belastingen waarbij de onderneming optreedt als incasseerder voor de
belastingdienst: bijv. loonbelasting de werkgever houdt een bedrag van de
werknemers in en de omzetbelasting
Omzetbelasting op verkochte goederen: moet betaald worden aan de
fiscus (rekening 181 verschuldigde OB)
Omzetbelasting op ingekochte goederen: kan verrekent worden met de
verschuldigde omzetbelasting (180 te verrekenen OB)
Hoofdstuk 8: Inkoop- en verkoopretouren
- Ontvangst creditnota als: ingekochte producten niet kloppen
140 crediteuren ……,-
Aan 700 voorraad ……,-
Aan 180 te verrekenen OB …..,-
- Verzending creditnota als: verkochte producten niet kloppen
840 opbr verkopen ……,-
Aan 181 verschuldigde OB ……,-
Aan 130 debiteuren …..,-
+
700 voorraad …..,-